onmogelijk maken. Storingen worden b.v. door
transformatoren, sterkstroomleidingen, fluores-
centielampen met conventioneel voorschakel
-
apparaat en gegevensinvoerbussen veroorzaakt.
2. Behalve magnetische storingsvelden kan een
inductieve geluidsinstallatie b.v. ook door vloeren
in gewapend beton of door vloerverwarming met
koperen leidingen worden gestoord. Ook hier
breidt het magnetische veld zich niet gelijkmatig
uit en is het gebruik van een inductieve geluidsin-
stallatie in extreme gevallen niet mogelijk. Indien
de storingen die door het gewapende beton wor-
den veroorzaakt, niet te groot zijn, dan kunt u de
frequentiecurve aanpassen met behulp van de
functie METAL LOSS CORRECTION (zie hoofd-
stuk 6.3).
3. Indien een inductielus in buizen wordt voorzien,
zorg dan dat deze uit kunststof zijn vervaardigd;
metalen buizen kunnen magnetische veld van de
lus immers in hoge mate nadelig beïnvloeden.
5.1 Inductielus
Met de lusversterker kunnen inductieve geluidsin-
stallaties voor een oppervlakte van max. 200 m
2
(LA-200) resp. 400 m
2
(LA-400) worden gereali-
seerd. De lus wordt rond het geluidsgebied gelegd.
De afstand tot de oorhoogte moet ca. 1 m bedragen.
Vermijd dat de lus op verschillende hoogten wordt
gelegd. Als inductielus dient een gewone leiding.
Indien de plaatselijke omstandigheden een recht-
hoekige plaatsing van de lus niet toelaten, dan is
een speciaal lusontwerp noodzakelijk dat door een
deskundige moet worden berekend.
Nadat de afmetingen van de inductielus zijn vast-
gelegd, berekent u de kabeldoorsnede en de be -
nodigde lusstroom:
5.1.1 Kabeldoorsnede
De weerstand van de lus moet in een bereik tussen
0,2 Ω en 2 Ω liggen. Nadat de lengte van de lus
gemeten werd, berekent u de kabeldoorsnede. Uit
de figuren 5 en 6 kunt u voor de vastgelegde kabel-
lengte de nodige doorsnede aflezen:
Figuur 5
vereiste kabeldoorsnede voor de inductielus
Figuur 6
minimale en maximale luslengte bij bepaalde kabel-
doorsneden
Voor de berekening van de lusweerstand (R) [mate-
riaal: koper] kan ook de volgende formule worden
ge bruikt:
l l Ω × mm
2
R = ×
ρ
cu
= × 0,01786
A A m
A =
kabeldoorsnede in in mm
2
l =
luslengte in m
ρ
cu
= specifieke weerstand van koper
0,01786 Ω × mm
2
/m
5.1.2 Lusstroom
De grootte van de lusstroom is afhankelijk van de
omvang en de zijdeverhoudingen van de lus. Met
deze waarden kunt u de benodigde lusstroom uit de
figuur 7 aflezen.
Figuur 7
Piekstroom in de inductielus
Voorbeeld (zie ook figuur 3):
lusbreedte A = 10 m
luslengte B = 20 m
lusbreedte 10 m
Zijdeverhouding = = = 0,5
luslengte 20 m
Een lusbreedte van 10 m en een zijdeverhouding
van 0,5 resulteert volgens figuur 7 in een piekstroom
van 4,9 A in de lus.
5.1.3 Aansluiting van de inductielus
De lusversterker moet buiten de lus staan (figuur 3
en 4).
1) Rol het kabelgedeelte op tussen de versterker en
de lus (zie figuur 3).
2) Alvorens de inductielus op de versterker aan te
sluiten, voert u met een ohmmeter een controle
uit om te garanderen dat de lus niet met de aard -
ing is verbonden.
3) Sluit de kabeleinden van de lus aan op de klem-
men LOOP OUTPUT (11) aansluiten.
6
8
8
10
12
14
16
18
4
7
6
5
4
3
2
1
20
9
10
0,25
0,5
0,75
1,0
lusbreedte [m]
zijdeverhouding
piekstroom
[A]
kabeldoorsnede in mm
2
0,5
0,75
1,0
1,5
2,5
kabel -
lengte
min. bij 0,2
Ω
max. bij 2,0
Ω
6 m
56 m
9 m
84 m
12 m
110 m
17 m
168 m
28 m
280 m
0,25
0,5
0,75
1,0
1,25
1,5
1,75
2,0
2,25
2,5
2,75
3,0
25
50
75
100
kabeldoorsnede [mm
2
]
kabellengte [m]
max. lusweerstand
2
Ω
min. lusweerstand
0,2 Ω
toegelaten bereik
pueden hacerlo imposible. Las interferencias es -
tán causadas, p. ej., por transformadores, cables
de alta potencia, lámparas fluorescentes con
bobina de reactancia estándar y cables de datos.
