11
nl
4. Installeren van de koelstofleidingen
5. Installatie van Draineerbuizen
Aansluiting van de draineerleidingen van het buitenapparaat
Wanneer een afvoerleiding benodigd is, moet u een aftapbus of een afvoervat (optioneel) gebruiken.
4.7. Voorzorgen bij gebruik van bestaande R22-koelstofpijpen
• Raadpleeg het stroomschema hieronder om te bepalen of de bestaande pijpen kunnen worden gebruikt of het gebruik van een filterdroger vereist is.
• Als de diameter van de bestaande pijpen afwijkt van de specificaties, raadpleeg dan de technische gegevens om te controleren of de pijpen kunnen worden gebruikt.
Meet de dikte van de bestaande pijpen en
controleer deze op beschadigingen.
De dikte van de bestaande pijpen voldoet aan de
specificaties en de pijpen zijn niet beschadigd.
De dikte van de bestaande pijpen voldoet niet
aan de specificaties of de pijpen zijn beschadigd.
Controleer of de bestaande airconditioner werkt.
Laat het koelsysteem ongeveer 30 minuten
werken en win vervolgens de koelstof terug.
Koppel de bestaande airconditioner los van de
pijpen.
De bestaande pijpen kunnen niet worden
hergebruikt.
Gebruik nieuwe pijpen.
Sluit de nieuwe airconditioner aan
Test op luchtdichtheid, ontlucht het systeem,
vul koelstof bij (indien nodig) en controleer op
gaslekkage.
* Als de bestaande airconditioner niet werkt,
maak dan gebruik van een terugwinapparaat
voor het terugwinnen van de koelstof.
* Reinig de pijpen voor ZM200, 250/M200, 250-
modellen als er bestaande pijpen zijn gebruikt
voor gas-op-olie-verwarmingspompsystemen.
Terugplaatsing
* Raadpleeg 7.2.
4.8. Voor twee-/drie-/viervoudige combinaties (Fig. 4-10)
• Indien dit apparaat wordt gebruikt als een MULTI-SPLIT-apparaat, brengt u de
koelvloeistofpijpen aan met de beperkingen zoals aangegeven in de linkeraf-
beelding. Indien de beperkingen worden overschreden, of als er combinaties van
binnen- en buitenapparaten zijn, verwijzen wij u voor installatiedetails naar de
installatieaanwijzingen voor het binnenapparaat.
Buitenapparaat
Toegestane totale
pijplengte
A+B+C+D+E
A+B of A+C
of
A+D or A+E
Pijplengte zonder
vulling
A+B+C+D+E
ZM200
ZM250
100 m of minder
100 m of minder
30 m of minder
M200
M250
70 m of minder
70 m of minder
30 m of minder
Buitenapparaat
| B-C | of | B-D | of
| B-E | of | C-D | of
| C-E | of | D-E |
Aantal bochten
ZM200, 250
8 m of minder
Maximaal 15
A
Binnenapparaat
B
Buitenapparaat
C
Meervoudige verdeelpijp (optie)
D
Hoogteverschil (binnenappa-
raatbuitenapparaat) Max. 30 m
E
Hoogteverschil (binnenappa-
raatbuitenapparaat) Max.1 m
A: Hoofdpijpen
B, C, D, E: Verdeelpijpen
<Begrenzingen van de koelstofpijpinstallatie>
ZM200, 250 : A+B+C(+D)(+E)
[
100 m
M200, 250
: A+B+C(+D)(+E)
[
70 m
* “D” geldt voor drievoudig.
* “E” geldt voor viervoudig.
Fig. 4-10
ZM200, 250/M200, 250
Aftapbus
PAC-SG61DS-E
Afvoervat
PAC-SH97DP-E
GG79D020H02_04nl.indd 11
2019/12/06 17:16:13
061