NL
Deze handleiding voor de montage, de bediening en het onderhoud dient zolang te worden bewaard als de deur gebruikt wordt!
4
13
•
Montagehandleiding
Voor de montage a.u.b. zorgvuldig lezen!
Montagevoorbereiding
6
Vereiste gereedschappen
Let op
Omvang van de levering
Overzicht
Looprail
7
Met de montage mag uitsluitend gekwalificeerd
montagepersoneel worden belast!
Een foutieve montage kan gevaar voor de veiligheid
van personen betekenen!
Door een ondeskundig doorgevoerde montage
vervalt de aansprakelijkheid van de fabrikant.
1. Voor de aansluiting op het net moet door de
o p d r a c h t g e v e r e e n a a r d i n g s c o n t a c t
geïnstalleerd zijn - de meegeleverde kabel voor
de netaansluiting heeft een lengte van 80 cm.
2. Controleer de stabiliteit van de deur. Schroeven
en moeren aan de deur natrekken.
3. Controleer de juiste deurloop. Assen en lagers
smeren. Veervoorspankracht controleren,
eventueel laten corrigeren.
4. Bepaal het hoogste punt van de loopbaan van
de deur (zie afbeelding ).
5. Deur sluiten en vastzetten. Vervolgens
aanwezige deurvergrendelingen buiten werking
zetten, eventueel demonteren.
Onderdelen van vergrendelingen die
gevaarlijke schaar- of knelpunten
kunnen vormen, moeten
gedemonteerd worden.
6. Bij garages zonder tweede ingang is een
noodontgrendeling (toebehoren) vereist.
7. Als de garagedeur is voorzien van een klinket,
monteer dan het loopdeurcontact.
8. Gloeilamp in de aandrijving plaatsen en met
2 schroeven 4,2 x 50 bevestigen.
- boormachine met
10 mm steenboor
4 mm metaalboor
- metaalzaag
- schroefsleutel sleutelwijdte 10, 13 en 17 mm
- sleufschroevendraaier, breedte 3 mm
- kruiskopschroevendraaier 2 x 100
- waterpas
: Controleer voor het gebruik of de
meegeleverde schroeven en pluggen geschikt zijn
voor de specifieke voorwaarden ter plaatse.
1. Aandrijfkop
2. Kettingtandwiel
3. Looprail, aandrijfzijde
4. Loopwagen
5. Tandriem of ketting.
6. Keerrol
7. Koppeling
8. Looprail, deurzijde
9. Spaninrichting
10. Muurbevestiging
11. Deurconsole
12. Duwstang
13. Middenstuk
14. Zakje met schroeven
15. Handzender
16. Plafondbevestiging
17. Telescoopconsole voor sectiedeuren
(Toebehoren)
Verwijder de verpakking en klap de looprail over de
hele lengte uit. Schuif de koppeling ( ) in het
midden over de stootkant.
Bevestiging looprail / aandrijfkop
2
Plaats de looprail (als op de afbeelding
weergegeven) met het kettingritsel ( ) op de
0
1
2
3
4
aandrijfas (
) en schroef de looprail vast met de
plaatschroeven 8 x 16.
1a
Montage van de deurconsole
11
17
Montage van de muurbevestiging
x
x
11
a
x
10
a + x
Bevestiging van de looprail aan het plafond
13
8
7
Plafondbevestiging
10
Let op
Verbinding deurconsole - loopwagen
12
4
11
Loopwagen ontgrendelen
4
Let op
a
b
a
De meegeleverde deurconsole is geschikt voor
alle sectiedeuren van het type iso20. Plaats de
deurconsole ( ) in het midden op de bovenkant van
het deurblad. Montageboringen aftekenen en met
een metaalboor 4 mm voorboren (max. boordiepte
10 mm) c.q. voorhanden boringen gebruiken.
Console met de meegeleverde plaatschroeven
6,3 x 16 (4 à 6 stuks- overheaddeur, 6 stuks - ISO20)
vastschroeven.
Bij andere sectiedeuren dient de,
telescoopconsole (
) te worden gebruikt
(toebehoren).
De afstand
moet groter zijn dan 20 mm zodat de
deur vrij onder de looprail door kan lopen. Kies de
afstand
dusdanig dat de hoek van de schuifstang
niet groter wordt dan 45° (zie afbeelding
). Het
hoogste punt van de loopbaan van de deur dat bij
de voorbereiding van de montage is berekend, wordt
plus afstand
overgedragen op de latei.
Muurbevestiging (
) in de totale hoogte (
)
verticaal boven het deurconsole houden en de
montageboringen aftekenen. Met 10 mm steenboor
gaten voor pluggen boren en muurbevestiging
vastschroeven.
