Nederlands
(NL)
362
4. Het product in bedrijf nemen
Afb. 16
Ontluchtingsklep, standaard en een opti-
onele oplossing met slangaansluiting
Volg de instructies voor inschakeling in de bijlage.
CR, CRI, CRN 1s t/m 5
Voor deze pompen raden wij u aan de omloopregel-
klep te openen tijdens inschakelen. Zie afb.
de locatie van de omloopregelklep. De omloopregel-
klep verbindt de inlaatzijde met de uitlaatzijde van de
pomp, waardoor het vullen wordt vereenvoudigd.
Sluit de omloopregelklep weer zodra de werking sta-
biel is.
Bij het verpompen van vloeistoffen die lucht bevat-
ten, adviseren wij u de omloopregelklep open te
laten als de werkdruk lager is dan 6 bar.
Sluit de omloopregelklep als de werkdruk constant
hoger is dan 6 bar. Anders slijt het materiaal bij de
opening vanwege de hoge vloeistofsnelheid.
4.1 Aanloop asafdichting
Het afdichtingsloopvlak wordt gesmeerd met de ver-
pompte vloeistof, en dit betekent dat een bepaalde
lekkage vanuit de asafdichting kan komen.
Wanneer u de pomp voor de eerste keer inschakelt,
of wanneer u een nieuwe asafdichting hebt geïnstal-
leerd, is een bepaalde aanloopperiode nodig voordat
de lekkage is gereduceerd tot een aanvaardbaar
niveau. De benodigde tijd hiervoor hangt af van de
bedrijfsstatus, d.w.z. elke keer dat de bedrijfsstatus
verandert wordt een nieuwe aanloopperiode gestart.
Onder normale omstandigheden verdampt de lek-
kende vloeistof. Hierdoor wordt geen lekkage gede-
tecteerd.
WAARSCHUWING
Corrosieve vloeistoffen
Dood of ernstig persoonlijk letsel
- Draag een persoonlijke veiligheidsuit-
rusting.
WAARSCHUWING
Giftige vloeistoffen
Dood of ernstig persoonlijk letsel
- Draag een persoonlijke veiligheidsuit-
rusting.
LET OP
Hete of koude vloeistof
Licht of middelzwaar persoonlijk letsel
- Draag een persoonlijke veiligheidsuit-
rusting.
- Let op de richting van de ontluchting-
klep bij het vullen van de pomp met
vloeistof en het ontluchten hiervan.
- Zorg ervoor dat niemand gewond kan
raken door uitstromende vloeistof.
Vul de pomp met vloeistof en ontlucht
deze voordat u de pomp inschakelt.
Let op de richting van de ontluchtingsklep
tijdens het vullen met vloeistof en het ont-
luchten. Zorg ervoor dat de ontsnappende
vloeistof geen schade kan toebrengen aan
de motor of andere onderdelen.
Als de pomp droog loopt, kunnen de lagers
en de asafdichting van de pomp bescha-
digd raken.
T
M
05
1
16
0
0
6
11
-
T
M0
5
8
0
9
8
1
91
3
WAARSCHUWING
Corrosieve vloeistoffen
Dood of ernstig persoonlijk letsel
- Draag een persoonlijke veiligheidsuit-
rusting.
WAARSCHUWING
Giftige vloeistoffen
Dood of ernstig persoonlijk letsel
- Draag een persoonlijke veiligheidsuit-
rusting.
LET OP
Hete of koude vloeistof
Licht of middelzwaar persoonlijk letsel
- Draag een persoonlijke veiligheidsuit-
rusting.
Zorg dat een lek geen schade aan de
apparatuur kan veroorzaken.