Katrol touw met haak
865628
27
silverlinetools.com
Takel*
1. Lus
2. Lusbevestigingsbout
3. Rand katrolwiel
4. Katrolwiel
5. Katrolwielbevestigingsbout
6. Katrolwielbescherming
Rope
7. Touw
8. Touwoog
9. Lus hijshaak
10. Haakbevestigingsbout
11. Veiligheidsknip
12. Hijshaak
Productonderdelen
Belangrijk
: De foto’s en lijst van de productonderdelen laat zowel het touw als een bijpassende
takel zien voor begrijpelijke instructies . Beide zijn nodig voor veilig hijsen .
*Takel niet inbegrepen . Aanbevolen voor gebruik met Silverline katroltouw met haak 20 m x 18
mm .
Voorzien gebruik
Eenvoudig handmatig hijsapparaat dat ontworpen is om lichte lasten verticaal op te hijsen of
neer te laten, waarbij de operator op grondniveau staat en de ontvanger van de last zich op een
hoogte bevindt .
Voorafgaand aan het gebruik
Installatie
BELANGRIJK:
Een risicoanalyse van de site kan nodig zijn als onderdeel van uw nationale
regelgeving . LOLER (Lifting Operations Lifting Equipment Regulations) 1998 in het VK .
Nb:
Als er een katrol van derden wordt gebruikt, volg de bijgevoegde instructies voor bevestiging
en installatie .
1 . Plaats de katrol in een geschikte en goed verlichte zone .
2 . Monteer de katrol op een veilig werkplatform dat boven de armlengte in staande positie is
gelegen van de persoon die de last in ontvangst zal nemen . De last zelf mag niet hoger dan de
schouderhoogte van de arbeider in ontvangst worden genomen .
3 . Zorg ervoor dat de katrol is opgehangen aan een structuur die in staat is om een last te dragen
die ten minste 3x de veilige werklast (Safe Working Load - SWL) bedraagt . De dragende structuur
moet in het ophangpunt, figuur II (1), in staat zijn om het gewicht van de last te dragen, figuur
II (2), en de trekkracht van de operator, figuur II (3) die nodig is voor de SWL. Raadpleeg een
ingenieur indien nodig
4 . Zorg ervoor dat het gebruikte touw (7) de correcte diameter bezit voor de gebruikte katrol, en
geschikt is voor de last die moet opgehesen worden. Zie "Specificaties".
5. Minimaliseer de afstand tussen de katrol en de steiger, figuur I (1)
6. Bevestig de lus (1) met beugels aan beide zijden zodat ze niet kan bewegen, figuur I (2), en
gebruik bijkomende steunen, figuur I (3), voor extra sterkte en starheid, indien nodig.
Controles voorafgaand aan het gebruik
1 . Controleer de bevestigingsbout van de lus (2), de bevestigingsbout van het wiel (5), alsook de
bevestigingsbout van de haak (10), om er zeker van te zijn dat ze goed aangedraaid zijn en in
goede staat verkeren . Controleer het oog van het touw (8)
2 . Controleer dat het touw (7) niet versleten is of rafels vertoont . Haal het touw uit dienst indien het
niet in perfecte staat verkeert .
3 . Controleer of het katrolwiel (4) vrij en ongehinderd draait . Breng indien nodig een label aan op
het katrolwiel zodat vanop een afstand duidelijk kan vastgesteld worden wanneer het wiel draait .
Het gebruik van het katrolwiel zonder dat het wiel vrij kan draaien, kan het touw beschadigen .
Veiligheid Takel
WAARSCHUWING: De operator en mensen in de buurt van de gevarenzone dienen STEEDS
hoofdbescherning (bijv. een helm) en beschermend schoeisel te dragen.
WAARSCHUWING: Creëer een ruime UITSLUITINGSZONE rond het hijsmechanisme met
behulp van barrières en waarschuwingsborden.
Wanneer een voorwerp wordt opgetakeld,
dienen de zones onmiddellijk onder en naast het voorwerp beschouwd te worden als zeer
gevaarlijk . Betreed of reik niet in deze zone . Houd kinderen, dieren, en omstaanders buiten de
takelzone .
BELANGRIJK:
Hijsuitrusting dient ten minste één maal per jaar gecontroleerd te worden door
een gekwalificeerde persoon.De resultaten van de inspectie dienen opgetekend te worden in een
logboek om later geraadpleegd te kunnen worden . De frequentie van de controle dient gerelateerd
te zijn aan de gebruiksfrequentie .
