
NEDERLANDS
104
2-
2
3
4
Kies de te filteren frequentie in het hoge bereik.
Draai aan de masterknop (
8
—
9
).
• Wanneer de masterknop (
8
—
9
) opnieuw wordt
ingedrukt, keert het toestel terug naar dezelfde stand als
in stap
1-2
.
• De frequentie kan tussen 100 Hz en 20 kHz (of geen)
worden ingesteld.
✽
Het is niet mogelijk om de hoge frequentie in te stellen op
een frequentie die lager is dan de lage frequentie.
OPMERKING:
• Bij sommige nummers kunnen er onderbrekingen in het
geluid voorkomen..
Start de gefilterde weergave.
Druk de ON/OFF-toets in op een willkeurig moment tussen
de stappen
1-1
en
2-2
.
De instelfunctie voor het frequentiefilter annuleren.
Druk de FIL/REVERSE-toets in.
• De “
” indicator licht op wanneer het filter is
ingeschakeld.
• De “
” indicator gaat uit wanneer het filter is
uitgeschakeld.
• Het filter wordt uitgeschakeld wanneer de toets opnieuw
wordt ingedrukt.
FIL ON
FIL OFF
Gebruik van de nagalmfunctie
★
Deze functie produceert een nagalm bij het ingestelde tempo.
1-
1
1-
2
2-
1
2-
2
Schakel de instelfunctie voor de vertragingstijd van de
nagalm in.
Druk de RVB/LOOP-toets in.
Stel de vertragingstijd van de nagalm in.
Draai aan de masterknop (
8
—
9
).
Schakel de nagalm feedback-nummer functie in.
Druk de masterknop (
8
—
9
) in.
Kies het nagalm feedback-nummer.
Draai aan de masterknop (
8
—
9
).
• Wanneer de masterknop (
8
—
9
) opnieuw wordt
ingedrukt, keert het toestel terug naar dezelfde stand als
in stap
1-2
.
• De tijd kan worden ingesteld op 2/1, 1/1, 3/4, 1/2, 1/4 of
1/8 van het aantal slagen per minuut (BPM) dat met
behulp van de TAP (TAP/BPM)-toets is ingesteld.
***bpm 1/2
***bpm 1/2
EFFECT
Knippert
L F.Back H
Feedback-nummer
PUSH ENTER
Het feedback-nummer wordt verhoogd
wanneer de knop naar rechts wordt
gedraaid, en verlaagd wanneer de knop
naar links wordt gedraaid.
3
4
Start de weergave met nagalm.
Druk de ON/OFF-toets in op een willekeurig moment tussen
de stappen
1-1
en
2-2
.
De instelfunctie voor nagalm annuleren.
Druk de RVB/LOOP-toets in.
• De “
” indicator licht op wanneer de nagalmfunctie
is ingeschakeld.
• De “
” indicator gaat uit wanneer de nagalmfunctie
is uitgeschakeld.
• Het nagalm wordt uitgeschakeld wanneer de toets
opnieuw wordt ingedrukt.
RVB ON
RVB OFF
Gebruik van de aanzwelfunctie
★
Deze functie kan het geluid doen aanzwellen.
1-
1
1-
2
2-
1
2-
2
3
4
Schakel de instelfunctie voor de aanzwellingstijd in.
Druk de FLG/PITCH-toets in.
Stel de aanzwellingstijd in.
Draai aan de masterknop (
8
—
9
).
• De tijd kan worden ingesteld op 4/1, 2/1, 1/1, 3/4, 1/2, 1/4
of 1/8 van het aantal slagen per minuut (BPM) dat met
behulp van de TAP (TAP/BPM)-toets is ingesteld.
Schakel de instelfunctie voor de versterking van het
aanzwellen in.
Druk de masterknop (
8
—
9
) in.
Kies de versterking.
Draai aan de masterknop (
8
—
9
).
Start de weergave met het aanzwellen.
Druk de ON/OFF-toets in.
De instelfunctie voor het aanzwellen annuleren.
Druk de FLG/PITCH-toets in.
• De “
” indicator licht op wanneer de aanzwelfunctie
is ingeschakeld.
• De “
” indicator gaat uit wanneer de aanzwelfunctie
is uitgeschakeld.
• Het aanzwellen wordt uitgeschakeld wanneer de toets
opnieuw wordt ingedrukt.
***bpm 1/4
EFFECT
Knippert
L Gain H
Versterking
• Wanneer de masterknop (
8
—
9
) opnieuw wordt
ingedrukt, keert het toestel terug naar dezelfde stand als
in stap
1-2
.
PUSH ENTER
De versterking wordt verhoogd wanneer de
knop naar rechts wordt gedraaid, en verlaagd
wanneer de knop naar links wordt gedraaid.
FLG ON
FLG OFF
OPMERKING:
• Bij sommige nummers kunnen er onderbrekingen in het
geluid voorkomen.