30
Gids voor de gebruiker
Overvloedige druk is vereist
Als er tijdens het boren heel veel druk nodig is om het model op
zijn plaats te houden, dient u de boor zorgvuldig te controleren. Ze
is mogelijk versleten en aan vervanging toe.
Breng de werktafel niet plotseling of te snel omlaag. Gebruik een
trage en geleidelijke beweging en laat altijd de boor haar werk ver-
richten.
Vervangen van de boor
1. Trek de stekker uit het stopcontact in de muur.
2. Druk de vergrendeling van de werktafel in en til de werktafel
voorzichtig op totdat ze los is van de boor/motorbehuizing
(Fig. 38 arrow 2)
.
3. Maak de kabels van het aansluitstuk van de lamp los.
4. Steek de asvergrendelingsstaaf zo ver mogelijk in de asvergrendel-
ingsopening. Draai voorzichtig tot de asvergrendelingsstaaf in de
voorziene opening glijdt. Hierdoor wordt de boorspankop op zijn
plaats vergrendeld en voorkomt men dat hij gaat draaien
(Fig. 39
en 40, arrow 4)
.
5. Plaats de spankopstaaf in de spankopvergrendelingsopening
(Fig. 37 arrow 5)
.
6. Om te openen draait u de spankopstaaf en de gekartelde
spankop tegen de wijzers van de klok tot u weerstand voelt.
Behoud die spanning terwijl u de boor verwijdert
(Fig. 42).
7. Verwijder de boor met de hand. Vervang ze door een nieuwe
boor en druk die stevig omlaag met een stuk zacht hout totdat
ze volledig op haar plaats zit.
8. Draai de spankopstaaf en gekartelde boorspankop volgens de
wijzers van de klok om de boor stevig op haar plaats te ver-
grendelen.
9. Verwijder de beide vergrendelstaven uit hun respectieve openin-
gen, sluit de kabels van de lamp opnieuw aan en plaats de
werktafelbehuizing opnieuw op de motorbehuizing. Steek de
stekker in het stopcontact en de machine is weer klaar voor
gebruik. Berg de beide vergrendelstaven op een veilige plaats
op zodat u ze in de toekomst opnieuw kunt gebruiken.
Aanpassen van de boordiepte
De boordiepte is bij de productie ingesteld. In uitzonderlijke
gevallen, na het vervangen van een boor, kan het nodig zijn om de
boordiepte aan te passen. De gekartelde regelaar met interne
draad kan omhoog of omlaag worden gebracht totdat de correcte
boordiepte is verkregen
(Fig. 43)
.
Aanpassen van de lichtstraalplaatsbepaler
1. De schakelaar van de lichtstraalplaatsbepaler wordt geactiveerd
door de zeskantafstelschroef van de fitting, die zich in het
oppervlak van de werktafel bevindt
(Fig. 44 arrow 12)
.
2. Met de bijgeleverde zeskantsleutel brengt u de afstelschoef
omhoog of omlaag totdat de lichtstraalplaatsbepaler wordt uit-
geschakeld op het ogenblik dat de volledige boordiepte is
bereikt.
De eenheid boort geen parallelle gaten
De oorzaak hiervoor is meestal:
• Ophoping van afvalmateriaal op de werktafel.
• Een model dat niet vlak is over het volledige werkoppervlak van
de onderkant.
• Het laten omhoog komen van het model, weg van de werktafel,
tegen de druk van de boor in. Houd het model steviger tegen de
werktafel gedrukt en laat de boor trager omhoog komen.
• Het laten kantelen van het model tijdens het boren. Hierdoor
kan de boor breken.
• Het laten heen en weer glijden van het model tijdens het boren.
Ook hierdoor kan de boor breken.
Wil niet starten
• Controleer of de stekker nog goed in het stopcontact van de
muur zit en of de stroomschakelaar AAN/ON staat.
• De thermische overbelastingsbescherming van de motor is
mogelijk geactiveerd. Laat het toestel een half uur afkoelen.
• De zekering is mogelijk doorgesmolten.
De zekering smelt door
1. Zet de hoofdstroomschakelaar in de UIT/OFF-stand.
2. Trek de stekker uit het stopcontact van de muur en uit de con-
tactdoos.
3. De zekeringkast bevindt zich naast de contactdoos. Om toe-
gang te krijgen tot de zekeringkast, steekt u voorzichtig een
schroevendraaier met een kleine, platte kop in de gleuf aan de
bovenkant van de zekeringkast. Duw zachtjes naar buiten om
de zekeringkast los te maken.
4. Til nu voorzichtig de middelste lip van de zekeringkast op om
de zekeringhouder van helder plastic los te maken. Schuif de
zekeringhouder volledig uit de zekeringkast
(Fig 47)
.
5. Controleer de zekeringen. Wanneer een van de zekeringen of
beide zekeringen zijn doorgesmolten, vervangt u ze met zek-
eringen die overeenstemmem met de stroomspanning van het
toestel. Wanneer de beide zekeringen nog in orde lijken te zijn
en het toestel niet wordt geactiveerd wanneer de hoofd-
stroomschakelaar in de AAN/ON-stand wordt gezet, bezorgt u
de eenheid terug aan uw verdeler of aan Cortène/Whaledent.
Zie sectie IX Specificaties van de unit.
6. Om de zekeringkast opnieuw te monteren, schuift u de zeker-
inghouder terug in de zekeringkast tot hij op zijn plaats klikt.
Zet de zekeringkast terug in het onderste gedeelte van de
contactdoos, de zekeringkast klikt op haar plaats.
7. Zorg ervoor dat de hoofdstroomschakelaar in de UIT/OFF-stand
staat alvorens u de stroomkabel aansluit op de contactdoos en
de stekker in het stopcontact van de muur steekt.
De elektrische motor valt stil
De motor is uitgerust met een niet-toegankelijke thermische overbe-
lastingsbescherming die ook automatisch wordt gedeactiveerd.
Schakel de eenheid altijd UIT wanneer u ze niet gebruikt.
Wanneer u de eenheid per ongeluk gedurende een lange periode
AAN/ON laat staan, kan het gebeuren dat de boormotor automatisch
UIT/OFF wordt gezet.
1. Zet de eenheid UIT/OFF.
2. Laat ongeveer een half uur afkoelen.
3. Zet de eenheid opnieuw AAN/ON en ga verder met de
werkzaamheden.
Piepende geluiden
Meestal is gruis en afvalmateriaal in de draaiende delen de oorzaak van
piepende geluiden. Zet de machine UIT en verwijder al het opgehoopte
afval van de draaiende boorspankop met behulp van een borstel of
een stofzuiger.
Summary of Contents for PINDEX
Page 2: ...Front View Side View...
Page 61: ...C W 61...
Page 62: ...01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15...
Page 63: ...16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30...
Page 64: ...DOWN UP 5 DOWN UP 4 DOWN UP 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45...
Page 65: ...46 47...