BELANGRIJK: LEES DEZE GEBRUIKSAANWIJZING AANDACHTIG DOOR EN BEWAAR DEZE VOOR NASLAGDOELEINDEN
Keramische ventilatorverwarmingstoestellen C220TLS & C220LCD
NL
Belangrijke veiligheidsvoorschriften
Dit apparaat is alleen bestemd voor normaal
huishoudelijk gebruik, niet voor industriële
doeleinden.
NIET
gebruiken in de onmiddellijke nabijheid van
een bad, douche of zwembad.
NIET
direct onder een vaste wandcontactdoos
plaatsen.
Het stopcontact moet altijd toegankelijk zijn zodat
de stekker op elk moment snel losgemaakt kan
worden.
WAARSCHUWING:
om gevaar te vermijden door
een onbedoelde en ongewenste reset van de
thermische beveiliging, mag de stroomtoevoer van
het apparaat niet via een extern schakelapparaat
zoals een tijdschakelaar lopen en het apparaat
mag niet op een circuit worden aangesloten
dat regelmatig door het nutsbedrijf wordt in- en
uitgeschakeld.
WAARSCHUWING:
dek de kachel nooit af om
oververhitting te voorkomen.
De verwarming is voorzien van een
waarschuwingssymbool dat aangeeft dat
de ventilatieopeningen niet mogen worden
afgedekt.
BELANGRIJK:
Als het netsnoer van dit apparaat
is beschadigd, moet het worden vervangen door
een bevoegd persoon om gevaar te voorkomen.
LET OP:
sommige onderdelen van dit product
kunnen zeer heet worden en brandwonden
veroorzaken. Let vooral goed op als er kinderen
of andere kwetsbare mensen in de buurt zijn.
Dit apparaat mag alleen worden gebruikt door
kinderen vanaf 8 jaar en personen met lichamelijke,
zintuiglijke of geestelijke beperkingen of die er
geen ervaring mee of kennis van hebben indien
zij toezicht of aanwijzingen hebben gekregen om
het apparaat op veilige wijze te gebruiken en ook
begrijpen welke gevaren er kunnen ontstaan.
Kinderen mogen niet met het apparaat spelen.
Kinderen mogen niet zonder toezicht reiniging en
onderhoud uitvoeren.
Kinderen jonger dan 3 jaar moeten uit de buurt
van het apparaat worden gehouden, tenzij er
voortdurend toezicht wordt gehouden. Kinderen
tussen de 3 en 8 jaar mogen het apparaat alleen
aan- en uitzetten als het op de bedoelde normale
plek geplaatst of gemonteerd is en zij toezicht of
aanwijzingen hebben gekregen om het apparaat op
veilige wijze te gebruiken en ook begrijpen welke
gevaren er kunnen ontstaan. Kinderen tussen de
3 en 8 jaar mogen het apparaat niet aansluiten,
bedienen en reinigen of onderhoud uitvoeren.
BELANGRIJK:
vermijd het gebruik van
verlengsnoeren, aangezien deze oververhit
kunnen raken en daarmee een brandrisico vormen.
De radiator dient altijd op een vlak, stevig
oppervlak te staan.
NIET
gebruiken op dikke vloerbedekking of hoogpolige tapijten of
op minder dan 750 mm (30”) afstand van uitstekende delen. Houd
brandbare materialen zoals gordijnen en ander meubilair uit de buurt
van de zijkanten en de achterkant en minstens 500 mm uit de buurt
van de voorkant van de verwarming.
NIET
gebruiken om was te drogen.
De gebruiksaanwijzing hoort bij het apparaat en moet veilig worden
opgeborgen. Als het apparaat overgaat naar een andere eigenaar,
dan moet de gebruiksaanwijzing meegeleverd worden.
NIET BEDEKKEN
of de luchtinlaatsleuven boven- en onderop en de
luchtuitlaatsleuven voorop de verwarming op welke wijze dan ook
blokkeren.
NIET
laten werken met het netsnoer hangend over het uitlaatrooster
op de voorkant.
Schade voortvloeiend uit onoordeelkundig gebruik en het niet in acht
nemen van de veiligheidsvoorschriften maakt elke aansprakelijkheid
en garantie ongeldig!
Wij wijzen elke aansprakelijkheid van de hand voor schade door
bevriezing als gevolg van onvoldoende verwarmingscapaciteit voor
de betreffende ruimte, slechte isolatie van deze ruimte, onjuist gebruik
of overmacht (bijvoorbeeld een stroomstoring).
Bedien het apparaat nooit als uw handen nat zijn.
Stel het apparaat nooit bloot aan regen of ander vocht. Het apparaat
is niet geschikt voor gebruik buitenshuis. Het apparaat moet binnen
worden opgeslagen.
Het apparaat mag alleen door bevoegd en geschoold personeel
worden geopend en gerepareerd.
Sla geen brandbare materialen of spuitbussen op in de nabijheid van
het apparaat wanneer het apparaat in gebruik is.
Gebruik het apparaat nooit in ruimtes met brandbare dampen
(bijvoorbeeld in de nabijheid van ontvlambare gassen of spuitbussen).
Het apparaat dient nooit te worden gebruikt in brandgevaarlijke
ruimten, zoals garages, stallen of houten schuren.
Dit apparaat is niet geschikt om te worden aangesloten op permanente
bedrading.
Dit verwarmingstoestel mag alleen aangesloten worden op een
wisselstroombron en de spanning op het typeplaatje van het toestel
moet overeenstemmen met de spanning van het stroomnet.
Bediening – model C220TLS
Schakelaar (S) – zie afb. 3
Met de keuzeschakelaar kan de ventilator aan worden gezet of de
warmte-instelling worden geregeld. Het stroomlampje gaat aan (zie
'2' in afb. 2) als de schakelaar (s) aan wordt gezet.
Thermostaat (T) – zie afb. 3
Om een bepaalde kamertemperatuur te behouden, zet de regelaar
op ‘max.’. Laat het apparaat op volle kracht werken tot de gewenste
kamertemperatuur is bereikt. Draai de thermostaatregelknop terug
tot het apparaat met een hoorbare klik uitschakelt. Deze temperatuur
zal bijna constant worden gehouden doordat de thermostaatregelaar
automatisch aan en uit schakelt. Let op dat het apparaat alleen kan
worden ingeschakeld wanneer de thermostaatinstelling hoger is dan
de kamertemperatuur.
Met de regelknop (T) en de regelknop (S) ingesteld op de gewenste
warmte, schakelt het apparaat automatisch in als de temperatuur
benenden de +5°C komt. . .+8°C.
Bediening – model C220LCD
De afgegeven warmte wordt, afhankelijk van de kamertemperatuur,
elektronische geregeld. Als de eenheid op het stopcontact wordt
aangesloten, gaat het stroomlampje branden (zie '2' in afb. 2). De
eenheid staat nu in stand-by. Het stroomlampje blijft branden totdat
de stekker van de verwarming uit het stopcontact wordt getrokken.
Tabel 1
Stand-by-knop
Modusknop
Knop voor heen- en weer draaiende beweging
Timer- knop
Knop naar boven
Knop naar beneden
Tabel 2
Ventilatorsymbool
Modus voor lage warmte
Modus voor hoge warmte
Modus voor automatische warmte
Timersymbool
Luchttemperatuursymbool
Symbool voor temperatuurinstelling