Otto Bock 10V38, Instructions For Use Manual

Page: 47 / 64

Ottobock | 47
Houd er rekening mee dat de kabel bij het vastschroeven uit elkaar
kan draaien (afb. 5). De kabel moet recht door het polsscharnier
lopen, zodat hij niet beschadigd kan raken (afb. 6).
Schuif de kabelafdichting op de vierpolige kabel (afb. 7) en druk de kabel-
afdichting in de plaat van de MyoWrist Transcarpal (afb. 8).
De kabel mag niet strak gespannen zijn, omdat er door de flexie
van het scharnier extra kabellengte nodig is. De kabelafdichting
fungeert behalve als afdichting ook als trekontlasting voor de kabel.
Voor reparatiewerkzaamheden moet er bovendien voldoende kabel
in de buis overblijven.
Monteer de Transcarpaalhand 8E44=* op de MyoWrist Transcarpal 10V38=*
zonder de moeren te borgen met Loctite (afb. 3).
Bepaal hoe lang de kabel moet zijn door deze bij wijze van proef naar de
besturingselektronica van de Transcarpaalhand 8E44=* te leiden (afb. 11).
Markeer de benodigde lengte. Haal de Transcarpaalhand 8E44=* van het
polsscharnier af en snijd de kabel op maat (afb. 10).
Verwijder ca. 2 mm van de kabelisolatie en vertin de kabeladers (afb. 12).
Soldeer de vierpolige kabel vast aan de aansluitstrip (afb. 13).
Polariteit van de kabel
De afstanden tussen de buscontacten onderscheiden zich in die
zin, dat één van de buscontacten een grotere afstand tot de andere
heeft dan de andere drie. Soldeer de buitenste grijze kabelader van
de vierpolige kabel vast aan dit contact (afb. 13, pijl). Controleer of
de soldeerverbindingen in orde zijn!
Monteer de Transcarpaalhand 8E44=* op de in gebruiksaanwijzing 647H398
aangegeven wijze op de plaat van de MyoWrist Transcarpal 10V38=*. Borg
de moer met 636K12 Loctite 245. Leid de kabel op de juiste manier naar de
besturingselektronica (afb. 14)!
Trek de systeem-binnenhand over de Transcarpaalhand en fixeer de hand
met de borgring.