26
27
DE RUGLEUNING AFSTELLEN
5. De rugleuning kan op 2 standen worden versteld. Na de clips
op de rugleuning (fig. 5 A) te hebben losgemaakt, open je de
scharnieren aan de zijkanten van de zitting (fig. 5 B).
LET OP: met het gewicht van het kind kan deze handeling moei-
lijker zijn. Het wordt aangeraden de rugleuning zonder het kind
in de wandelwagen af te stellen.
REMMEN
6. Om de wandelwagen te remmen, duw je de hendels op de
achterwielen omlaag (fig. 6). LET OP: de remmen zijn één geheel
en worden tegelijkertijd geactiveerd.
Als de hendels omhoog staan, worden de wielen niet geremd.
DE REM GARANDEERT NIET DAT ER OP ERG STEILE HELLINGEN
OPTIMAAL WORDT GEREMD.
LET OP: gebruik altijd de rem als je stopt. Laat de wandelwagen
nooit met het kind erin op een helling staan, ook al zijn de rem-
men geactiveerd.
LET OP: na de remhendel te hebben aangetrokken, verzeker je
je ervan dat de remmen goed op beide achterwielgroepen ge-
plaatst zijn.
ZWENKENDE VOORWIELEN
De voorwielen van de wandelwagen zijn zwenkende wielen.
7. Om de zwenkwielen vrij te maken, laat je de hendel tussen de
twee wielen omlaag (fig. 7). Gebruik de vrije wielen op een effen
oppervlak. Om de wielen te vergrendelen, zet je de hendel weer
op de hoge stand.
LET OP: de zwenkwielen garanderen een betere bestuurbaarheid
van de wandelwagen. Op hobbelige terreinen is het echter raad-
zaam de wielen vergrendeld te gebruiken om een vloeiendere
voortgang te garanderen (grind, zandweg, etc.).
LET OP: beide wielen moeten altijd tegelijkertijd worden ver-
grendeld of ontgrendeld.
VEILIGHEIDSGORDELS
8. Alle wandelwagens hebben een vijfpuntsveiligheidsgordel (fig.
8). Stel de schoudergordels af en laat ze op de schouders van het
kind aansluiten. Doe de veiligheidsgordels altijd om en gebruik
altijd het tussenbeenstuk. Verzeker je ervan dat de gordels altijd
correct zijn vastgemaakt.
LET OP: om de veiligheid van je kind te garanderen, dienen de
veiligheidsgordels altijd te worden gebruikt.
Voor meer veiligheid is de wandelwagen uitgerust met D-vor-
mige ringen om een extra veiligheidsgordel vast te kunnen ma-
ken volgens de voorschriften BS 6684. De ringen bevinden zich
rechts en links aan de binnenkant van de zitting van de kinderwa-
gen, zoals in de punten A en B wordt getoond.
SLUITEN
LET OP: let er bij deze handeling op dat het kind en eventuele
andere kinderen zich op een veilige afstand bevinden. Verzeker je
er tijdens deze fase van dat de bewegende delen van de wandel-
wagen niet in aanraking komen met het lichaam van het kind.
9. Om de wandelwagen in te klappen, na de zonnekap weer naar
achteren te hebben gezet, maak je veiligheidssysteem 1 los (zie
“onderdelen”), door het naar je toe te trekken en tegelijkertijd
omlaag te duwen (fig. 9 A - 1). Duw het vervolgens omhoog, om
het veiligheidsysteem helemaal te deblokkeren (fig. 9 A – 2).
LET OP: DE WANDELWAGEN HEEFT EEN TWEEDE VEILIG-
HEIDSSYSTEEM OM TE VOORKOMEN DAT HIJ PER ONGELUK
DICHTPLOOIT. PROBEER DE WANDELWAGEN NIET DICHT TE
PLOOIEN, ZONDER VEILIGHEIDSSYSTEEM 2 TE HEBBEN GEDE-
BLOKKEERD (zie “Onderdelen”).
Om het tweede veiligheidssysteem te deblokkeren, trap je op
het rode pedaal dat in figuur 9 B wordt weergegeven.
10. Duw de handgrepen naar voren en plooi de wandelwagen
helemaal dicht (fig. 10).
11. Als de wandelwagen is dichtgeplooid, blokkeert de haak op de
zijkant de wandelwagen automatisch op de gesloten stand (zie
fig. 11 A) en voorkomt dat hij ongewenst weer wordt geopend.
De achterwielen kunnen op de stilstaande stand worden geblok-
keerd, om de wandelwagen praktisch tegen een verticaal opper-
vlak te laten steunen en om hem rechtop te zetten (fig. 11 B).
ACCESSOIRES:
LET OP: het kan zijn dat de vervolgens beschreven accessoires
bij enkele uitvoeringen van het product niet aanwezig zijn. Lees
de instructies betreffende de accessoires die aanwezig zijn bij de
door jou gekochte uitvoering aandachtig door.
REGENHOES
12. De wandelwagen is uitgerust met een handige en lichte
regenhoes. Open de regenhoes en breng hem op de zonnekap
aan, zodat de hele wandelwagen wordt bedekt. Bevestig de re-
genhoes met de speciale velcro aan de buizen aan de voor- en
zijkanten van de wandelwagen (fig. 12).
LET OP: let bijzonder goed op tijdens het gebruik van de regen-
hoes.
LET OP: de regenhoes mag niet zonder kap of zonnekap op de
wandelwagen worden gebruikt, omdat het kind hierdoor kan
stikken. Als de regenhoes op de wandelwagen is aangebracht,
mag je hem, om gevaar voor oververhitting te voorkomen, nooit
met het kind erin in de zon zetten.
TAS
13. De wandelwagen heeft een handige transporttas (fig. 13 A).
Open de tas en doe de wandelwagen erin zoals in figuur 13 B
wordt getoond.
DRAAGRIEM
14. De wandelwagen heeft een draagriem om hem gemakkelijk
te kunnen vervoeren als hij niet wordt gebruikt (fig. 14). De riem
kan worden losgemaakt en aan de tas worden bevestigd.
NEEM VOOR MEER INFORMATIE CONTACT OP MET DE
PHARSANA KLANTENSERVICE:
Pharsana NV - Klantenservice
Temselaan 5
1853 Strombeek-Bever
BELGIE
Tel. 0032/2/300 82 40
Site: www.chicco.be
Summary of Contents for Ct0.6 - Capri Lightweight Stroller
Page 4: ...4 3A 3B 4B 7 2 1 5A 5B 6 3C 4C 4A...
Page 5: ...5 8 9A 10 12 9B 14 11 A 13 A 11 B 13 B...
Page 36: ...36 N 6 36 15 6 3 GR 1 2 3 4...
Page 37: ...37 1 1 2 2 3 3A 3B 3C 4 4A velcro 4B 4C 5 2 5A 5B 6 6 7 7 8 5 8 D BS 6684...
Page 42: ...42 6 36 15 6 3 RUS 1 2 3 3 C 4...
Page 43: ...43 1 1 2 2 3 3 A 3 B 3 C 4 4 A 4 B 4 C 5 5 A 5 B 6 6 7 7 8 5 8 D BS 6684 9 1...
Page 45: ...45 6 36 15 6 3 CS BG...
Page 48: ...SA...
Page 49: ...49 49...
Page 50: ...50 NOTE...
Page 51: ...51 NOTE...