20
UT66000182 - 03
UTN
UTN
UTN
UTN
UTN
È severamente vietata la riproduzione anche parziale di questo manuale / All copying, even partial, of this manual is strictly forbidden
NL
CONFORMITEITSVERKLARING
Galletti S.p.A. gevestigd in via Romagnoli 12/A, 40100 Bentivoglio (BO) -
Italië, verklaart op eigen verantwoording dat de airconditioners en
luchtverhitters van de serie UTN, verwarmings- en airconditioningapparaten
voor installaties met luchtverdeling via kanalen, in overeenstemming zijn
met de EEG-richtlijnen:
2006/42/CE - 2004/108/CE - 2006/95/CE
Bologna, 27/05/2010
Luca Galletti
President
1
ALVORENS MET DE INSTALLATIE TE BEGINNEN
Lees deze handleiding zorgvuldig door.
De installatie en het onderhoud van het apparaat dienen uitsluitend door gekwalificeerd
technisch personeel voor dit type machine te worden uitgevoerd in overeenstemming
met de geldende voorschriften.
Controleer de staat van het apparaat bij de ontvangst en ga na of het tijdens het
transport geen schade heeft geleden. Voor de installatie en het gebruik van eventuele
accessoires verwijzen wij u door naar de bijbehorende technische fiches.
2
GEBRUIK EN GEBRUIKSVOORWAARDEN
Galletti S.p.A. kan niet aansprakelijk worden gesteld indien het apparaat door niet
gekwalificeerd personeel geïnstalleerd wordt, als het oneigenlijk of in niet toegestane
omstandigheden gebruikt wordt, als het in deze handleiding voorgeschreven onderhoud
niet wordt uitgevoerd en als geen originele onderdelen worden gebruikt. De
gebruiksvoorwaarden worden aan het eind van dit hoofdstuk weergegeven; elk ander
gebruik wordt als oneigenlijk beschouwd.
Bewaar het apparaat in de verpakking totdat het geïnstalleerd wordt, zodat er geen
stof in het apparaat kan komen.
De lucht die door het apparaat wordt aangezogen moet altijd gefilterd worden; gebruik
indien mogelijk de accessoires die hiervoor bestemd zijn (MA/F, MA/FO).
Tap bij een winterstop het water uit de installatie om beschadigingen door bevriezing
te voorkomen; indien antivriesmiddelen gebruikt worden, dient u het vriespunt vast
te stellen.
De interne elektrische kabels en andere onderdelen van het apparaat mogen
niet gewijzigd worden.
Warmtegeleidende vloeistof :
water
Temperatuur water:
+ 5°C ÷ +95°C
Temperatuur lucht:
-20°C ÷ + 43°C
Voedingsspanning:
230 V +/-10 %
Max. primaire vloeistofdruk
10 bar
3
BESCHRIJVING VAN HET APPARAAT
De serie airconditioners en luchtverhitters UTN is vervaardigd voor de klimaatregeling
van omgevingen waar de installatie van kanaalsystemen vereist is.
De belangrijkste componenten zijn de volgende:
Draagconstructie uit verzinkt staalplaat met een geschikte dikte
, goed
geïsoleerd met geluidsdempend/condenswerend materiaal, zelfblussend Klasse
1. Compleet met controlepaneel, luchttoevoerpaneel met ronde ring (
200
mm), geschikt voor de invoer van buitenlucht en voorzien van gleuven voor
de snelkoppeling.
Elektroventilatiegroep met enkele of dubbele ventilator of centrifugaal
ventilator met dubbele aanzuiging
, statisch en dynamisch uitgebalanceerde
ventilatoren die rechtstreeks op de elektromotor met 3 snelheden zijn aangebracht,
uitgerust met een permanent geplaatste condensator en thermische bescherming.
Klemmenbord voor de elektrische fast-on aansluiting
;
Warmtewisselaar
: zeer efficiënt, bestaand uit een koperen buis en aluminium
lamellen die door middel van mechanische expansie aan de buizen zijn
bevestigd. De warmtewisselaar is uitgerust met messing verdelers en een
ontluchtingsventiel. De warmtewisselaar, die normaal met de aansluitingen aan
de linkerkant wordt geleverd, kan 180° gedraaid worden.
Opvang- en aftapsysteem van de condens dat zowel geschikt is voor plafond-
als wandinstallatie. Alle modellen van de serie UTN kunnen zowel horizontaal
als verticaal geïnstalleerd worden
.
AFBEELDING 1 - installatievoorbeeld met kanalen
1.