BELANGRIJK:
Lees deze instructies, alsook welke instructies dan ook die geleverd zijn met
bijkomende onderdelen die nodig zijn voor het ophijsen, met inbegrip van touw en riemen .
Gevarenzone
• Hijsuitrusting dient gebruikt te worden vanuit de positie waarin de operator geen risico
loopt in het geval dat de last zou vallen. De operator mag nooit rechtstreeks onder de last
gepositioneerd zijn.
• Gebruik het gereedschap of de uitrusting nooit voor het optillen van personen
Inspecteer de uitrusting
• Controleer de toestand van de uitrusting voorafgaand aan het gebruik ervan, waarbij
specifieke aandacht dient geschonken te worden aan de touwen en aan de vergrendel- en
immobilisatiemechanismen.
Touwen dienen vrij te zijn van kinken, en mogen geen tekenen
van rafels of snedes vertonen . Vergrendelmechanismen moeten vlot werken en moeten vrij zijn
van vuil en vet .
• Eventuele bijkomende steunen moeten in staat zijn om het volledige gewicht op te
nemen van het op te hijsen voorwerp, vermeerderd met een bepaalde extra capaciteit als
voorzorgsmaatregel.
• Controleer de toestand van de haken.
Indien een haak een torsie vertoont van meer dan 10º,
of indien hij een keelopening vertoont die te groot is,dient hij vervangen te worden
• Controleer alle veiligheidshaakborgingen om er zeker van te zijn dat ze niet beschadigd
of verbogen zijn, en dat ze de haakopeningen volledig afdekken .
• indien men constateert dat welk deel dan ook van de hijsuitrusting beschadigd of
versleten is, dient dit deel vervangen te worden door oorspronkelijke onderdelen in een
geautoriseerd servicecentrum, en dit alvorens de uitrusting gebruikt wordt
• Wijzig geen enkele hijsuitrusting.
Welke poging dan ook om deze uitrusting te wijzigen,
maakt de waarborg ongedaan en kan aanleiding geven tot ernstig letsel, voor uzelf of voor
eventuele omstaanders .
Bevestigen van een last
• Welke last dan ook dient bevestigd/gedragen te worden door gebruik te maken van de
gepaste hijspunten.
• Maak enkel gebruik van een takel met een correct werkende veiligheid op de hijshaak.
• De lasten moet vrij opgetild kunnen worden.
Indien de last gehinderd of tegengehouden
wordt tijdens het optillen, kan hij instabiel worden of loskomen en zodoende een gevaar voor de
veiligheid vormen .
• Alvorens een last aan te slaan, moet men ervoor zorgen dat hij stabiel is en stabiel zal
blijven tijdens het volledige hijsproces.
Tijdens het ophijsen
• De operator dient de last constant visueel waar te kunnen nemen.
Indien het niet praktisch
is om de operator constant visueel contact te laten houden met de last, moet de gevarenzone
afgezet worden en moeten er bijkomende personen aanwezig zijn met een volledig overzicht
over de werkingszone om instructies te kunnen geven aan de operator .
• Hijsuitrusting mag enkel bediend worden door personen die bekend zijn met de
bedieningsinstructies
• Hijsuitrusting mag nooit gebruikt worden voor andere doeleinden dan voorwerpen
verticaal op te hijsen
• Til geen voorwerp op tot op een hoogte die hoger is dan absoluut noodzakelijk
• Arbeiders die de last in ontvangst nemen (op hoogte) dienen de geschikte
valbescherming te gebruiken
Indien u op welke wijze dan ook niet zeker bent van de veilige gebruikswijze van deze
uitrusting, GEBRUIK ZE DAN NIET!
865628_Manual.indd 27
19/07/2018 14:41
Summary of Contents for 865628
Page 2: ...2 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 865628_Manual indd 2 19 07 2018 14 41...
Page 3: ...silverlinetools com 3 1 2 3 I II 2 x S W L S W L 1 2 3 865628_Manual indd 3 19 07 2018 14 41...
Page 4: ...4 865628_Manual indd 4 19 07 2018 14 41...
Page 34: ...34 Notes 865628_Manual indd 34 19 07 2018 14 41...
Page 35: ...silverlinetools com 35 Notes 865628_Manual indd 35 19 07 2018 14 41...