45
Nederlands
2 Toepassingen
Deze ledschijnwerper wordt gebruikt voor ver-
lichting bv . op podia, in discotheken en feest-
zalen . Als lichtbron worden twaalf 10 W-leds
gebruikt . Elke led bestaat uit zes individuele leds
die in de kleuren rood, groen, blauw, wit, amber
(barnsteenkleurig) en UV oplichten . Door deze
kleuren te mengen, ontstaat een veel groter
kleurenpallet dan mogelijk is met enkelvoudige
RGB-leds .
De schijnwerper is ontworpen voor het be-
sturen via een DMX-lichtregelaar (naar keuze
3, 6, 8, 10 of 13 DMX-besturingskanalen) . Hij
kan ook autonoom zonder besturingsapparaat
worden gebruikt . De ODP-120 /6COL is door
zijn weervaste uitvoering (IP 65) ook buiten
bruikbaar .
3 Ingebruikname
3.1 Installatie
•
Plaats het apparaat zo, dat bij het gebruik
voldoende ventilatie is gegarandeerd . De koel-
ribben van de behuizing mogen in geen geval
worden afgedekt .
•
De afstand tot het bestraalde voorwerp moet
ten minste 50 cm bedragen .
WAARSCHUWING
De schijnwerper moet des-
kundig en veilig worden ge-
monteerd . Als hij op een plek
wordt geïnstalleerd, waar
personen onder kunnen komen staan, moet hij
extra worden beveiligd (bv . door een hijskabel
aan de montagebeugel; bevestig de hijskabel
zo dat het apparaat niet dieper dan 20 cm kan
vallen) .
1) Bevestig de schijnwerper via de montagebeu-
gel, bv . aan een traverse . Gebruik hierbij een
stabiele montageschroef of een lichtstraler-
houder (C-haak) .
Om het apparaat te richten, draait u de
twee bevestigingsschroeven aan de zijkant
los . Stel de gewenste hellingshoek van de
schijnwerper in en draai de schroeven weer
vast .
2) U kunt de schijnwerper ook met de monta-
gebeugels vrij opstellen, zie afb . 1 .
3.2 Voedingsspanning
Sluit de schijnwerper met het netsnoer (POWER
IN) aan op een stopcontact (230 V~/ 50 Hz) . Het
apparaat is nu ingeschakeld .
OPGELET
Kijk niet rechtstreeks in de licht-
bron gedurende lange tijd, omdat
dit de ogen kan beschadigen .
Denk eraan dat zeer snelle lichtwisselingen bij
epileptici en fotosensibele mensen epileptische
aanvallen kunnen veroorzaken!
Als het snoer POWER IN niet met de netstekker
is verbonden, schroef de stekker A en de kop-
peling B dan volgens afb . 2 samen:
230V~
POWER IN
A
B
Afb. 2
Netaansluiting
OPGELET!
De kabel POWER OUT voert netspan-
ning . Als er geen ander apparaat op de kabels
POWER OUT en DMX OUT is aangesloten, moet
u in elk geval de bijgeleverde beschermkappen
op de koppelingen schroeven .
3.2.1 Voedingsspanning andere
ODP-120/6COL-apparaten
Als u verschillende ODP-120/6COL-apparaten ge-
bruikt, kunt u de apparaten voor voedingsspanning
met elkaar verbinden . Sluit het eerste apparaat in
eerste instantie nog niet aan op een stopcontact .
1) Verbind het eerste apparaat via de koppeling
van de kabel POWER OUT met de stekker
(A) van de kabel POWER IN van het tweede
apparaat . Verbind het tweede apparaat op
dezelfde manier met het derde etc . tot alle
apparaten in een ketting zijn aangesloten .
Als de netwerkverbindingskabels tussen
de apparaten te kort zijn, gebruik dan ge-
schikte verlengkabels, bv .:
ODP-34AC (2 m) of ODF-34AC / 10 (10 m) .
OPGELET!
De totale stroom in de aansluitkabels
mag niet groter zijn dan 10 A, anders kan over-
belasting een kabelbrand veroorzaken . Verbind
daarom maximaal slechts 23 ODP-120/6COL-
apparaten met elkaar .
2) Op het laatste apparaat schroeft u de bijgele-
verde beschermkap op de koppeling van de
kabel POWER OUT . De kabel voert netspanning!
3) Plug de netstekker van het eerste apparaat
in een stopcontact (230 V~/50 Hz) .