24
NEDERLANDS
Aansluiting van de pompen
De pompen worden ter plaatse volgens het bedradingsschema
(bijlage) op de besturing aangesloten. De drie-fasenpompen
worden beschermd door een overstroombeveiliging of motor-
beveiligingsschakelaar, ingesteld op nominale 10%.
Wikkelthermostaten
LET OP!
In aanvulling op de overstroombeveiliging of motor-
beveiligingsschakelaar moeten de in de motorwikkelingen
ingebouwde thermostaten op de besturing (klemmen 30/32)
worden aangesloten.
De thermostaatcontacten zijn geschikt voor maximaal
250V/1,2A (cos phi 0,6) en aansluitmatig met 30 en 32 aan-
geduid. Bij het bereiken van de reactietemperatuur wordt de
motor uitgeschakeld via het 230V-stroomcircuit. Na afkoeling
van de wikkeling vindt een zelfstandige herinschakeling van de
pomp plaats.
Aansluiting van de niveausensor
De niveausensor wordt ter plaatse volgens het bedradings-
schema (bijlage) op de besturing aangesloten.
Het uitschakelpunt is af fabriek ingesteld. Het inschakelpunt
moet voorafgaande elke installatie afzonderlijk worden inge
-
steld. De andere schakelpunten voor alarm (+ 2 cm) en piekbe-
lasting (+4 cm) worden door de besturing dienovereenkomstig
automatisch ingesteld.
Inschakelniveau vastleggen
De hand-0-automatische-schakelaar op "0" zetten. Het instel-
len van het inschakelpunt vindt plaats in de module "Analoge
detectie-eenheid" (Analogauswerter) aan de rechterzijde in de
besturing. Verwijder tijdelijk het transparante deksel van de
module. Vul het verzamelreservoir tot het gewenste inschakel-
niveau (hoogstens tot aan de onderkant van de toevoer) met
water.
Op de analoge detectie-eenheid bevinden zich drie ledjes die
P1 - P2 - P3 worden genoemd. Alleen P2 mag branden, als P3
brandt moet er worden bijgeregeld:
Draai de kleine stelschroef onder P1 één tot twee slagen met
de klok mee. Nu de vlotter in het reservoir onder het uitscha-
kelpunt duwen en weer naar boven laten komen. Brandt P3 nog
steeds, dan draait u de stelschroef nog een slag met de klok
mee en duwt u de vlotter weer onder.
Deze procedure herhalen tot P3 niet meer brandt, vervolgens
draait u de schroef tegen de klok in zachtjes terug, tot P3 net
weer gaat branden. Het inschakelpunt is ingesteld.
Alarminstallatie
Storingsmeldingen vinden zowel visueel als akoestisch plaats.
De standaard elektriciteitsnetafhankelijke alarminstallatie
meldt motorstoringen van de pomp (rood ledje). Tegelijkertijd
klinkt een geïntegreerd akoestisch alarm. Dit akoestisch sig-
naal kan alleen door het opheffen van de storing of algemeen
worden uitgeschakeld.
Staat de montageplaats geen akoestische controle van de
storingsmelding toe, dan kan het alarm via de potentiaalvrije
contacten (klemmen 40 en 41) op de printplaat worden verder-
geleid. De aansluitkabel mag max. 250 m lang zijn, bij een door
-
snede van 0,75 mm². Het werkcontact voor een algemene sto-
ring is met max. 5A / 250V AC belastbaar. Het contact opent
zich na het opheffen van de storing.
Accu voor alarminstallatie (accessoire)
De alarminstallatie is standaard afhankelijk van het elektrici
-
teitsnetwerk - dat wil zeggen in het geval van een stroomsto-
ring kan er geen hoogwateralarm worden geactiveerd. Om de
alarminstallatie ook tijdens een stroomstoring operationeel
te houden, moet een accu worden gebruikt. Doorzichtige klep
openen. Accu op de aansluitklem aansluiten en op de daarvoor
bestemde plaats op de printplaat met de aanwezige kabelbin-
ders vastzetten. Deze accu kan de alarminstallatie bij continue
alarm ongeveer 1 uur van stroom voorzien.
Als de netspanning terugkeert, wordt de accu automatisch
weer opgeladen. Een ontladen accu is binnen 24 uur weer be-
drijfsklaar, volledige oplading wordt na ongeveer 100 uur be
-
reikt.
De werking van de accu regelmatig controleren! Voor dit doel
de stroom uitschakelen en een hoogwateralarm activeren. De
geluidssterkte van het akoestische alarm mag gedurende en-
kele minuten niet merkbaar afnemen. De levensduur bedraagt
ongeveer 5 jaar. Plaatsingsdatum op de accu noteren en uit
voorzorg na 5 jaar vervangen.
VOORZICHTIG!
Alleen de 9V-NiMh-accu van fabrikant gebruiken! Bij gebruik
van droge batterijen of Lithium accus bestaat ontploffingsge
-
vaar.
Bedrijfsurenteller
Optioneel kan een bedrijfsurenteller in de besturing worden
geplaatst. Daartoe de aansluitingen van de bedrijfsurenteller
tot ongeveer 8 mm inkorten en op de printplaat op plaats A2 in
de 4 bussen steken. Als er na het opnieuw inschakelen van de
installatie geen melding plaatsvindt, moet de bedrijfsurentel
-
ler 180° worden gedraaid.
Interne alarmzoemer uitschakelen
De verzegelde jumper (BRX) lostrekken. Om de jumper niet kwijt
te raken, deze weer vaststeken op een pen van de 2-penscon-
nector.
Externe alarmzoemer
Doorzichtige klep van de besturing openen.
Op de klemmen "S+" en "S-" kan een aparte extra akoestische
12 VDC-signaalgever met een maximale stroomopname van
30 mA worden aangesloten. De interne alarmzoemer kan naar
keuze worden in- of uitgeschakeld.
Proefdraaien en functioneringstest
LET OP!
Eerst alle klemmen en flensverbindingen vastdraaien.
1. Reinigingsdeksel op het reservoir openen.
2. Afsluiter in de toevoer- en drukleiding openen.
3. Installatie onder spanning zetten, draaiveldrichtingsindica-
tie in acht nemen.
4. Het reservoir tot het inschakelniveau vullen.
5. De pomp schakelt zichzelf nu in en leegt het reservoir.
Pompproces door de reinigingsopening observeren.
6. Vlotter van de niveauschakeling met de hand langzaam bo-
ven het inschakelpunt tillen totdat het alarm wordt geacti-
veerd.
7. Reinigingsopening weer met het deksel en de afdichting
sluiten.
8. Door een aantal keren te schakelen de dichtheid van het
reservoir, de aansluitingen en de pijpleidingen controleren.
Summary of Contents for COMPLI 15100/2 B5
Page 2: ...2 ...
Page 43: ...43 compli 1500 ...
Page 44: ...44 compli 2500 ...
Page 45: ...45 ...
Page 46: ...46 ...
Page 50: ...50 BS 1016 PD BS 1620 PD ...
Page 51: ...51 BS 1016 PD BS 1620 PD ...
Page 52: ...52 Main switch BS 2532 PD ...
Page 53: ...53 pot free contact optional YE YE GN YE GN GN RD RD BS 2532 PD ...