Monteer het middenstuk (
) aan de looprail ( ) voor
de koppeling ( ).
Plaats de gemonteerde aandrijving in de richting van
d e d e u r e n s c h r o e f h e m v a s t m e t d e
muurbevestiging (
). Aandrijving omhoog tillen,
beveiligen en dusdanig richten dat de looprail
horizontaal en evenwijdig tussen de deurlooprails
doorloopt.
Lengte van de plafondbevestiging voor de
aandrijfkop en middenstuk berekenen, eventueel
met een zaag inkorten en vastschroeven.
: Bescherm rail en aandrijfkop voor de
boorwerkzaamheden tegen boorstof.
Bevestigingspunten aan het plafond aftekenen,
1 0 m m g a t e n v o o r p l u g g e n b o r e n e n
plafondbevestigingen vastschroeven.
Doorhangende tandriemen c.q. ketting
eventueel lichtjes naspannen. Eventueel moeten de
plafondbevestigingen worden aangepast.
Duwstang (
) tussen de loopwagen ( ) en de
console ( ) plaatsen en aan weerszijden met
bouten verbinden. Bouten van borgklemmen
voorzien.
Voor nadere werkzaamheden kan de verbinding
tussen deur en aandrijving d.m.v. de trekknop aan
de loopwagen ( ) worden ontgrendeld en de deur
handmatig worden bediend.
: Indien de deur voor een langere periode
moet worden bediend, ga dan als volgt te werk:
neem de vergrendelingshevel uit de parkeerpositie
( ) links en steek deze bij getrokken trekknop in de
veerqrendelpositie ( ).
Ga als volgt te werk voor een opnieuw vergrendelen:
plaats de arreteerstift weer in de linker
parkeerpositie ( ) en verbind deur en aandrijving
met elkaar. Loopwagen haakt bij de volgende
beweging automatisch weer in.
5
5a
5b
6
7
8
9
10
11
12
Richten van de antenne / aansluitschema
Aanwijzingen:
13b
13b
13c
13d
13e
13f
13g
13h
Impulsgever en extern beveiliginger
13
Demontage van de aandrijving
Trek voor het openen van de kap
eerst de stekker uit het stopcontact!
potentialvrije
Voor de eerste inbedrijfstelling
dient de aandrijving te worden
gecontroleerd op het juiste en veilige
functioneren
E. Aansluiting voor de antenne
Leid de antenne aan de uitgang van de kast
naar boven toe. Bh gebruik van een externe
antenne dient de afscherming op de ernaast
liggende klem worden gelegd (F, rechts)
.
F. Aansluiting voor een externe impulsgever
(Toebehoren, bv. sleutel- of codeschakslaar)
G.Ingang STOP A
Als deze ingang wordt onderbroken, stopt de
aandrijving c.q. wordt een aanlopen voorkomen.
Aansluiting voor loopdeurcontact
(accessoires)
H. Ingang STOP B
Als deze ingang wordt onderbroken, draait de
aandrijving direct om en de deur wordt gesloten.
Aansluiting voor 2-draads fotocel EXTRA 626
(accessoires).
Aansluiting voor optische sluitkantbeveiliging
OSE
(accessoires).
I Stroomtoevoer 24 V DC , max. 100 mA
Aansluiting voor 24 V signaleringslamp
(accessoires).
Aansluiting voor externe ontvanger
.
J Insteekvoetje voor draadloze ontvanger.
K Aansluiting voor een externe randgeaarde
verlichting of signaallamp (beveiliging
klasse II, max. 500 W)
.
Voor een hogere mate van beveiliging van personen
adviseren wij naast de interne krachtbegrenzing van
d e a a n d r i j v i n g d e i n s t a l l a t i e v a n e e n
eenrichtingsfotocel (zie aansluitschema afbeelding
(I) (H)). Voor nadere informatie over toebehoren
zie a.u.b. onze documentatie. Vraag er naar in de
vakhandel.
1. Trek de stekker uit het stopcontact en klem alle
aansluitingen af.
2. Verbreek de verbinding tussen deur en
aandrijving en zet de deur vast.
3. De werkzaamheden die in de
montagevoorschriften onder punt 3 tot 13
zijn genoemd,worden in omgedraaide
volgorde doorgevoerd.
Klem geen spanningvoerende leidingen
aan, sluit uitsluitend
toetsen en potentiaalvrije
relaisuitgangen aan. Plaats de
afdekkap na de werkzaamheden
weer terug en schroef hem vast.
(zie onderhoud / inspectie).
P Aansluiting voor Mobility Module (accessoires).
De sticker aan de binnenzijde van de deur op een
goed zichtbare plaats aanbrengen.
•
•
Waarschuwingsplaat
13
