Colortrac Ci 24, User Instructions

Page: 23 / 40

Ci C24/C40 MFP USER INSTRUCTIONS 23
P/N: 88D010A Colortrac Ltd © 2012
GIDS VOOR HET OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Geen schermweergave op scanner. De scanner is niet ingeschakeld.
Het snoer is niet aangesloten op een stopcontact of op de
laagspanningsadapter.
De laagspanningsstekker is niet aangesloten op de
scanner.
Mogelijk moet er een zekering worden vervangen. Bel voor
ondersteuning.
De laagspanningsadapter is mogelijk defect. Bel voor
ondersteuning.
De scanner doet het niet. Schakel de scanner niet in als er een document is ingevoerd.
Verwijder het document en start opnieuw.
6
De scanner pakt het document niet. Voer het document sneller in totdat u een weerstand voelt. Houd het
document vast totdat de scanner het pakt.
6
De scanner blijft draaien nadat het
invoeren van het document is
mislukt. Haal het document weg van de scanner totdat de motor stopt.
Probeer het document opnieuw in te voeren. Zie het vorige item.
6
De scanner draait langzaam. Selecteer via de software een hogere snelheid.
De USB-kabel is te lang. De maximumlengte is 2 meter.
De computer is te traag of er is bestandsonderhoud vereist.
Het beelddetail is op een te hoog niveau ingesteld.
Het document wordt in een hoek
gescand. Controleer of er sprake is van een obstructie in de scanner of draai
het document. 3
Controleer of het document groter is dan A4 en/of gebruik de
magnetische geleider. 6
Vermijd het gebruik van zeer gladde documenten.
De gescande afbeelding is wit. Controleer of het document zo is ingevoerd dat de voorzijde naar de
sensoren is gericht. 6
Lijnen die parallel zijn met de
voorrand, zijn aan het begin van de
afbeelding onderbroken. Verlaag de scansnelheid of verhoog de instelling voor beelddetail.
Controleer of er sprake is van een obstructie en of het document
een slechte voorrand heeft. Draai het document.
6
Lijnen die parallel zijn met de
voorrand, zijn in de hele afbeelding
onderbroken. Voer automatisch stitchen uit via Hulpprogramma's.
Controleer of het juiste papiergewicht voor het document is
ingesteld.
Diagonale lijnen in de afbeelding
zijn onderbroken. Voer automatisch stitchen uit via Hulpprogramma's.
De achtergrondkleur van de
afbeelding is niet constant over de
afbeelding als geheel. Voer volledig normaliseren uit via Hulpprogramma's.
Transparanten worden slecht
gescand of gekopieerd. Schakel de scanner uit en maak de rol schoon. 8
Zwarte, groene of grijze lijnen onder
aan de afbeelding. Schakel de scanner uit. Controleer of de lenzen vuil zijn en maak
deze ALLEEN schoon wanneer dit absoluut noodzakelijk is. Voer
normaliseren uit via Hulpprogramma's. 8
Voer volledig normaliseren uit via Hulpprogramma's.
Willekeurige kleurvlekken op de
afbeelding. Verhoog de instelling voor beelddetail.
Scanner wordt onderbroken tijdens
het scannen of kopiëren. Stel de scanner in op een lagere snelheid.
Controleer of de computerspecificaties juist zijn.
NLD