NL
15
OMSCHRIJVING
In de standaard uitvoering is de Scala Plus geschikt voor zowel paneel/wandinstallatie, verzonken , maar ook
opbouwmontage op een horizontaal of verticaal vlak. 100 mm kanalen (flexibel of recht) kunnen worden
aangesloten met behulp van het meegeleverde verstelbare insteekeinde, waardoor een achter- of zij-uitgang
wordt gecreëerd. Voor wandmontage kan de wandkit (8000000002 wit) worden gebruikt. Een filter is als optie
beschikbaar (8000000018).
A. INSTALLATIE
PANEELMONTAGE (opbouw)
1. Maak een gat van
∅
105 mm door het paneel zodat er voldoende plaats is het product te installeren en om
het optionele filter te verwijderen voor onderhoud.
2. Het rooster verwijderen: verwijder eerst de afdekking aan de voorkant door de hoeken voorzichtig los te
trekken tot de afdekking los is van het binnenste rooster (fig.1). Maak de twee schroeven aan de onderkant
van het binnenste rooster los. De schroeven blijven in het binnenste rooster zitten, maar zitten los wanneer
het rooster moet worden verwijderd (fig. 1). Til het binnenste rooster aan de onderste rand op.
3. Haal de flens van het insteekeinde uit de doos en plaats deze over de insteekeinde adapter. Zorg ervoor dat
het lipje van de flens goed vastzit in de gleuf op de adapter (fig. 2). Zorg dat de insteek adapter goed vast zit
op de basisbehuizing en dat de klep nog steeds goed vast zit en correct functioneert.
4. Stel de benodigde snelheid en andere functies in zoals beschreven in
sectie B INSTELLING.
5. Bevestig het kanaal aan het insteekeinde en plaats het in het gat in het paneel, waarbij de ommanteling
correct in de basisbehuizing moet zitten. Zet alles in de juiste positie vast met behulp van de passende
bevestigingen (fig.3).
6. Controleer dat de waaier vrij draait.
7. Kies het juiste aansluitschema in
sectie C BEDRADING
en volg dit op.
8. Plaats het binnenste rooster terug. Plaats het paneel aan de voorzijde terug.
9. Schakel de netvoeding in en controleer of de ventilator correct draait.
PANEELMONTAGE (verzonken)
1. Markeer en maak een rechthoekige opening (190 mm x 240 mm) door het paneel, waarbij er voldoende
plaats is om het product te installeren en het filter (indien geplaatst) te verwijderen voor onderhoud.
BELANGRIJK: Let erop dat dwarsbalken en kabels worden vermeden.
2. Het rooster verwijderen: verwijder eerst de afdekking aan de voorkant door de hoeken voorzichtig los te
trekken tot de afdekking los is van het binnenste rooster (fig.1). Maak de twee schroeven aan de onderkant
van het binnenste rooster los. De schroeven blijven in het binnenste rooster zitten, maar zitten los wanneer
het rooster moet worden verwijderd (fig. 1). Til het binnenste rooster aan de onderste rand op.
3. Haal de flens van het insteekeinde uit de doos en plaats deze over de insteekeinde adapter. Zorg ervoor dat
het lipje van de flens goed vastzit in de gleuf op de adapter (fig. 2). Het insteekeinde kan naar de zijkant
worden verplaatst voor een installatie met zijuitgang. Verwijder hiervoor de schroef en schuif het insteekeinde
weg van de achterkant van de basisbehuizing. Houd hierbij geleiderails goed in het oog (fig. 4). Het
insteekeinde kan naar de zijkant worden gedraaid met behulp van dezelfde geleiderails en
bevestigingsschroef (fig. 4). Zorg dat de insteek adapter in de correcte richting goed vast zit op de
basisbehuizing en dat de klep nog goed vast zit en correct functioneert.
4. Verwijder de ommanteling en schroef de meegeleverde schroef volledig door de flens van de basisbehuizing.
Bevestig dan de 3 meegeleverde paneelclips (fig. 5) en schroef ze zover vast dat ze blijven zitten (zorg voor
voldoende ruimte voor de dikte van het paneel).
5. Stel de benodigde snelheid en andere functies in zoals beschreven in
sectie B INSTELLING.
6. Bevestig het kanaal aan het insteekeinde en plaats het in het gat in het paneel. Zorg ervoor dat de kabel in
de basisbehuizing wordt gevoerd en de paneelclips achter het paneel openspringen.
7. Zorg dat het goed vast zit door de paneelclipschroeven goed aan te draaien. Het kan nodig zijn het product in
het midden van het gat vast te houden als het wordt vastgeschroefd, zodat er geen gaten zichtbaar zijn als
de afdekking is aangebracht.
BELANGRIJK: Wanneer elektrisch gereedschap wordt gebruikt, laat dit
dan zo langzaam mogelijk draaien, beter is een handmatige schroevendraaier te gebruiken. Niet te
vast draaien.
8. Controleer dat de waaier vrij draait.
9. Kies het juiste aansluitschema in
sectie C BEDRADING
en volg dit op.
10. Plaats het binnenste rooster terug.
Plaats het paneel aan de voorzijde terug.
11. Schakel de netvoeding in en controleer of de ventilator correct draait.
WANDMONTAGE (opbouw)
Voor wandmontage kan de wandkit (8000000002 wit) worden gebruikt.
1. Maak een gat van
∅
115 mm door de wand zodat er voldoende plaats is het product te installeren en dat het
filter (indien aanwezig) kan worden verwijderd voor onderhoud.
2. Plaats de muurdoorvoer met de kleinere koker aan de kant van de kamer en zet beide uiteinden vlak met de
muur, in de juiste positie vast. De muurdoorvoer moet naar beneden gericht worden geplaatst, weg van de
ventilator, zodat condensatie naar buiten loopt.