22
UT66000182 - 03
UTN
UTN
UTN
UTN
UTN
È severamente vietata la riproduzione anche parziale di questo manuale / All copying, even partial, of this manual is strictly forbidden
NL
9
REINIGING VAN HET LUCHTFILTER
Sluit de voedingsspanning van de eenheid af door de lijnschakelaar op 0 (OFF)
te zetten.
- Indien u één van de filtermodules MA/F of MA/FO gebruikt, dient u zich toegang
tot het apparaat te verschaffen door middel van het controlepaneel en het luchtfilter
te verwijderen zoals in AFBEELDING 12 is aangegeven.
- Als het filter zich echter in het aanzuigrooster bevindt, dient u deze laatste te
verwijderen en volgens de hieronder beschreven handelingen te werk te gaan.
AFBEELDING 12:
-1- MA/F - MA/FO = Afzuigmodules met filter
-2- Het luchtfilter, met schroeven op de zuigmodule bevestigd, deze dient met de
cassette verwijderd te worden.
Reinig het filter met lauw water of, bij droge stof, met perslucht.
Plaats het filter weer nadat u het heeft laten drogen.
REINIGEN VAN DE WARMTEWISSELAAR
Het is raadzaam de warmtewisselaar voor elk zomerseizoen te controleren door na
te gaan of de lamellen niet met vuil verstopt zijn. Om toegang tot de warmtewisselaar
te krijgen dient u het paneel van de toevoerinrichting te verwijderen (zowel met ringen
als met de rechthoekige flens) en ook de opvangbak van de condens. Als u eenmaal
bij de warmtewisselaar gekomen bent, dient u hem met perslucht of stoom met lage
druk te reinigen, zonder de lamellen van de warmtewisselaar te beschadigen.
Controleer voor de werking in de zomer of de condens op de juiste wijze afgevoerd
wordt.
Een goed en regelmatig onderhoud bespaart energie en geld.
10
OPSPOREN VAN DE STORINGEN
Als het apparaat niet goed werkt, dient u de controles uit te voeren die in onderstaande
tabel zijn weergegeven, voordat u assistentie aan de servicedienst vraagt.
Indien het probleem niet kan worden verholpen, dient u zich tot de verkoper of het
dichtstbijzijnde servicecentrum te wenden.
Probleem
De eenheid werkt niet
De eenheid zorgt voor geringe
verwarming of verkoeling
De eenheid verliest water
Oorzaak
1 Geen stroom
2 De stop is doorgeslagen
3 De startschakelaar staat op
0.
1 Het luchtfilter is vuil of
verstopt
2 Er bevindt zich een obstakel
bij de aanzuiginrichting of de
uitgang van de lucht
3 Er is lucht in de
warmtewisselaar aanwezig
4 De ramen en deuren zijn
open
5 De laagste werkingssnelheid
is ingeschakeld
1 Het apparaat is niet in de
juiste helling geïnstalleerd
2 De afvoer van de condens is
verstopt
Oplossing
1 Zorg voor stroomvoorziening
2 Vraag om hulp aan de
servicedienst
3 Start de machine door de
schakelaar op
I
te zetten
1 Reinig het luchtfilter
2 Verwijder het obstakel
3 Vraag om assistentie van de
installateur
4 Sluit deuren en/of ramen
5 Selecteer de gemiddelde of
hoogste snelheid
1 Vraag om assistentie van de
installateur
2 Vraag om assistentie van de
installateur