
producent van de elektroden. Het lasstroomcircuit
mag niet opzettelijk in direct contact met de
beschermkabel gebracht worden, tenzij aan het
lasdeel. Als de aarding met de beschermkabel
bewust aan het werkstuk wordt gemaakt, dient de
verbinding zo kort mogelijk te zijn.
•
De dwarsdoorsnede van de beschermkabel dient
minimaal zo groot te zijn als de dwarsdoorsnede van
de terugvoerkabel van de lasstroom. Beide kabels
moeten aan het zelfde werkstuk aangesloten worden.
Gebruik de aardklemmen aan het apparaat of een
aardklem in de buurt.
•
Alle voorzorgsmaatregelen dienen zodanig genomen
te worden, om ongewenste stroom te vermijden.
Controleer of de netspanning met de
ingangsspanning van het apparaat correspondeert.
•
Verbinding van de hoofdstroomkabel: De capaciteit
van de beveiligingsschakelaar van het vermogen of
van de beveiligingen in de hoofdstroomleiding
moeten groter of gelijk aan de door het apparaat
absorberende stroom l1 zijn.
De geabsorbeerde stroom l1 is aan de hand van de
technische specificaties van het apparaat, in
overeenstemming met de hoofdtoevoerspanning U1,
te bepalen. Alle verlengkabels moeten een
dwarsdoorsnede hebben die aan de geabsorbeerde
stroom l1 beantwoordt. Schakel de stroomtoevoer
aan de hoofdschakelaar aan de achterkant van het
apparaat in.
WAARSCHUWING:
ELEKTRISCHE SCHOKKEN KUNNEN DODELIJK ZIJN!
RAAK GEEN STROOMGELEIDENDE DELEN AAN!
RAAK GEEN LASUITGANGSAANSLUITINGEN AAN ALS
HET APPARAAT IS INGESCHAKELD!
RAAK NOOIT HET LASAPPARAAT OF DE ELEKTRODE
EN DE AARDKLEM TEGELIJK AAN!
De stroom dient in overeenstemming met de doorsnede
van de elektrode, de laspositie en de te lassen naad
gekozen te worden. Na het lassen moet er aan gedacht
worden de hoofdschakelaar uit te schakelen en de
elektrode uit de elektrodehouder te verwijderen.
Lassen met WIG
Vóór het begin van uw werkzaamheden dient het
volgende overeenkomstige gas ter beschikking te zijn.
Fe
Staal
ArCO2
V2A Edelstaal
ArCO2
Sluit het apparaat als volgt aan:
•
Sluit uw gasfles met gasarmatuur, met behulp van
een gasslang (niet in de levering inbegrepen), aan op
het apparaat (afb. 1/8) en borg deze met een
slangklem.
•
Steek de stekker van het WIG-slangenpakket in de
overeenkomstige contactdoos van de inverter
(afb.
1/6) en schroef de gasslang van het WIG-
slangenpakket (afb. 1/5) aan.
Let op: Bij WIG-lassen is de aardkabel de pluspool en
het WIG-slangenpakket de minuspool.
-
Steek nu de aardkabel in de overeenkomstige
contactdoos (pluspool).
-
Slijp de wolfraamnaald loodrecht op de slijpschijf
puntig aan en steek deze in de spantang. De ca. 5
mm wolfraamnaald moet aan de voorkant uit de
keramische spuitmond steken
(zie afb. 3-6).
-
Open nu de gasklep aan de brander (ca. ¼ draaien)
en schakel het apparaat op WIG (indien voorhanden).
-
Ontsteken:
Zet nu de rand van de keramische
spuitmond schuin op het te lassen materiaal en tip
gelijkmatig de naald tegen het te lassen materiaal
aan totdat de vlamboog ontstaat.
Afb. 2
Gasslang met adapter
Het lassen
Beslis na een
proeflas welke
elektrode het
meest geschikt is.
Stekend lassen
Slepend lassen
Inbranding
Kleiner
Groter
Lasnaadbreedte
Groter
Kleiner
Lasrups
Vlakker
Hoger
Lasnaadfout
Groter
Kleiner
Garantie
De garantieperiode is 12 maanden bij commercieel gebruik
en 24 maanden voor eindgebruikers en begint met de
datum van aankoop van het apparaat.
De garantie heeft uitsluitend betrekking op
onvolkomenheden die op materiaal- en/of productiefouten
zijn terug te voeren. Bij een claim betreffende een
onvolkomenheid, in de zin van garantie, dient de
aankoopfactuur - die de verkoopdatum bewijst - met de
aankoopdatum bijgesloten te worden.
Uitgesloten van garantie zijn verkeerd gebruik, zoals bijv.
overbelasting van het apparaat, gebruik van geweld,
beschadigingen door vreemde invloeden of vreemde
voorwerpen evenals het niet naleven van gebruiks- en
montageaanwijzingen en normale slijtage.
Overige gevaren en beschermende maatregelen
Direct elektrisch contact
Een defecte kabel of stekker kan tot een
levensgevaarlijke elektrische schok leiden.
Laat defecte kabels of stekkers altijd door een vakman
vervangen. Gebruik de machine slechts met een
aansluiting aan een veiligheidsschakelaar voor foutstroom
(RCD).
Indirect elektrisch contact
Onjuiste plaatselijke verlichting
Gebrekkige verlichting stelt een hoog risico voor.
Zorg bij het werken met de machine voor voldoende
verlichting.
Thermobeveiliging - beveiliging bij oververhitting en
storingen van hoofdtoevoerleiding
Door de interventie van de bewakingsinrichtingen van de
netspanning en oververhitting (thermoschakelaar op de
koellichamen) wordt de stroomtoevoer uitgeschakeld.
Handelswijze in noodgeval
Tref de noodzakelijke maatregelen om eerste hulp te
verlenen, die met het letsel overeenkomt en vraag zo snel
mogelijk gekwalificeerde medische hulp aan.
Bescherm gewonde personen voor overig letsel en stel ze
gerust.
Voor het eventueel plaatsvinden van een ongeval zou
altijd een verbandtrommel, volgens DIN 13164, in de
werkplaats beschikbaar moeten zijn. Het uit de
verbandtrommel genomen materiaal dient direct weer
aangevuld te worden. Indien u hulp vraagt, geef dan de
volgende gegevens door:
1.
Plaats van het ongeval
2.
Soort van het ongeval
3.
Aantal gewonde mensen
4.
Soort
verwondingen
34