HanseLifter SDJ Series, Operating Instruction

Page: 123 / 235

Pagina 5 van 13
SDJ - serie Elke vermenigvuldiging van om het even welke aard, ook uittreksels, is niet toegestaan.
9. Ondeskundig gebruik van de hefwagen (anders dan hier beschreven) kan leiden tot ongevallen en/of
letsels. Houd u altijd aan de voorgeschreven werkwijze.
10. Het is verboden personen mee te nemen of op de vork te laten staan.
11. Raak geen bewegende onderdelen aan. Gebruik de hefwagen enkel via de disselgreep. Let er bij het
besturen van de hefwagen op, niet met de vingers in de gleuf boven en onder de disselhendel te steken
12. Let bij het besturen van de hefwagen steeds op de hoge massa die zich in beweging bevindt. Zelfs
ongeladen heeft de SDJ een gewicht van 200-320 kg, beladen komt dit overeen met 1200-1320kg. Dit
gewicht moet u in geval van nood met louter spierkracht afremmen. De remweg is overeenkomstig
langer, des te hoger de lading is. Rijd daarom steeds langzaam en vooruitziend.
13. Ga met het optillen van de hefwagen met een kraan nooit onder of in de buurt van de zwevende last
staan! Houd indien mogelijk steeds een afstand van enkele meters.
14. Laat herstellingen enkel uitvoeren door gekwalificeerd vakpersoneel.
15. Wordt de hefwagen aan het einde van de diensttijd gedemonteerd, dan laat u dit enkel uitvoeren door
gekwalificeerd vakpersoneel. Let bij de demontage op de opgeslagen energie in de vorm van
veerkracht (pompveer) bij de demontage van de dissel.
16. Let op de temperatuurzone van het apparaat. Het gebruik op te warme of te koude plaatsen kan in de
ergste gevallen leiden tot defecten aan het apparaat en bij de gebruiker tot
onderkoelingen/bevriezingen of verbrandingen/huidirritaties.
17. Versleten of defecte onderdelen kunnen leiden tot een verhoogde geluidsbelasting en zo tot een
vermindering van het gehoor. Vervang tijdig versleten of defecte onderdelen.
18. Let er bij de omgang met de bedrijfsstoffen steeds op om geschikte beschermende kleding te dragen.
Neem de bedrijfsstoffen nooit in en let erop dat deze stoffen niet op de bodem of op plaatsen van het
apparaat komen waar ze niet niet mogen zijn. Als dit toch gebeurt, verwijder deze dan reglementair
zodat er geen glibberige oppervlakken ontstaan. Lees bij de omgang met bedrijfsstoffen ook het
veiligheidsdatablad bij de betreffende bedrijfsstof.
19. Enkel lichamelijk en geestelijk bevoegde personen mogen de hefwagen bedienen. Let steeds op uw
lichamelijke grenzen. Naar gelang omgevingstemperatuur, gewicht van de te bewegen goederen,
aantal rijopdrachten, aantal en lengte van de pauzes en eigen conditie, zijn voor elke werknemer
individuele grenzen gesteld. Let steeds op uw toestand en las voldoende pauzes in.
Onopmerkzaamheid en vermoeidheidsverschijnselen leiden gemakkelijk tot fouten met mogelijk
ernstige gevolgen.
20. Wees bij werkzaamheden met het apparaat steeds alert en voorzichtig. Let op uw omgeving en vermijd
gevaarlijke situaties, botsingen, ongevallen en bijna-ongevallen door een bedachtzame hantering van
het apparaat.
21. Ondeskundig gebruik op een ondergrond die oneffen of onbevestigd is of te geringe draagkracht
vertoont, kan leiden tot ernstige ongevallen of letstels. Controleer voor het besturen steeds de
ondergrond. Deze moet over een voldoende draagkracht beschikken (bv. liften, laadplatformen,
aanhangers) en moet voldoende worden beveiligd/bevestigd zodat deze niet tijdens het rijden kan
wegglijden (laadplatform/aanhanger)
22. Vervoer enkel beveiligde goederen. Fixeer de goederen reglementair om ze te beschermen tegen
wegglijden of het naar beneden vallen. Dit geldt tijdens het rijden van de goederen net zozeer als bij
werkzaamheden aan opgetilde lasten.
23. Wees bijzonder voorzichtig tijdens het transport van bewegende lading (bv. vloeistoffen).
Bewegingsenergie en trillingen die door manoeuvreren, versnellen, afremmen of meervoudige
pompbedieningen op de lading worden overgedragen, kunnen lichtjes toenemen en de stabiliteit/veilige
stand van het apparaat en lading bedreigen. Hoe hoger de lading werd opgetild, des te sterker is de
invloed op de stabiliteit van de hefwagen.