UTN eenheid
2.
Aanzuigmodule met luchtfilter (accessoire)
3.
Trillingsdempende koppeling (accessoire)
4.
Koppeling van 90° voor luchtopname (accessoire)
5.
Aansluitpaneel voor de kanalen (accessoire)
6.
Aanzuigrooster (accessoire)
7.
Uitblaasrooster (accessoire)
8.
Verlaagd plafond
AFBEELDING 2 - installatievoorbeeld met slang
1.
UTN eenheid
2.
Aanzuigmodule met luchtfilter (accessoire)
3.
Niet geïsoleerde zuigslang (accessoire)
4.
Aanzuigunit met rooster met cellenstructuur (accessoire)
5.
Aansluitpaneel voor de slangen (accessoire)
6.
Geïsoleerde toevoerslang (accessoire)
7.
Uitblaasunit met verstelbaar 2-weg rooster (accessoire)
8.
Verlaagd plafond
4
AFMETINGEN
Raadpleeg de afbeeldingen aan het einde van deze handleiding
*: R = waarden van hydraulische aansluitingen aan de rechterkant
L = waarden van hydraulische aansluitingen aan de linkerkant
Afb. 3/4:deel 1:
6 gleuven voor de snelkoppeling
deel 2:
Condens aftappen bij horizontale installatie
deel 3:
Condens aftappen bij verticale installatie
deel 4:
Hydraulische aansluitingen rechts
deel 5:
LUCHTTOEVOER
deel 6:
LUCHTAANZUIGING
6-A leveringsvoorwaarde
6-B kan tijdens de installatie gewijzigd worden
deel 7:
rond voorgestanst gat(F 100 mm) voor de invoer van buitenlucht
5
INSTALLATIE
LET OP:
Het installeren van de heteluchtverwarmingsunit, de lijnschakelaar (IL), en/of
de eventuele afstandsbediening op een plaats die buiten het bereik is van
personen die zich in de badkuip of de douche bevinden.
De airconditioners en luchtverhitters UTN kunnen zowel horizontaal als verticale
geïnstalleerd worden. Controleer of de gewenste installatie overeenkomt met één van
de schema’s op AFBEELDING 8. Beide mogelijke configuraties, AA of AB, zijn
geschikt voor verwarming of verkoeling.
Afb. 8: HORIZONTALE OF VERTICALE INSTALLATIE
AA
(AANZUIGEN IN ÉÉN LIJN – TOEVOEREN IN ÉÉN LIJN):
AB
( AANZUIGING BIJ 90° - AFGIFTE IN LIJN ):
- CONFIGURATIE van de eenheid
De eenheden worden altijd in de configuratie AA geleverd, maar de aanzuigpositie
van de lucht kan tijdens de installatie gewijzigd worden.
Indien de installatie van de leveringsvoorwaarde verschilt, moet de inrichting gewijzigd
worden door de eenheid te demonteren zoals aangegeven is op AFB. 9;
Opmerking:
afsluitplaat, aansluitpanelen voor kanalen of ronde leidingen, filtermodule
(onderdelen 1, 2, 3, 4) en andere soortgelijke accessoires moeten gemonteerd worden
zoals is aangegeven op AFB. 9door de bevestigingsschroeven vast te draaien.
AFBEELDING 10 - explosietekening van de eenheiduiging
1.
Bovenste afsluitplaat
2.
Onderste afsluitplaat
3.
Voorgestanst gat voor de invoer van buitenlucht
4.
Centrifugale ventilatoren
5.
Standaard warmtewisselaar
6.
Extra warmtewisselaar (DF)
7.
Opvangbakje voor de condens bij wandbevestiging (buis
3/8’’)
8.
Opvangbakje voor de condens bij plafondbevestiging (buis
3/8’’)
9.
Hydraulische aansluitingen warmtewisselaar
10.
Aansluitingen aftapinrichting van de condens
11.
Klemmenbord voor de fast-on aansluiting
12.
Draagconstructie
Afbeelding
Beschrijving
3 - 4
Standaard eenheid*
5
MA/F: aanzuigmodule met plat filter klasse G2
MA/FO: aanzuigrooster met gegolfd rooster klasse G4
6
PCO/C: aansluitpaneel voor de kanalen (in secties verdeelde rechthoekige
flens)
7
PCO/F: aansluitpaneel voor de slangen (ronde ringen
200 mm)
Lees deze handleiding eerst
aandachtig door
LET OP
GEVAAR
SPANNINO
VEILIGHEIDSSYMBOLEN
