2
2. Conception du système
Il existe différents systèmes :
2.A
Systèmes hydrauliques, dans lesquels l’eau circule.
2.B
Système ouvert, dans lequel la pompe est alimentée par un
réservoir ou une pompe de gavage.
La conception du système doit permettre d’éviter que la pompe ne
se vide pendant la mise à l’arrêt de l’installation.
La pression d’alimentation ne doit jamais excéder la pression de re-
foulement. Ce phénomène peut survenir dans les systèmes pressur-
isés ou ouverts avec alimentation directe via un robinet et lorsque
la soupape de dérivation est activée. Pour éviter ce phénomène, il
est recommandé d‘installer un clapet antiretour prétaré entre la
pompe et la dérivation. La pression d‘ouverture du clapet doit être
supérieure ou égale à la pression d‘alimentation.
2.1 Systèmes hydrauliques, dans lesquels l’eau circule
(Les chiffres 1- 4 se rapportent au schéma de la page suivante.)
Pour éliminer tout risque de cavitation, veillez à ce qu’une pression
d’alimentation positive soit toujours appliquée en suivant les recom-
mandations suivantes :
1) Placez le réservoir au-dessus de la pompe et de l’orifice d’aspiration.
2) Placez le filtre principal sur la conduite de retour et non sur la con-
duite d’aspiration.
3) Dimensionnez la conduite d’aspiration de manière à obtenir une
perte de charge minimale (grand diamètre, longueur de tuyau mini-
male, nombre restreint de coudes/connexions, raccords avec faibles
pertes de charge).
4) Raccordez la conduite de vidange de la pompe avant le filtre de re
tour.
2. Systeemontwerp
Systeemvarianten:
2.A
Waterhydraulische systemen, water circuleert.
2.B
Open systeem, waarbij de pomp van water wordt voorzien
via een tank of een boosterpomp.
Het systeem moet dusdanig worden ontworpen dat leegloop van
de pomp tijdens stilstand wordt vermeden.
De inlaatdruk van de pomp mag nooit hoger zijn dan de uitlaat-
druk. Dit fenomeen doet zich typisch voor in “gebooste” of open
systemen met een directe watertoevoer vanaf het drinkwaternet,
waarbij een bypassventiel is geactiveerd. De openingsdruk
van de terugslagklep moet hoger zijn dan (of tenminste gelijk zijn
aan) de inlaatdruk.
2.1 Waterhydraulische systemen, water circuleert
(De cijfers 1-4 verwijzen naar de tekening op de volgende pagina.).
Om de kans op cavitatie te vermijden, moet altijd worden gezorgd voor
een positieve inlaatdruk. Volg hiervoor de volgende richtlijnen:
1) Plaats de tank boven de pomp en de pompinlaat.
2) Plaats het hoofdfilter in de retourleiding en niet in de zuigleiding.
3) Dimensioneer de inlaatleiding/zuigleiding van de pomp voor een
minimaal drukverlies (groot doorstromingsbereik, minimale leidin-
glengte, minimaal aantal bochten/koppelingen, fittingen met ger-
inge drukverliezen).
4) Sluit de afvoerleiding van de pomp aan vóór het retourfilter.
4
