VAC 20
205
NL
6.1.4
Persluchtinstallatie
Vereisten
Voor luchtverbruik, kwaliteit en maximum- en minimumdruk, raadpleegt u
‘Tabel 3-1:
Technische gegevens’
.
LET
OP! Het opgegeven luchtverbruik van de unit is beperkt tot de korte werking van de
opstartklep.
Aangezien nieuwe buizen mogelijk vuil, deeltjes of afval kunnen bevatten, moet de
persluchtleiding schoon geblazen worden voordat u de VAC 20 aansluit.
De meegeleverde persluchtfilter moet geïnstalleerd worden om de betrouwbare en veilige
bediening van de unit te garanderen. Er moet een hoofdpersluchtklep geïnstalleerd worden
die de resterende druk van de unit ventileert, zie afbeelding 5 item 16.
LET
OP! Neem de nodige maatregelen om te voorkomen dat water of vocht in de
perslucht terechtkomt wanneer de unit in koude omgevingen geplaatst wordt.
LET
OP! Wanneer antivriesadditieven gebruikt worden dient u deze voortdurend te
gebruiken. Wanneer het antivriesmiddel eenmaal is toegevoegd, kan het verwijderen
ervan storing veroorzaken van de pneumatische componenten.
Installatie
Maak een persluchttoevoer naar de inlaat, zie afbeelding 5.
7
Gebruik van de VAC 20
7.1
Voor het opstarten
De vacuümunit en alle hulpopties werden getest voor levering en al hun functies werden
gecontroleerd. Bij iedere unit wordt een testrapport bijgesloten.
Controleer het volgende vóór de eerste inbedrijfstelling:
•
De onderhoudsschakelaar is geïnstalleerd (indien gebruikt).
•
De installatieruimte heeft ventilatie-openingen (indien binnenshuis gebruikt). Zie
‘6.1.1 Installatie binnenshuis’.
•
Stofcollector, leiding en kleppen op de werklocaties zijn aangesloten.
•
Afvoerlucht wordt weggeleid van de installatie (bij gebruik binnenshuis).
•
Zorg ervoor dat de uitlaatleiding beschermd is tegen regen en sneeuw.
•
Zorg dat de uitlaatleiding een rooster heeft zodat er geen vreemde objecten in de
leiding kunnen komen.
•
De persluchttoevoer is permanent voorzien.
•
Alle elektrische aansluitingen werden correct uitgevoerd zoals in afbeeldingen 6-7.
•
Bij Nederman start- en regeleenheden zijn de klemmen aangesloten terminals en in
sommige gevallen zijn de aansluitingen doorverbonden. Controleer ten opzichte van
de aansluitschema's.
•
De kabel controlelampsignaal van alle kleppen is gekoppeld aan de start- en
regeleenheid op units met automatische start/stop.
•
Antipiekcontrole: De huidige omvormer is aangesloten op de relaiskast.
Summary of Contents for VAC 20
Page 2: ...VAC 20 2 ...
Page 8: ...VAC 20 8 Figures 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 1 1 2 4 3 ...
Page 9: ...VAC 20 9 1 2 3 4 7 11 10 5 6 8 9 5 ...
Page 12: ...VAC 20 12 35 ml ATF 70 85 mm X U1 V1 W1 W2 U2 V2 X 9 11 10 10mm 0 39 12 13 1 6 7 5 4 3 2 ...
Page 13: ...VAC 20 13 14 15 16 ...
Page 88: ...VAC 20 DE 88 ...
Page 327: ......
Page 328: ...www nederman com ...