![Homa H 163 Series Original Instruction Manual Download Page 19](http://html1.mh-extra.com/html/homa/h-163-series/h-163-series_original-instruction-manual_2147756019.webp)
19
7. Montage en Installatie
Maximale onderdompeldiepte in acht nehmen (zie ty-
peplaatje)
Bij gebruik in een pompput, moet de putopening na
montage vaneen begaanbare afdekking worden voorzien.
Schades ten gevolgen van een overstroming door een
storing aan de pomp dient de gebruiker door trefzekere
maatregelen (bijv. installatie van een alarminstallatie,
reservepomp e.d.) uit te sluiten.
7.1. Natte opstelling op Bodemring
De bodemring met bouten aan de zuigaansluiting van de
pomp bevestigen. Aansluitbocht of –knie aan de
persaansluiting aanbrengen.Drukleiding monteren.
Afsluiters, terugslagkleppen, e.d. eventueel volgens
voorschrift monteren. De persleiding dient spanningsvrij
gemonteerd te worden, bij gebruik van een slang als
persleiding, zorg dan voor dat deze niet knikt en dat de
binnendiameter van de slang overeenkomt met de
doorlaat van de persaansluiting.
De pomp aan de handgreep met een touw of ketting in de
vloeistof laten zakken. Als de pomp in modder of ep een
ongelijke bodem wordt opgesteld, is het raadzaam de
pomp op bakstenen te plaatsen.
7.2. Natte opstelling met automatisch koppelings-
systeem
De volgende handleiding behelst de montage van het ori-
ginele HOMA-koppelingsysteem:
⇒
Positie van de koppelingsvoet en de bevestigingsconso-
le van de geleidestangen vastleggen, door bijv. een
schietlood te gebruiken.
⇒
De correcte inbouwmaten van de pomp(en) controleren.
(volgens de maattekeningen)
⇒
Bevestigingsgaten voor de geleidestangkonsole in de
binnenrand van de putopening boren. Wanneer dit we-
gens plaatsgebrek niet mogelijk is, kann de gelei-
destangkonsole ook d.m.v. een gebogen profiel aan de
onderzijde van de putafdekking bevestigd worden. De
geleidestangkonsole met twee schroeven bevestigen,
maar nog niet aandraaien.
⇒
Koppelingsvoet op de putbodem plaatsen, bij een onge-
lijke putbodem dient het voetstuk uitgelijnd te worden.
Gebruik een schietlood om de koppelingsvoet juist t.o.v.
de geleidestang-konsole te positioneren. (de gelei-
destangen moeten later loodrecht staan) Zet het vervol-
gens vast met heavy-duty keilbouten.
⇒
Persleiding volgens algemeen bekende procedures
monteren, zonder de leiding te draaien of bloot te stellen
aan overmatige spanningen.
⇒
Beide geleidestangen in de ogen van de koppelingsvoet
steken en op juiste lengte maken t.o.v. de geleidestang-
konsole. Geleidestangkonsole losmaken en bevestigen
op beide geleidestangen daarna geleidestangkonsole
stevig bevestigen. De geleidestangen dienen absoluut
spelingvrij te zijn, aangezien dit veel lawaai veroorzaakt
tijdens het in bedrijf van de pomp.
⇒
Pompput voor in bedrijfname zuiveren van vaste delen,
(puin, stenen e.d.)
⇒
De koppelingstegenflens bevestigen aan de persaanslui-
ting van de pomp. U moet erop letten dat de profieldich-
ting (afdichting tegen koppelingsvoet) vast in de uitspa-
ring van de tegenkoppeling gemonteerd is, zodat het uit-
vallen van de dichting bij het uithalen van de pomp uit-
gesloten is.
⇒
Ketting aan de handgreep of draagogen bevestigen.
Pomp met de geleideklauwen van de koppelingste-
genflens tussen de geleidestangen in de pompput lei-
den. Pomp via deze geleidestangen in de pompput laten
zakken. Wanneer de pomp het voetstuk met zelfkoppe-
ling bereikt, koppelt de pomp zichzelf vast.
⇒
Hang het uiteinde van de ketting aan een speciale haak,
die boven aan de put is bevestigd.
⇒
Motoraansluitkabel in voldoende lengte middels een
trekontlasting in de pompput ophangen. Wanneer de ka-
bel te lang is kunt u deze aanpassen. Zorg er voor dat
de kabel niet geknikt of afgekneld kann worden.
7.3 Droge opstelling
Voor opstelling van de pomp buiten de verzamelschacht
moet een toeloopleiding op de pomp aangesloten worden.
Voor droge opstelling zijn alleen de uitvoeringen met
mantelkoeling toepasbaar.
De opstelling van de pomp is zowel horizontaal als
verticaal mogelijk
⇒
Pompstaander of montage stoel aan de pomp
monteren.
⇒
Positie van de pompen op de bodem markeren, boren
en de pompen met heavy-duty keilbouten verankeren.
⇒
Zuig- en persleiding met appendages volgens de
algemeen bekende montagevoorschriften
spanningsvrij monteren.
7.4. Automatische Niveuschakeling
Bij stijging van het waterpeil tot een bepaald maximani-
veu, (inschakelpeil) schakelt de opdrijvende niveuschake-
laar de pomp automatisch in. Wanneer de waterstand
door afpompen op een bepaald minimaniveau (uitscha-
kelpeil) is gezonken, schakelt de niveauschakelaar de
pomp uit.
De schakelafstand tussen minimaal- en maximaniveau is
bij ieder verschillend. Voor een probleemloze werking
dient u zich aan de volgende aanwijzingen te houden:
Het bevestigingspunt als ook de lengte van het vrij bewe-
gende einde van de niveauschakelaarkabel zijn op het
gewenste schakelniveau in te stellen. U moet erop toezien
dat het inschakelpeil van de pomp onder de toeloopleiding
ligt, om terugloop van de vloeistof te vermijden. Het uit-
schakelpeil moet boven de zuigopening van de pomp lig-
gen, waardoor er zich geen luchtbel in de pomp terecht-
komen kann, wat anders een ontluchting in het pomphuis
noodzakelijk maakt
.
In geen geval mag de niveauschakelaar met kabel een-
voudig in de vloeistof geworben worden, daar correcte
schakeling alleen door een scharnierbeweging van de ni-
veauschakelaar op het bevestigingspunt van de kabel
mogelijk is. Mogelijke gevolgen wanneer u dit niet in acht
neemt zijn o.a. overstromingen (pomp schakelt niet in) en
storing aan de pomp door droogloop (pomp schakelt zich
niet uit).
Bij gebruik van aparte niveauschakelaars voor pomp-start,
pomp-stop en alarm zijn de schakelniveaus als boven
omschreven zelf in te stellen. De alarmniveauschakelaar
moet ca. 10 cm. boven de pomp-inschakelpeil inschake-
len, maar altijd onder de toeloopleiding.
Summary of Contents for H 163 Series
Page 36: ...36 H 172 H 179 H 172 Ex H 179 Ex H 172 U H 179 U H 172 U Ex H 179 U Ex...
Page 39: ...37...
Page 40: ...38...