7. Bedieningselementen en symbolen
a) Stroomtang
1
2
3
11
10
9
8
7
4
5
6
1 Stroomtang
2 Zaklampknop
3 Draaischakelaar om de gewenste meetfunctie te
kiezen
4 Knop HOLD/
5 Lcd-display
6 V-meetbus ( V Ω)
7 COM-meetbus
8 Knop REL ZERO
9 Knop SELECT
10 Batterijvak (achterkant)
11 NCV-signaalaanduiding
101