VAC 20
207
NL
Stop de vacuümunit. Dicht de leiding aan de inlaatzijde of “aanzuigzijde” volledig af. Doe
niets aan de uitlaat. start de unit.
De luchtstroom door de ventilator is nu nul en de PLC stroomregelkring detecteert dat
de motorstroom onder de instelpunt-waarde is en initieert dat de ASC PLC de demper
gaat openen. De demper begint met tegen de klok in te draaien “De klep openen” en laat
bypass-lucht in de ventilator.
De motorstroom wordt langzaam groter en wanneer de stroom binnen ± 5% van het
instelpunt is, stopt de dempermotor.
Verwijder de afdichting van de leiding om langzaam de luchtstroom te vergroten en let op
het stijgen van de motorstroom. Wanneer de stroom meer dan 5% hoger wordt dan het
instelpunt van de motorstroom, initieert de ASC PLC het sluiten van de demper en gaat de
demper tegen de klok in draaien “De klep sluiten”. Dit reduceert de bypass-luchtstroom in
de ventilator totdat de demper volledig gesloten is.
Tenslotte moet de werking van de ASC-functie gecontroleerd worden door langzaam de
afsluiting/restrictie van de luchtstroom in de inlaatleiding te sluiten en te openen.
7.2.5
De antipiekcontrole afstellen met de optionele adaptorset
LET
OP! Als de VAC wordt geregeld door het HV-bedieningspaneel is de testprocedure
hetzelfde, alleen worden de afstellingen in de PLC in het HV-bedieningspaneel gedaan.
Kijk in de handleiding van het HV-bedieningspaneel voor meer informatie.
Merk op dat de I
e
-draaiknop (de bovenste draaiknop) onderverdeeld is van 10 tot
100%. De huidige omvormereigenschappen en de bekabeling van de omvormer naar de
stroomdetectierelais, maken de schaalverdeling van de schaal gelijk aan 10–100 A.
stop de vacuümunit. De leidingen moeten volledig verzegeld worden met alle uitlaten
gesloten. Sluit de stofcollectorinlaat met een harde plaat indien er geen garantie is dat de
leidingen gesloten zijn.
Controleer de instellingen van de stroomdetectierelais volgens afbeelding 18. Zorg dat
de schuifschakelaars aan de onderkant van de relais ingesteld zijn volgens de afbeelding.
In afbeelding 18 staat hoe de relais losgemaakt moet worden van de DIN-rail met een
schroevendraaier. Alle relaisinstellingen met uitzondering van I
e
% moeten ingesteld
worden op nul. Stel I
e min
zo laag mogelijk en I
e max
zo hoog mogelijk in.
Schakel de hoofdschakelaar van de start- en regeleenheid in, maar start de vacuümunit
niet. De groene LED's gemarkeerd met U
N
op beide relais gaan branden, evenals de gele
LED (Light Emitting Diode) gemarkeerd met R op MIN.
Start de vacuümunit. U hoort het kenmerkende pompgeluid. De gele LED mag niet gaan
branden. Verhoog I
e min
langzaam totdat de gele LED gaat branden. De klep binnenin de
vacuümunit gaat een beetje open en de gele LED gaat opnieuw uit. Herhaal totdat de
vacuümunit vlot loopt zonder pompen. Voor grote units (30 kW of meer) treedt dit op
dicht bij het punt waar de klep volledig open is en de gele LED niet uit gaat wanneer I
e min
verhoogd wordt tot voorbij een bepaald punt. Voor een dergelijke unit dient u I
e min
zodanig
in te stellen dat de LED continu brandt, niet hoger. De afbeeldingen in
‘Tabel 7-1: Richtlijnen
Ie min voor 3×400 V’
kunnen als richtlijn gebruikt worden voor 3×400 V.
Tabel 7-1: Richtlijnen I
e min
voor 3×400 V
Motor, kW
hp
I
e min.
, A
22
30
25
30
40
32
37
50
33
45
60
33
Voor andere aansluitspanningen dient u een ruwe I
e min
instelling als volgt te berekenen:
•
400/feitelijke spanning × (I
e min
voor 400 V).
Summary of Contents for VAC 20
Page 2: ...VAC 20 2 ...
Page 8: ...VAC 20 8 Figures 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 1 1 2 4 3 ...
Page 9: ...VAC 20 9 1 2 3 4 7 11 10 5 6 8 9 5 ...
Page 12: ...VAC 20 12 35 ml ATF 70 85 mm X U1 V1 W1 W2 U2 V2 X 9 11 10 10mm 0 39 12 13 1 6 7 5 4 3 2 ...
Page 13: ...VAC 20 13 14 15 16 ...
Page 88: ...VAC 20 DE 88 ...
Page 327: ......
Page 328: ...www nederman com ...