![Lowara TDB 120 Installation And Operating Instructions Manual Download Page 77](http://html1.mh-extra.com/html/lowara/tdb-120/tdb-120_installation-and-operating-instructions-manual_1942518077.webp)
Installatie-, Bediening- en Onderhoudinstructies
Model TDB, TDV
TDB, TDV
pagina 77
Herziening 01
Uitgave 06/2012
6. Opstart, werking, uitschakelen
De installatie mag enkel opgestart worden door
personen die vertrouwd zijn met de lokale
veiligheidsvoorschriften
en
met
deze
gebruiksaanwijzingen (in het bijzonder met de
veiligheidsvoorschriften die hier verschaft
worden).
Tips voor het gebruik als boilervoedingspomp
Limieten voor gietijzer bij gebruik van een
boilervoeding of condensatietoepassingen: pH-
valwaarde
≥
9,0 (optimaal
≥
9,3), korte termijn: pH-
waarde
≥
8,5.
De hierboven vermelde waarden moeten in elk geval
gegarandeerd worden aan de aanzuigzijde van de
pomp.
De waterbehandeling moet in navolging zijn met de
bepalingen
voor
waterbehandeling
van
boilervoedingswater in stoommachines tot 64 bar.
Luchtsloten in het systeem moeten in elk geval
vermeden worden.
6.1 Initiële opstart
Alvorens de pomp op te starten, ga na of volgende
punten gecontroleerd en uitgevoerd werden:
Bij pompen van ontwerp TDB en TDV, moeten er
voor de initiële opstart geen bijkomende
smeringmaatregelen genomen worden.
De pomp en aanzuigleiding moeten volledig met
vloeistof gevuld zijn bij het opstarten. Open de
schroefdop "PM2" om te vullen. Sluit hem
wanneer het water er uit vloeit.
Draai nogmaals handmatig de pomp en kijk na of
het gemakkelijk en gelijkmatig beweegt.
Controleer of de koppelingafdekplaat geïnstalleerd
is en of alle veiligheidstoestellen werken.
Schakel elke afsluiting-, spoel- of koelapparaten in
die voorzien zijn. Zie de datasheet voor
hoeveelheid en druk.
Open de klep in de aanzuig-/inlaatleiding
Stel de drukzijdeschuiver in op ongeveer 25% van
de pompwaarde voor welke het systeem werd
ontworpen. Voor pompen met een aandrijfuitvoer
lager dan 30 kW, mag de schuiver bij de opstart
ook gesloten blijven.
Verzeker u ervan dat de machine volgens alle
voorschriften en met alle veiligheidsapparaten is
aangesloten.
Kijk de rotatierichting na door kortstondig in en uit
te schakelen. Het moet hetzelfde zijn als de
richtpijl op het kussenblokframe.
6.2 De aandrijving inschakelen
Onmiddellijk na het bereiken van de normale
werkingsnelheid (max. 10 seconden aan 50 Hz
resp. max. 7 sec. aan 60 Hz voeding) open de
ontlastklep en pas het vereiste werkingspunt aan.
De pompgegevens die op het typeplaatje, in de
datasheet en/of orderbevestiging worden vermeld
moeten nageleefd worden. Wijzigingen worden
enkel toegestaan na contact met de fabrikant!
Het in werking stellen met een gesloten klep in
de aanzuig- of ontlastleiding is niet toegelaten.
Bij het opstarten zonder tegendruk moet de
tegendruk veroorzaakt worden via het smoren
aan de ontlastzijde. Na het bereiken van
volledige tegendruk, open de klep.
Om de asafdichting ongehinderd te controleren
en te onderhouden, is er geen bescherming op
deze plaats voorzien. Daarom is er speciale
aandacht vereist wanneer de pomp werkzaam
is (geen lang haar, losse kledij, enz.).
Mechanische afsluitingen:
De mechanische afdichtingen moeten niet
onderhouden worden en zijn bijna lekvrij.
Als de pomp niet zijn bedoelde hoofd bereikt of
er doen zich ongebruikelijke geluiden of
trillingen voor. Schakel de pomp uit en zoek
naar de oorzaken.
6.3 Opnieuw opstarten
Dezelfde procedure als voor de eerste maal opstarten
moet gevolgd worden. Hoewel, het is niet nodig de
rotatierichting en de toegankelijkheid van de
pompeenheid na te kijken.
De pomp mag enkel herstart worden wanneer men
zich ervan verzekert heeft dat het pomp gevuld is is en
zich in stand-by bevindt.
Wees in het bijzonder voorzichtig om geen hete
machineonderdelen aan te raken wanneer u in
het onbeschermde asafdichtingsgebied werkt.
Onthoud dat automatisch bediende systemen
zich te alle tijde opeens kunnen inschakelen.
Gepaste
waarschuwingstekens
moeten
aangebracht worden.
6.4 Werkingslimieten
De werkingslimieten van de pomp/eenheid met
betrekking tot druk, temperatuur, prestatie en snelheid
worden in de datasheet en/of orderbevestiging
weergegeven en moeten altijd worden nageleefd!
Overschrijd niet de capaciteit die op de motorplaat
wordt weergegeven.
Vermijd
plotselinge
temperatuurverschillen
(temperatuurschokken).
De pomp en motor moeten gelijkmatig en zonder
trillingen draaien; kijk tenminste eens per week
na.
6.4.1 Flow min. / max.
Als er geen andere gegevens in de grafische
voorstelling of datasheets worden vermeld, is het
volgende van toepassing:
Q
min
= 0,1 x Q
BEP
voor korte werking
Q
min
= 0,3 x Q
BEP
voor onafgebroken werking
Q
max
= 1,2 x Q
BEP
voor onafgebroken werking *)
Q
BEP
= Flow in optimale efficiëntie
*) op voorwaarde dat NPSH
faciliteit
> (NPSH
pomp
+ 0,5 m)
Summary of Contents for TDB 120
Page 119: ...TDB TDV 119...