
Volg de onderhoudsvoorschriften en de aanwijzingen,
betreffende het vervangen van de onderdelen.
Controleer regelmatig het elektrische snoer van het
werktuig en laat het bij beschadigingen door een erkende
vakman vervangen.
Controleer de verlengkabels regelmatig en vervang deze,
als ze zijn beschadigd. Houd de handgrepen droog en vrij
van olie en vet.
Neem de stekker uit het stopcontact!
Bij niet-gebruiken van het werktuig en vóór het onderhoud.
Laat geen werktuigsleutels in de machine achter.
Controleer vóór het inschakelen of sleutels en
instelgereedschappen zijn verwijderd.
Ongewenst inschakelen vermijden!
Overtuigt u zich er van dat de schakelaar, bij het insteken
van de stekker in het stopcontact, is uitgeschakeld.
Verlengsnoer in de open lucht:
Gebruik in de open lucht slechts een daarvoor
goedgekeurde en passend gekenmerkte verlengkabel.
Wees oplettend!
Let op wat er gedaan wordt. Ga met verstand te werk.
Gebruik de elektrische machine uitsluitend onder een
volledige concentratie.
Controleer de machine op eventuele beschadigingen!
Vóór het gebruik van het werktuig moeten veiligheidsdelen
of licht beschadigde onderdelen zorgvuldig op een
perfecte en bedoelde functie onderzocht worden.
Controleer of de bewegende onderdelen goed
functioneren en niet klemmen en of de onderdelen zijn
beschadigd.
Alle onderdelen moeten op juiste wijze gemonteerd zijn en
aan alle voorwaarden voldoen om een goed gebruik van
de machine te waarborgen.
Beschadigde veiligheids- en andere onderdelen moeten
vakkundig door een erkende werkplaats gerepareerd of
vervangen worden, voor zover niets anders in de
gebruiksaanwijzing daarover is aangegeven.
Laat beschadigde schakelaars door een werkplaats van de
klantendienst vervangen.
Gebruik geen machines waarvan de schakelaar zich niet
laat in of uitschakelen.
WAARSCHUWING!
Het gebruik van andere inzetwerktuigen en andere
accessoires kan letselgevaar betekenen.
Laat uw machine door een vakkundige persoon
repareren!
Deze machine beantwoordt aan de desbetreffende
veiligheidsbepalingen. Reparaties mogen uitsluitend door
een vakkundige elektrotechnicus uitgevoerd worden
waarbij originele reserveonderdelen gebruikt dienen te
worden; in ander geval kunnen ongevallen voor de
gebruiker ontstaan.
Veiligheidsinstructies specifiek voor dit apparaat
Bescherming tegen verbrandingen:
Vonken, slakken, heet materiaal en straling
kunnen bij vlambooglassen de ogen en de
huid ernstig beschadigen. Hoe dichter de
gebruiker of een willekeurige andere
persoon bij de lasplaats komt, hoe groter
het gevaar is waaraan deze mensen zich
blootstellen. De gebruiker evenals de
andere personen, die in de buurt van de
lasplaats werken, dienen behoorlijke
beschermende kleding en uitrusting te
dragen. Beschermende handschoenen (speciaal geschikt
voor het lassen) en een hoofdbedekking zijn eveneens
benodigd.
Een veiligheidsbril zou in alle gevallen
gedragen moeten worden
om de ogen voor straling,
spattende vonken en heet metaal te beschermen.
Brandbeveiliging:
Omdat bij elektrisch vlambooglassen heet
materiaal, vonken en slakken ontstaan
moeten maatregelen, ter vermijding van
vuur en/of explosies, genomen worden. In de directe
omgeving van de lasplaats moeten geschikte
brandblusapparaten aanwezig zijn. Alle brandgevaarlijke
materialen dienen uit de buurt van de lasplaats verwijderd
te worden. De minimale afstand bedraagt 10 meter (35
voet). Las nooit lege reservoirs/bakken waarin giftige of
mogelijkerwijs explosieve materialen hebben gezeten.
Deze soort reservoirs/bakken moeten vóór het lassen
uiterst zorgvuldig en grondig gereinigd worden.
Las nooit, indien zich in de atmosfeer/lucht hoge
concentraties van stof, licht ontvlambare gassen en
brandgevaarlijke vloeistofdampen (bijvoorbeeld benzine)
bevinden. Na het lassen moet gecontroleerd worden of de
gelaste delen zijn afgekoeld, voordat deze worden
aangeraakt of in contact met brandgevaarlijke en
ontvlambare materialen komen.
Giftige rookgassen:
De voorgeschreven maatregelen moeten
toegepast worden om de lasser of overige
personen in de omgeving niet aan
eventueel giftige rookgassen, die tijdens het lassen
mogelijkerwijs ontstaan, bloot te stellen. Bepaalde
gechloreerde oplosmiddelen ontbinden zich onder de
ultravioletstraling en vormen fosgeengas. Met deze gassen
moet voorzichtig omgegaan worden zodat contact met de
te lassen delen wordt vermeden. Reservoirs/bakken voor
zulke oplosmiddelen en/of andere ontvettingsmiddelen
moeten uit de buurt van de lasplaats verwijderd worden.
Indien aan beklede metalen, die delen van lood, cadmium,
zink, kwikzilver en beryllium bevatten, laswerkzaamheden
uitgevoerd worden, kunnen schadelijke concentraties van
giftige rookgassen ontstaan. Voor hun taak berekende
afzuigventilatoren moeten dan aanwezig zijn of de
gebruiker moet een speciale uitrusting dragen die de
toevoer van verse lucht, zoals bij een ademhalingstoestel
of een met luchttoevoer voorziene helm, garandeert. Las
geen beklede metalen materialen waarvan giftige
rookgassen ontstaan, tenzij: de bekleding voor het lassen
werd verwijderd. De laswerkplaats voldoende is
geventileerd.
De lasser met een apparaat voor toevoer van frisse
lucht/ademhalingstoestel is uitgerust.
Straling:
De bij het lassen optredende
ultravioletstraling kan schadelijk voor de
ogen zijn en de huid doen verbranden. Het is
daarom beslist vereist beschermende kleding te dragen.
Contactlenzen zouden niet gedragen moeten worden,
omdat de grote hitte een verkleving van het hoornvlies kan
veroorzaken. Het bij het lassen gebruikte beschermschild
moet met veiligheidsglas (minimaal DIN 10) uitgerust zijn
dat bij breuk of beschadiging onmiddellijk vervangen moet
worden. De vlamboog kan voor de ogen schadelijk zijn en
is gevaarlijk tot op een afstand van 15 meter (50 voet).
Men moet nooit met onbeschermde ogen in de vlamboog
kijken.
Elektrische schok:
Alle elektrische schokken kunnen dodelijk
zijn en daarom moeten elektrakabels en/of
delen nooit aangeraakt worden.
Door het dragen van isolerende handschoenen en kleding
moet voor isolatie van het te lassen deel en de aarde
gezorgd worden. Kledingstukken, bijvoorbeeld
handschoenen, schoenen, hoofdbedekkingen en
bovenkleding, moeten altijd droog zijn en werkzaamheden
in vochtige of natte ruimten moeten vermeden worden. De
te lassen delen mogen niet aangeraakt of in de hand
31