34 Nederlands
Originele gebruikaanwijzing - Wielklem
Doelmatig gebruik
De ProLux wielklem is een hijs- en hefgereedschap voor het optillen van een auto aan diens wielen met
behulp van een kraan. Het wordt gebruikt om auto’s te laden met een maximaal totaalgewicht van 3000 kg.
Gebruik de wielklemmen alleen voor de in deze gebruiksaanwijzing beschreven doeleinden. Ieder
ander gebruik wordt beschouwd als oneigenlijk gebruik.
Niet toegestaan
- Gebruik de wielklem niet voor het trekken of afslepen van voertuigen.
- Gebruik niet minder dan vier wielklemmen op een voertuig
- Het overschrijden van het maximaal toelaatbare draagvermogen.
- Het optillen van personen.
- Mensen die zich onder de zwevende last bevinden.
- Het scheeftrekken van lasten.
- Het lostrekken van vastzittende lasten.
- Het slaan of stoten tegen of in het hijsmiddel.
- Schokbelastingen moeten worden vermeden.
- Gebruik door onvoldoende opgeleid bedieningspersoneel.
- Het gebruik met ongeschikte hijskranen (zie de informatie in de gebruiksaanwijzing van de kraan).
- Het gebruik met defecte en onveilige kranen.
- Voer geen oppervlaktebehandelingen uit die schadelijk zijn voor het materiaal. Daartoe behoren
onder andere warmtebehandelingen, lassen en het aanbrengen van boorgaten.
Organisatorische maatregelen en veiligheid
- Het gebruik is alleen door hiervoor belaste en geïnstrueerde personen en met inachtname van DIN EN 1492
en BGR 500 of landspecifieke voorschriften toegestaan.
Bepaal altijd het gewicht van te tillen last voor het gebruik. Het toegestane draagvermogen van de
wielklem mag nooit worden overschreden. Gebruik de wielklemmen alleen voor de opname op
intacte banden met voldoende luchtdruk. Anders kunnen er beschadigingen optreden aan de velgen
en/of glijden de banden uit de wielklemmen.
Bovendien mogen de wielklemmen alleen worden gebruikt voor voertuigen met vier wielen.
Houd ook rekening met het draagvermogen van de laad- en losvoorziening en de riemen en controleer voor en
na elk gebruik va de wielklem en de riemen op mechanische beschadigingen, evenals de veiligheidsvoorzie
ning voor de afstandhouders en de correcte werking van de knevelschroef.
De gebruiker moet ervoor zorgen dat er tijdens het hijsproces geen personen in de gevarenzone
aanwezig zijn.
Ingebruikname
1. Voor ieder gebruik moet de wielklem worden gecontroleerd op eventuele schade die het draagvermogen
zou kunnen beïnvloeden. Neem in geval van twijfel contact op met de fabrikant.
2. Controleer vervolgens of de bandenbreedte, de diameter van de banden en het voertuiggewicht kunnen
worden behandeld met de gegeven technische middelen.
3. Onderzoek de banden, velgen en wieldoppen op schade om latere klachten van voertuigeigenaren te
voorkomen.
4. Verwijder de geplaatste wieldoppen om schade te voorkomen.
5. Open een wielklem en plaats deze voor een wiel.
6. Schuif de wielklem naar het midden van het voertuig en beweeg de twee armen van de wielklem
links en rechts voorbij aan het wiel. (Let erop dat u nog de dorpels van het voertuig, spatborden, bumpers of
andere carosseriedelen aanraakt).
7. Druk de armen van de wielklem tegen het wiel zodat deze tegen het loopvlak van het wiel liggen
en de lussen aan het onderste uiteinde van de armen zich achter de band bevinden. Controleer of de lussen
correct zitten om te voorkomen dat deze tegen het loopvlak of de velg aan liggen. Anders bestaat het
gevaar op beschadigingen.