Stiga TITAN 740 DC, Instructions For Use Manual, Page: 110 / 296

110
NEDERLANDS
NL
Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing
3.3.2 Hamer
In de cabine bevindt zich een hamer. Daarmee kunt
u in geval van nood ruiten kapotslaan.
Zorg dat de hamer altijd gebruiksklaar
in de houder zit.
3.3.3 Gevarendriehoek
In de cabine bevindt zich een gevarendriehoek.
Deze driehoek moet u in een noodgeval in over-
eenstemming met de plaatselijke voorschriften op
de weg plaatsen.
Zorg ervoor dat u de gevarendriehoek
altijd bij u hebt als u een rit gaat ma-
ken.
3.4 BEDIENINGSELEMENTEN
De beschrijvingen van de bedieningselementen
zijn ingedeeld op basis van de plaats van de bedie-
ningselementen op de machine.
Bedieningselementen - zitting
Zie 3.4.1
Bedieningselementen - dak
Zie 3.4.2
Bedieningselementen - stuurbevesti-
ging en pedalen
Zie 3.4.3
Bedieningselementen - instrumenten-
paneel
Zie 3.4.4
Bedieningselementen - overige
Zie 3.4.5
3.4.1 Bedieningselementen - zitting
De zitting heeft een veiligheidsschakelaar die is
aangesloten op het veiligheidssysteem van de ma-
chine. Als gevolg hiervan kunnen bepaalde ge-
vaarlijke activiteiten niet worden uitgevoerd als er
niemand op de zitting zit. Zie ook 5.7.2.
3.4.1.1 Zitting naar achteren/voren verstellen
(1:A1)
1. Beweeg de bedieningshendel (1:AJ) omhoog.
2. Zet de zitting in de gewenste stand.
3. Laat de bedieningshendel los om de zitting te
vergrendelen.
3.4.1.2 Vering van de zitting afstellen (1:A2)
De vering moet met de knop worden aangepast aan
het lichaamsgewicht.
Hardere vering: Draai de knop rechtsom.
Zachtere vering: Draai de knop linksom.
De veringsinstelling kan worden afgelezen op de
indicator (1:I2) bij de knop. Bij de juiste instelling
geeft de indicator de kleur groen weer.
3.4.1.3 Hoek rugleuning afstellen (1:A3)
De rugleuning kan met de knop in de gewenste
hoek worden gezet.
3.4.1.4 Armsteun afstellen (1:A4)
De armsteun kan in de gewenste hoek worden ge-
zet met de knop onder de betreffende armsteun.
3.4.1.5 Ventilator (1:A5)
Met de bediening regelt u de ventilatorsnelheid.
De lucht wordt door de ventilatiesleuven (1:O) ge-
blazen.
3.4.1.6 A/C (1:A6) (740DCR)
Schakelaar voor inschakelen airconditioning
Voor ontdooien en het tegengaan van beslagen ra-
men:
Schakel de airconditioning in, zet de ventilator op
het maximale toerental, de thermostaat op maxi-
male verwarming en richt de ventilatiekanalen op
de ramen.
3.4.1.7 Thermostaat (1:A7)
De bediening wordt gebruikt om de temperatuur
van de door de ventilator ingeblazen lucht in te
stellen. Koeling is alleen beschikbaar op machines
met airconditioning.
3.4.1.8 Opslagcompartiment (1:H)
Links van de zitting bevindt zich een opslagcom-
partiment.
3.4.2 Bedieningselementen - dak
3.4.2.1 Zonnedak (1:B1)
Trek de hendel aan en druk deze omhoog om het
dak te openen.
3.4.2.2 Interieurverlichting (1:B2)
De interieurverlichting bevindt zich in het dak.
Deze verlichting wordt in- of uitgeschakeld door
de lamp naar links of rechts te draaien.
3.4.2.3 Ruitensproeier (1:B3)
Schakelaar voor het activeren van de rui-
tensproeier.
De ruitenvloeistof bevindt zich in het re-
servoir (1:G2).
3.4.2.4 Zwaailicht (1:B4) (740DCR)
Houd u aan de wetgeving voor het ge-
bruik van een zwaailicht.
Schakelaar voor het in- en uitschakelen
van het zwaailicht. (1:J)