• Bevestig uw keuze met de bevestigingsknop (4) of druk op de Clear-knop (5) om de
gehele instelling te annuleren.
c) Achtergrondverlichting
U kunt de helderheid van het lcd-display (2) naar wens instellen. Doe het volgende om de
helderheid aan te passen:
• Selecteer het menupunt
door op de knop omhoog (7) en omlaag (6) te drukken.
Bevestig uw keuze met de bevestigingsknop (4), om in het menu voor de helderheidsin-
stelling te schakelen.
• Druk op de knop omhoog (7) en omlaag (6) om de achtergrondverlichting helderder
of donkerder in te stellen.
• Bevestig uw helderheidsinstelling met de bevestigingsknop (4) of druk op de Clear-knop
(5) om de gehele instelling te annuleren.
d) Eenheid instellen
De maateenheid van de laagdikte kan worden ingesteld in micrometer (μm) en milli-inch (thou).
• Selecteer het menupunt
door op de knop omhoog (7) en omlaag (6)
te drukken. Bevestig uw keuze met de bevestigingsknop (4) om in het menu voor de
instelling van de eenheid te schakelen.
• Druk op de knop omhoog (7) en omlaag (6) om tussen de meeteenheden heen en
her te schakelen.
• Bevestig uw keuze van de eenheid met de bevestigingsknop (4) of druk op de Clear-knop
(5) om de gehele instelling te annuleren.
e) Kalibratiemodus instellen
Het meetapparaat beschikt over 2 verschillende kalibraties. De nulkalibratie en de 2-puntskalib-
ratie. Ga als volgt te werk om de kalibratie in te stellen:
• Selecteer het menupunt
(nulkalibratie) of afhankelijk van de instelling
door op de
knop omhoog (7) en omlaag (6) te drukken. Bevestig uw keuze met de bevesti-
gingsknop (4), om naar het menu voor de instelling van het kalibratietype te schakelen.
• Druk op de knop omhoog (7) en omlaag (6) om uit de beide kalibratietypen de
gewenste methode te selecteren. De punt
staat voor 2-puntskalibratie. Het symbool
staat voor de nulkalibratie.
93