Ne
de
rla
n
ds (NL)
359
3.2 Elektrische aansluiting
De elektrische aansluitingen dienen door een erkend
installateur te worden uitgevoerd, in overeenstem-
ming met de lokale regelgeving.
De bedrijfsspanning en -frequentie staan vermeld op
het typeplaatje van de motor. Zorg ervoor dat de
motor geschikt is voor de aanwezige voedingsspan-
ning en dat de motor correct is aangesloten. U vindt
een bedradingsschema in de klemmenkast.
3.2.1 Maximale opgenomen stroom
3.2.2 Kabelingang/gedraaide aansluiting
Alle motoren worden zonder gedraaide kabelingang
geleverd. Onderstaande tabel toont de aantallen en
afmetingen van de kabeldoorvoeren van de klem-
menkast volgens norm EN 50262.
Volg de instructies voor de motor bij het
uitvoeren van de elektrische aansluitingen.
WAARSCHUWING
Elektrische schok
Dood of ernstig persoonlijk letsel
- Voordat u met werkzaamheden aan het
product begint, dient u er zeker van te
zijn dat de elektriciteitstoevoer is uitge-
schakeld en niet per ongeluk kan wor-
den ingeschakeld.
- Sluit de pomp aan op een externe net-
schakelaar die dicht bij de pomp is
geplaatst en op een motorbeveiliging of
een CUE-frequentieomvormer. Zorg
ervoor dat u de hoofdschakelaar in de
stand UIT (geïsoleerd) kunt zetten. Type
en eisen zoals gespecificeerd in EN
60204-1, 5.3.2.
WAARSCHUWING
Elektrische schok
Dood of ernstig persoonlijk letsel
- De motor moet worden beschermd
tegen overbelasting door middel van
een externe motorbeveiligingsautomaat
met IEC-uitschakelklasse 10 of 20.
- Grundfos adviseert uitschakelklasse 20.
- De stroominstelling van de motorbeveili-
gingsautomaat moet worden ingesteld
overenkomstig de nominale stroom die
staat vermeld op het typeplaatje van de
motor.
WAARSCHUWING
Elektrische schok
Dood of ernstig persoonlijk letsel
- Sluit de pomp aan op hetzelfde aardpo-
tentiaal (PE) als de motor als beide
motorlagers van het geïsoleerde type
zijn, zoals keramische lagers.
Overweeg of het noodzakelijk is om een
noodschakelaar te installeren.
Sommige motoren kunnen een maximale
hoeveelheid stroom opnemen die groter is
dan de vollaststroom I
1/1
die staat vermeld
op het typeplaatje. Zie de tabel hieronder.
Motortype volgens typeplaatje
Bovengrens
voor opgeno-
men stroom
• Motoren waarvoor beide
onderstaande waarden wor-
den weergegeven:
– vollaststroom I
1/1
– maximale stroom I
max
I
max
• Grundfos MMG-G motoren
• Grundfos MMG-E motoren
1,
1
x I
1/1
• Motoren waarvoor alleen de
onderstaande waarde wordt
weergegeven:
– vollaststroom I
1/1
I
1/1
Motor
[kW]
Aantal en
afmeting van
kabelingangen
Beschrijving
0,25-
0,55
2 x M20 x 1,5
De gaten hebben voorge-
goten schroefdraad en
worden gesloten met
doordrukkabelingangen.
0,75-
3,0
2 x M20
De gaten worden geslo-
ten met doordrukkabelin-
gangen.
4,0-7,5 4 x M25
De gaten worden geslo-
ten met doordrukkabelin-
gangen.
11-22
2 x M20
4 x M40
De gaten worden geslo-
ten met doordrukkabelin-
gangen.
30-45
2 x M50 x 1,5
Afsluitplug.
55-75
2 x M63 x 1,5
Afsluitplug.