– 27 –
27-NL
Aansluitingsblok voor de voeding
Klemblok voor
communicatie/
afstandsbedie-
ningsbedrading
Aardingsschroef
Klemblok
Schroef
Kabelklem
Schroef
Deksel van het
aansluitbord
Schroef
N
L
3
Aardingskabel
75 mm
55 mm
20 mm
10 mm
circa
150 mm
Voedingskabe
<Striplengte voedingskabel>
Aardingsschroef
voor
voedingskabel
Klemblok
voor regel-/
afstandsbedie-
ningsbedrading
Kabelklem
Regelkabel
Aardeschroef voor
afschermingsdraad
Aansluitingsblok
voor de voeding
Kabelklem
Voedingskabel
Klemblok
Aardingsschroef
voor
voedingskabel
Aansluiting van de kabels
Het aansluiten van de voedingsbedrading
en regelbedrading
De voedingskabel en de regelkabel kunnen
worden aangesloten zonder het frontpaneel te
verwijderen.
VEREISTE
Sluit de voedingskabel aan nadat de regelkabel
voor dit model is aangesloten.
1. Verwijder het luchtinlaatrooster.
Maak het luchtinlaatrooster omhoog open
en trek het naar u toe.
2. Verwijder het deksel van het aansluitbord
en het klemblok.
3. Steek de voedingskabel en de regelkabel
(conform plaatselijke voorschriften) in het
leidinggat in de wand.
4. Haal de voedingskabel uit de kabelgleuf
op het achterpaneel, zodat deze circa
150 mm uit de voorzijde uitsteekt.
5. Steek de regelkabel volledig in
het klemblok van de (bedrade)
afstandsbediening
U
3
,
U
4
,
A
,
B
en
bevestig deze stevig met schroeven.
6. Klem de regelkabel vast met de
kabelklem.
7. Monteer het klemblok met een schroef.
8. Steek de voedingskabel volledig in het
klemblok en bevestig deze stevig met
schroeven. Aanspanmoment: 1,2 N·m
(0,12 kgf·m). Bevestig de aardingsleiding
met de aardingsschroef.
9. Klem de voedingskabel vast met de
kabelklem.
10. Bevestig het deksel van het aansluitbord
en het luchtinlaatrooster op de
binnenunit.
LET OP
• Volg het bedradingsschema dat aan de
binnenzijde van het frontpaneel is bevestigd.
• Controleer de elektriciteitskabels op locatie,
evenals de speci
¿
eke bedradingsinstructies
en beperkingen.
• Pak bij het monteren van het klemblok de
regelkabel niet vast.
Installatiehandleiding