29
iets onder zit, kan er een lek ontstaan.)
• Zet de afdichtingsring weer op zijn plaats, zorg ervoor dat de ring niet ondersteboven zit, en dat hij goed vastzit achter alle haakjes in de rand
van het deksel.
• Als u de snelkookpan dagelijks gebruikt, is de levensduur van de afdichtingsring ongeveer een jaar.
• Kijk na of de drukindicator heeft
soepel in de behuizing heen en weer schuift.
5 • VULLEN
• Stomen (met stoommandje):
Gebruik de snelkookpan nooit met minder dan 75 cl vocht (750 mL).
• Sudderen (zonder stoommandje):
Gebruik de snelkookpan nooit met minder dan 25 cl vocht (250 mL).
Vul de snelkookpan nooit hoger dan 2/3 (fig. 1).
• LET OP : Om te voorkomen dat de openingen van de drukregelaar en het veiligheidsventiel waarlangs de stoom ontsnapt verstopt raken,
moet u de volgende veiligheidsmaatregelen in acht te nemen: Vul de snelkookpan nooit hoger dan 1/3 van zijn volledige capaciteit (fig. 2)
als u voedingsmiddelen kookt die zwellen of schuimen zoals spinazie, linzen, spliterwten, pasta, rijst, fruitcompotes, rabarber, aalbessen,
gerst, havermout of andere granen, enz. Vul de snelkookpan nooit hoger dan 1/3 van zijn volledige capaciteit (fig. 2) als u voedingsmidde-
len kookt met bladeren die aan de binnenkant van het deksel kunnen blijven plakken zoals salade, prei, artisjok, enz. Wikkel de voedings-
middelen nooit in papier (aluminiumfolie of ander soort folie of papier).
6 • SLUITEN
• Zet het deksel op het pangedeelte van de snelkookpan.
• Druk op het deksel, zodat u de afdichtingsring indrukt. Draai vervolgens het deksel tegen de wijzers van de klok in totdat u niet verder kunt (klik)
(fig. 3). Het handvat moet in één lijn lopen en overeenkomen met de hoofdstructuur van het deksel, (fig. 4)
• De snelkookpan is correct gesloten als de drukindicator vrij is om soepel naar boven te komen.
• LET OP : Zet de snelkookpan nooit op een warmtebron als het deksel op de pan staat, maar niet vergrendeld is, of als het deksel niet
volledig gesloten is.
7 • KOKEN
• Doe de etenswaren met de nodige hoeveelheid water in de zelfkookpan en sluit goed af.
• Druk de drukregelaar in en ga goed na of u hem hebt indrukt tot aan de inkeping.
• Ga na of de drukregelaar in de kookpositie staat. (De wijzer van de drukregelaar wijst naar de tekening
met de snelkookpan.) (fig. 5)
• Zet op een hoog vuur. Zet de snelkookpan nooit in de oven.
• Door de druk stijgt de drukindicator; hierdoor vergrendelt de drukmeter het openingsmechanisme.
• Zodra er stoom ontsnapt via de drukregelaar, kunt u de kooktijd beginnen op te nemen.
• Draai het vuur lager zodat er nog maar een beetje stoom ontsnapt via de drukregelaar (het kan
zijn dat de drukregelaar vanaf dat moment slechts af en toe sist) en begin de kooktijd op te meten.
• Het is heel normaal dat de drukregelaar niet draait als er stoom ontsnapt. De drukregelaar is hier
niet voor gemaakt.
• Als u zout gebruikt in het recept, laat het dan onmiddellijk oplossen door in het water te roeren
met een houten lepel. Zo voorkomt u «gaatjes» die de bodem van uw snelkookpan zouden kunnen
aantasten. Het zout lost ook sneller en makkelijker op als u fijn zout gebruikt en als u het zout pas toevoegt als het water warm is.
• Belangrijkste kooktijden p. 36
OPEN
GESLOTEN
(Fig. 3)
(Fig. 4)
(Fig. 5)
(Fig. 1)
(Fig. 2)
2/3
1/3
NL