15
Sleep de auto
Handvat
Transportwielen
A
B
E
C
D
Additief
Vouw de handgreep aan de voorkant en de transportwielen aan de achterkant van het model open
om de auto te trekken.
A
Dashboardlamp
B
Bedieningspaneel
C
Hoorn
D
1e versnelling
2e versnelling
3e versnelling
Achteruit
Park
E
Gaspedaal
A
B
B
C
D
E
F
G
H
I
C
Soundboard-functies
A Hoofdschakelaar:
Na het indrukken van de knop start het voertuig en start het systeem. Het scherm
toont "00.00" en "V" en de normale spanning wordt weergegeven na het motorgeluid worden
tentoongesteld. Na 2 seconden op deze knop te hebben gedrukt, wordt de hoofdvoeding losgekoppeld en
het systeem wordt uitgeschakeld.
B Select/Volume:
Druk kort op deze knoppen om het vorige/volgende nummer af te spelen. Houd deze
knoppen 2 seconden ingedrukt en het volume zal zowel verhogen/verlagen als verhogen/verlagen de
volume-indicator op het scherm.
C Muziekknop:
Druk eenmaal op deze knop om muziek af te spelen. Druk nogmaals op de knop om het
volgende nummer af te spelen. Er zijn 2 muziekknoppen. Beide spelen 3 nummers achter elkaar.
D Lichtknop:
In de normale toestand is deze uitgeschakeld. Met één druk op de knop gaat het licht aan. Bij
als u er nogmaals op drukt, gaat het licht uit.
E Modus wijzigen:
Druk op deze knop om te schakelen tussen de normale modus en de MP3/AUX om van
modus te wisselen.
F Motorgeluid:
Druk eenmaal op deze knop om een motorgeluid af te spelen.
G Opstartgeluid:
Druk eenmaal op deze knop om een opstartgeluid af te spelen.
H MP3-functie:
In de MP3-modus kan een AUX-apparaat worden aangesloten om muziek af te spelen.
I Scherm:
De middelste vier cijfers geven de huidige spanning van de batterij aan. Deze advertentie kan
laat ook het volume zien. De symbolen "MUSIC, MP3, V, ►,
II
" bevinden zich aan beide zijden van de
scherm en worden weergegeven zodat u kunt zien in welke modus u zich bevindt.
Extra's
•
Hoorn:
Deze bevindt zich in het midden van het stuur. Houd ingedrukt om een continue hoorn af te spelen. Dit geluid kan in elke modus worden afgespeeld.
•
Slaapfunctie:
Het voertuig schakelt over naar de slaapmodus als het 30 minuten niet wordt gebruikt, het bedieningspaneel en alle functies worden ook uitgeschakeld.
•
Laadzekering:
wanneer het voertuig laag is op 8,0 V, wordt het bedieningspaneel uitgeschakeld en stopt het voertuig.
Laad hem zo snel mogelijk op!
•
Oplaad- en uitschakelfunctie: Oplaad- en uitschakelfunctie:
Wanneer het voertuig wordt opgeladen, wordt het bedieningspaneel uitgeschakeld en worden alle functies uitgeschakeld.
Het voertuig kan niet worden gebruikt!
NL
1.
Montage van de wielen
Druk op de knop in het midden van de velg en houd deze ingedrukt totdat je het wiel
bereikt duwde de aanslag op de as. Als u nu een beetje aan het stuur trekt, kan deze komt
niet los van de as. Herhaal aan de andere kant. Dat Wiel kan weer worden verwijderd door
in het midden van de velg en het wiel te drukken trek het uit.
2.
Montage van de stuurkolom
Duw het rechte stuk stuuras omhoog door het gat in de carrosserie. Hang het gebogen
uiteinde van de stuuras door het gat in de voorste as plaat.
3+4. Installatie van achteruitkijkspiegels
Open het portier en plaats de achteruitkijkspiegels (4) in de beoogde stand. Bevestig de
achteruitkijkspiegels met de betreffende schroeven (17) zoals afgebeeld in getoonde foto's.
