nl-60
7 BEDIENING
7.3
BEDIENINGSPROCEDURE ______________________________________________
1.
Onder geen enkele omstandigheid mag de motor worden gestart zonder dat de bediener in de tractor
zit.
2.
Bedien de tractor of aanbouwapparaten niet met losse, beschadigde of ontbrekende onderdelen. Maai
zo mogelijk als het gras droog is.
3.
Maai eerst in een testgebied om grondig bekend te raken met de bediening van de tractor en de
regelingen.
4.
Bestudeer het gebied om de beste en veiligste bedieningsprocedures te bepalen. Houd rekening met
de hoogte van het gras, het soort terrein en de gesteldheid van het oppervlak. Elke omstandigheid
vereist bepaalde afstellingen of voorzorgsmaatregelen.
5.
Gemaaid gras mag niet in de richting van omstanders worden geworpen. Houd iedereen op veilige
afstand zolang de machine in bedrijf is. De eigenaar/machinist is verantwoordelijk voor letsel aan
zichzelf, aan omstanders en/of voor schade aan eigendom.
6.
Wees voorzichtig wanneer u bij grindgebieden werkt (rijweg, parkeerplaatsen, karrepaden enz.).
Stenen die door het rijden wegspringen kunnen ernstig letsel bij omstanders veroorzaken en/of de
machine beschadigen.
7.
Schakel de maaimotoren uit en breng de aanbouwapparaten omhoog wanneer u paden of wegen
oversteekt. Let op ander verkeer.
8.
Stop en inspecteer de machine onmiddellijk op schade na het raken van een obstakel of wanneer de
machine abnormaal begint te trillen. Laat de machine repareren voordat u de werkzaamheden voortzet.
OPGELET
Om letsel te voorkomen, moet u altijd een veiligheidsbril, lederen werkschoenen of laarzen,
een harde helm en gehoorbescherming dragen.
WAARSCHUWING
Controleer of de vangkleden in goede staat zijn.
OPGELET
Verwijder al het vuil van de locatie alvorens te maaien. Rijd een nieuw gebied voorzichtig
binnen. Bedien de machine altijd op snelheden waarop u volledige controle over de
machine bewaart.
OPGELET
Voordat u de machine begint schoon te maken, af te stellen of te repareren, dient u alle
aandrijvingen uit te schakelen, de onderdelen naar de grond te laten zakken, de parkeerrem
in te schakelen, de motor te stoppen en de contactsleutel te verwijderen om letsel te
voorkomen.
Summary of Contents for Jacobsen Ransomes Parkway 3 Meteor LGNN344
Page 8: ...en 8 2 INTRODUCTION NOTES...
Page 33: ...en 33 SPECIFICATIONS 4 NOTES...
Page 87: ...en 87 MAINTENANCE LUBRICATION 8 NOTES...
Page 99: ...en 99 ADJUSTMENTS 9 NOTES...
Page 115: ...en 115 QUALITY OF CUT 12 NOTES...
Page 119: ......
Page 126: ...nl 8 2 INLEIDING OPMERKINGEN...
Page 151: ...nl 33 TECHNISCHE GEGEVENS 4 OPMERKINGEN...
Page 215: ...nl 97 AFSTELLING 9...
Page 231: ...nl 113 MAAIKWALITEIT 12...
Page 235: ......