113
h) Capaciteitsmeting
Controleer dat alle te meten schakelcomponenten, schakelingen en bouwelementen evenals
andere meetobjecten absoluut spanningsloos en ontladen zijn.
Houd bij elektrolytische condensatoren absoluut rekening met de juiste polariteit.
• Schakel de DMM in en selecteer de meetfunctie “
”. In het display
verschijnt het symbool “Ω” voor weerstandsmeting. Druk driemaal op
de toets “SELECT. In het display verschijnt het symbool voor capaci-
teitsmeting “
” en de eenheid “nF”. Door nogmaals op de toets te
drukken schakelt u door naar de volgende meetfunctie, etc.
• Steek de rode meetleiding in de V-meetaansluiting (7), de zwarte meet-
leiding in de COM-meetaansluiting (6).
Omwille van de hoge gevoeligheid van de meetingang, kan
het in geval van “open” meetkabels enige tijd duren voordat
de waarde op het display verschijnt. Door op de toets “REL”
te drukken, wordt het display gereset op “0”. De REL-functie is
enkel van nut bij lage capaciteitswaarden.
• Verbind vervolgens beide meetpunten (rood = positieve pool/zwart =
negatieve pool) met het meetobject (condensator). Het display geeft na
een korte periode de capaciteit weer. Wacht totdat de waarde op het
display zich heeft gestabiliseerd. Bij capaciteiten >40 µF kan dit enkele
seconden duren.
• Zodra “OL” (voor overload = overbelast) wordt weergegeven op het
display, heeft u het meetbereik overschreden.
• Verwijder na het meten de meetkabels van het te meten object en zet de DMM uit.