5+6. Montage van het stuur en de versnellingspook
Verbind de draad van het stuur met de draad van het carrosseriegat. Plaats vervolgens de
aangesloten kabels terug in het carrosseriegat. Plaats het stuur (3) op de stuurkolom.
Sleep het stuur met het stuur schroef (15) en de stuurwielmoer (19). Breng dan de
schakelpook (5) in de aangegeven positie en druk naar beneden om het vast te maken.
7.
Batterijconnector
Sluit alle stekkerverbindingen aan zoals afgebeeld. Verbind gewoon met elkaar geschikte
stekkerverbindingen en zorg ervoor dat u de polariteit niet omdraait. Zorg ervoor dat de
rode kabel (plus) en de zwarte kabel (min) op dezelfde zijn aangesloten gekleurde
connectoren zijn aangesloten.
8+9. Montage van de stoel
Plaats na het installeren van de voeding het zitje (8) op de daarvoor voorziene plaats en
zet deze vast met de zadelschroef (16). Zit nu de rugleuning (9) op de daarvoor bestemde
plaats en zet deze vast met de daarvoor voorziene schroeven (16).
10+11. Montage van de voorruit en achterspoiler
Plaats de voorruit (2) in de beoogde positie. druk de pin in de groeven totdat deze op zijn
plaats klikt. Plaats de achterspoiler in de getoonde positie Richting. Druk nu totdat de
achterspoiler vastzit.
12. De autodeur openen
Druk op de schakelaar buiten de deur van het voertuig en trek de deur er daarna naar toe
buiten om je te openen.
13. Laden
• Tijdens het laden moet het voertuig zijn uitgeschakeld.
• De oplaadsleuf bevindt zich aan de voorkant van de stoel en de overstroombeveiliging
bevindt zich onder de stoel.
• Steek de lader in het stopcontact, de LED brandt groen. Sluit de lader aan op de laadaa
insluiting.
• De LED op uw lader brandt rood zolang de batterij wordt opgeladen. Wanneer de LED
is weer groen, de batterij is volledig opgeladen.
• De oplaadtijd is 6 uur. Het is niet aangeraden de accu vaker dan 1 keer binnen 24 uur te
laden.
• De oplader en batterij worden tijdens het opladen warm.
• Het opladen mag alleen worden uitgevoerd door volwassenen en niet door kinderen.
• Als de auto overbelast is, schakelt de overstroombeveiliging het circuit automatisch uit.
• Overspanningsbeveiliging De motor is voorzien van een actieve zekering. Bij
overbelasting onderbreekt de zekering de stroom. Zet hem dan aan Schakel het
voertuig uit en wacht ongeveer 30 seconden, de zekering zal de stroom weer
inschakelen
Waarschuwing!
• De lader is geen speelgoed. Gebruik alleen de bijgeleverde oplader.
• De batterij mag alleen worden opgeladen door of onder toezicht van een volwassene.
• De aansluitklemmen mogen niet kortgesloten worden.
• De lader moet regelmatig worden gecontroleerd op beschadigingen aan de kabel, de
stekker, de ombouw en andere onderdelen. Als er schade wordt opgemerk, mag de
lader niet worden gebruikt totdat de schade is repareerd.
• Na elk gebruik van het model afwachten tot het model afkoelt en daarna starten.
Wanneer een aanvullende accu tussen een vervanging van de accu`s wordt gebruikt
en voordat het model opnieuw wordt gestart, houd minstens één koelfase van
15 minuten. O ververhitting kan schade aan de elektronica of brand veroorzaken.
• Sluit het model altijd na het laden opnieuw op de oplader aan. Koppel de oplader
altijd o nmiddellijk los nadat het model wordt losgekoppeld. Als het model of de
oplader na het lad en blijft aangesloten, kan deze schade aan het model, de oplader of
de voeding vero orzaken (brandgevaar).
• Gebruik de lader alleen in droge ruimten.
Summary of Contents for 460473
Page 23: ...23...