2. Además de ruidos de campos magnéticos, tam-
bién pueden producirse interferencias en un sis-
tema de reproducción de sonido inductivo p. ej.
debido a suelos de hormigón armado o a la cale-
facción bajo pavimento con cables de cobre. En
este caso, también, el campo magnético no se
propaga de manera igual y en casos extremos la
utilización de un sistema de reproducción de
sonido inductivo no es posible. Si la interferencia
causada por hormigón armado no es demasiado
extensa, la respuesta de frecuencia puede adap-
tarse correspondientemente mediante la función
METAL LOSS CORRECTION (vea cap.6.3).
3. Cuando pone el loop de inducción en tubos,
estos deben estar hechos de plástico ya que los
tubos metálicos pueden dañar fuertemente el
campo magnético del loop.
5.1 Loop de inducción
El amplificador loop permite realizar sistemas de
reproducción de sonido inductivos en un área de
hasta 200 m
2
(LA-200) o 400 m
2
(LA-400). El loop
está puesto en el borde del área de reproducción de
sonido. La distancia de nivel de escucha debería ser
de aprox. 1 m. Debería evitarse poner el loop a dife-
rentes alturas. Un cable básico sirve como loop de
inducción.
Si las condiciones locales no permiten poner el
loop como rectángulo, va a necesitar un diseño espe-
cial de loop y este debe calcularse por un experto.
Después de haber definido las dimensiones del
loop de inducción, calcule la sección transversal del
cable y la corriente loop requerida:
5.1.1 Sección del cable cruzado
La resistencia del loop debe ser de entre 0,2 Ω y 2 Ω.
Después de haber medido la longitud del loop, deter-
mine la sección de cable cruzado. La sección de
cable cruzado requerida para una longitud de cable
definida puede sacarse de los esquemas 5 y 6:
Esquema 5
Sección de cable cruzado requerida para el loop
de inducción
Esquema 6
Longitudes mínimas y máximas del loop en ciertas
secciones de cable cruzado
Para el cálculo de resistencia loop (R) [material:
cobre] siga también la fórmula a utilizar:
l l Ω x mm
2
R = ×
ρ
cu
= × 0,01786
A A m
A =
sección de cable cruzado en mm
2
l =
longitud loop en m
ρ
cu
= resistencia específica del cobre
0,01786 Ω × mm
2
/m
5.1.2 Corriente loop
La altura de la corriente loop depende de la talla y
del índice anchura-longitud del loop. Con estos
valores la corriente requerida por el loop puede
sacarse de la esquema 7.
Esquema 7
Corriente pico en el loop de inducción
Ejemplo (también vea esquema 3):
Anchura loop A = 10 m
Longitud loop B = 20 m
anchura loop 10 m
Indice = = = 0,5
longitud loop 20 m
Con una anchura loop de 10 m y un índice anchura-
longitud del loop de 0,5, una corriente pico de 4,9 A
resulta en el loop.
5.1.3 Conexión del loop de inducción
El amplificador loop debe estar fuera del loop
(esquemas 3 y 4).
1) Gire la sección del cable entre el amplificador y el
loop (vea esquema 3).
2) Antes de que el loop de inducción se conecte al
amplificador, compruebe con un ohmmetro que
el loop no está puesto a tierra.
3) Conecte las terminales del cable del loop a las
terminales LOOP OUTPUT (11).
6
8
8
10
12
14
16
18
4
7
6
5
4
3
2
1
20
9
10
0,25
0,5
0,75
1,0
Anchura loop [m]
índice anchura-longitud
corriente pico
[A]
Sección de cable cruzado en mm
2
0,5
0,75
1,0
1,5
2,5
Longitud
loop
min. a 0,2
Ω
max. a 2,0
Ω
6 m
56 m
9 m
84 m
12 m
110 m
17 m
168 m
28 m
280 m
0,25
0,5
0,75
1,0
1,25
1,5
1,75
2,0
2,25
2,5
2,75
3,0
25
50
75
100
Sección de cable cruzado [mm
2
]
longitud de cable
[m]
resistencia loop máx. 2
Ω
resistencia loop
min. 0,2 Ω
alance admisible
18
E
NL