Ne
de
rla
n
ds (NL)
373
9.1.3 Maximaal toelaatbare werkdruk en
mediumtemperatuur m.b.t. de asafdichting
CR, CRI, CRN 1s tot 20 en CR, CRN 32 tot 64
Afb. 20
Maximaal toelaatbare werkdruk en
mediumtemperatuur
U kunt CRI en CRN pompen die een H type asaf-
dichting met EPDM rubber delen gebruiken, HxxE,
ter plaatse reinigen (CIP) met vloeistoffen tot 64 °C
gedurende maximaal 15 minuten.
CR, CRI, CRN pompen zijn niet geschikt voor het
langdurig verpompen van vloeistoffen warmer dan
120 °C.
9.1.4 Minimale voordruk
Afb. 21
Schematisch overzicht van open
systeem met een CR pomp
Bereken de maximale opvoerhoogte "H" in meter als
volgt:
Als de berekende "H" positief is, kan de pomp functi-
oneren bij een opvoerhoogte van maximaal "H"
meter.
Als de berekende "H" negatief is, dan is een voor-
druk van minimaal "H" meter opvoerhoogte nodig.
De druk moet gelijk zijn aan de berekende "H" tij-
dens bedrijf.
Het onderstaande schema geldt voor
schoon water en water dat antivriesmiddel
bevat.
TM0
3
8
85
3 4
9
0
7
Standaard
asafdichting
Motor
[kW]
Temperatuurbereik
[° C]
HQQE
0,37 - 45
-40 tot +120
HBQE
55-75
0 tot 120
HQQV
0,37 - 45
-20 tot +90
HBQV
55-75
0 tof 90
Het verpompen van vloeistoffen met een
temperatuur van 120 °C kan leiden tot
periodiek luidruchtig bedrijf en kan de
levensduur van de pomp verkorten.
-60 -40 -20
0
20 40 60 80 100 120 140
0
5
10
15
20
25
30
35
p [bar]
HQQE/V
H
Q
Q
E
H
Q
Q
E
H
Q
Q
V
H
Q
Q
E
t [°C]
TM
0
2
0
118
380
0
H
Pb
=
Pb x 10,2 - NPSH - Hf - Hv - H
s
=
Barometrische druk in bar.
Voor de barometrische druk kan 1 bar
worden aangehouden.
In gesloten systemen geeft Pb de
systeemdruk in bar aan.
NPSH = De NPSH-waarde in meter opvoerhoogte,
te vinden in de NPSH-curve in de bijlage
(bij het hoogste debiet dat de pomp zal
leveren).
Hf
= Wrijvingsverlies in de aanzuigleiding in
meter opvoerhoogte bij het hoogste debiet
dat de pomp zal leveren.
Hv
= Dampspanning in meter opvoerhoogte.
Zie afb.
in de bijlage.
tm
= Vloeistoftemperatuur.
Hs
= Veiligheidsmarge = minimaal 0,5 meter
opvoerhoogte.
Hv
H
NPSH
Pb
Hf