74
NL
AANWIJZING:
bij het vacumeren van fo-
liezakken mag er geen vacumeerslang
20
in de aansluiting
9
zijn gestoken.
1. Maak de zak glad op de plaats waar
deze moet worden geseald.
2. Open het deksel
17
.
3. Leg de zak in het apparaat. Daarbij
moet het uiteinde van de folie kort vóór
de achterste begrenzingsnokjes
12
en
tussen de begrenzingsnokjes aan de
zijkant
13
liggen.
4. Let erop dat er geen plooien in de folie
komen - vooral niet op de seal-
draad
15
.
5. Sluit het deksel
17
en druk dit iets om-
laag.
6. Druk op de toets
1
om het apparaat
naar Stand-by te schakelen. De led
brandt.
7. Druk op de toets
5
. De led brandt.
De foliezak wordt eerst gevacumeerd
en daarna geseald.
De led dooft, zodra het proces is vol-
tooid.
AANWIJZING:
onderbreek het proces, in-
dien de led
5
niet dooft en het geluid van de
vacumeerpomp niet stopt, hoewel de lucht
in de foliezak niet verder wordt weggezo-
gen. Controleer of de foliezak op de juiste
wijze in het apparaat geplaatst is en op
lekkages.
8. Open het deksel
17
en haal de zak uit
het apparaat.
9. Controleer de sealnaad. Deze dient
glad te zijn, zonder vouwen.
9.5
Zak sealen (zonder
vacuüm)
1. Ga net zo te werk als bij het vacumeren
en sealen (zie “Zak vacumeren en sea-
len” op pagina 73) tot werkstap 6.
2. Plaats het stuk folie in het vacumeerap-
paraat aan de voorzijde van de onder-
ste afdichtring
14
.
3. Druk op de toets
6
. De led brandt.
De folie wordt geseald. Het sealproces
wordt automatisch beëindigd en de led
dooft.
4. Open het deksel
17
en haal de zak uit
het apparaat.
5. Controleer de sealnaad. Deze dient
glad te zijn, zonder vouwen.
__347713_Vakuumierer_B8.book Seite 74 Montag, 27. Juli 2020 12:36 12