Mitsubishi Electric CITY MULTI PUHY-P-YMF-B, Installation Manual

Page: 140 / 184

140
NEDERLANDS
Bedieningsprocedure
1
Schakel de hoofdnetvoeding tenminste 12 uur voor het proefdraaien in
→
De aanduiding “HO” verschijnt ongeveer twee minuten lang in het
display. De hoofdnetvoeding moet minimaal 12 uur lang aan blijven (met de carterverwarming ingeschakeld). Als er een transmissieversterker is
aangesloten, schakel de aanjaagvoeding hiervan dan in voordat u het buitenapparaat inschakelt.
2 Druk twee maal op de knop [PROEF DRAAIEN].
→
“TEST RUN” wordt afgebeeld op het weergavepaneel.
3
Druk op de selectieknop [KOELING/VERWARMEN].
→
Controleer of er lucht geblazen wordt.
4
Druk op de selectieknop [KOELING/VERWARMEN] om van koeling naar verwarming over te schakelen, en andersom.
→
Controleer of er warme
of koude lucht geblazen wordt.
5 Druk op de knop [WIND] aanpassen.
→
Controleer of de blaassterkte aangepast wordt.
6
Druk op de knop [OMHOOG/OMLAAG WIND] of [LOUVER] om het blazen te veranderen.
→
Controleer of het horizontaal of neerwaarts blazen aangepast kan worden.
7
→
Controleer of de ventilator van het binnenapparaat normaal functioneert.
8
Controleer of de aaneengekoppelde apparaten, zoals de ventilator, naar behoren functioneren.
9
Druk op de knop [AAN/UIT] om het proefdraaien te annuleren.
→
Systeem buiten werking.
OPMERKING 1: Wanneer een controlecode weergegeven wordt, of de afstandsbedieningseenheid niet naar behoren functioneert, zie pagina 141 en verder.
OPMERKING 2: Door de timer op 2 uur te zetten, stopt de test automatisch na 2 uur.
OPMERKING 3: Gedurende de test is op het gedeelte van tijdsweergave te zien hoe lang de test nog loopt.
OPMERKING 4: Gedurende de test wordt op de afstandsbedieningseenheid op het gedeelte van kamertemperatuur de temperatuur van de vloeistofpijp in het binnenapparaat weergegeven.
OPMERKING 5: Afhankelijk van het model kan er “Deze functie is niet beschikbaar” verschijnen op de afstandsbedieningseenheid, wanneer er op de knop [Wind] aanpassen gedrukt wordt. Dit is
evenwel geen storing.
12. Proefdraaien
12.1. Controles voor het proefdraaien
1 Kijk of er koelvloeistof lekt, of speling in de voedings- of transmissiekabel is.
2
Bepaal de weerstand tussen de het klemmenbord van de netvoeding en de aarde met een 500V-weerstandsmeter, en controleer of er meer dan
1,0 M
Ω
weerstand tussen zit. Wanneer het minder is dan 1,0 M
Ω
dient u het apparaat niet te gebruiken.
OPMERKING: Bepaald nooit de weerstand over het klemmenschakelbord. Anders gaat dit kapot.
Onmiddellijk nadat het apparaat is geïnstalleerd of nadat het apparaat voor langere tijd uit heeft gestaan, is het mogelijk dat de
weerstand van de isolatie tussen het klemmenbord van de netvoeding en de aarde terugloopt tot ongeveer 1 M
Ω
ten gevolge van
het zich ophopen van koelstof in de interne compressor.
Indien de weerstand van de isolatie meer dan 1 M
Ω
is, zal het aanzetten van de spanning en het gedurende meer dan 12 uren aan
laten van de carterverwarming het verdampen van de koelstof als gevolg hebben, waardoor de weerstand van de isolatie toeneemt.
3
Controleer of zowel de gas- als de vloeistofkleppen open staan.
OPMERKING: zorg ervoor dat de doppen goed vastzitten.
4
Controleer de fasevolgorde en het voltage tussen de fasen.
OPMERKING: Indien de fasevolgorde is omgekeerd, treedt er een fout (4103) op tijdens het proefdraaien waardoor het apparaat zal stopen.
5
Als er een transmissieversterker is aangesloten:
Schakel de transmissieversterker in voordat u het buitenapparaat inschakelt.
OPMERKING 1: Als het buitenapparaat als eerste wordt ingeschakeld, kan het voorkomen dat de aansluitgegevens van het koelsysteem niet op de goede wijze worden herkend.
OPMERKING 2: Als het buitenapparaat als eerste wordt ingeschakeld, schakel dit dan weer uit, schakel de transmissieversterker in en zet hierna het buitenapparaat weer aan.
6
Schakel, om stroom naar de carterverwarming toe te voeren, de hoofdnetvoeding tenminste 12 uur van te voren in voordat u begint met het
proefdraaien. Wanneer deze periode waarin de netvoeding is ingeschakeld te kort is, kan dit een storing in de compressor veroorzaken.
12.2. Methode van proefdraaien
A
Weergavepaneel
B
Bedieningspaneel
C
Selectieknop voor Koeling/Verwarming
3
,
4
D
Indicator controlecode (Zie opmerking 1)
E
Indicator voor resterende tijd test (Zie opmerking 3)
F
AAN/UIT LED (Verlicht tijdens werking)
G
Indicator voor temperatuur vloeistofpijp binnenapparaat (Zie opmerking 4)
H
Knop AAN/UIT
9
I
Indicator voor proefdraaien
J
Knoppen voor aanpassing luchtrichting
6
K
Knop voor proefdraaien 2
L
Instelknop voor luchtblazen
5
ON/OFF –
STAND BY
DEFROST INDOOR UNIT
ADDRESS NO
ERROR CODE
OA UNIT ADDRESS NO
CENTRALLY CONTROLLED
CLOCK
ON OFF ˚C
1Hr.
NOT AVAILABLE
˚C
CHECK MODE
FILTER
CHECK
TEST RUN
ON OFF CLOCK
FILTER
CHECK
TEST RUN
REMOTE CONTROLLER
PAR-F25MA
TEMP. TIMER SET
D
E
A
F
G
I
J
H
K
L
B
C