91
Eerst wordt
CLS
verlaagd en na 5 ms
worden er 10 “klokpulsen” verzonden;
daarna wordt het gegevenspakket
verzonden waarna 5 ms gewacht wordt
alvorens
CLS
verhoogd wordt.
De periode (Tp) heeft een duur van 1 ms en is als volgt opgebouwd:
400μs
waarbij de
lijnen
RDP
(gegevens) en
RCP
(klok) hoog zijn;
300μs
waarbij de lijn
RDP
laag is als
de waarde van de bit 1 is (
RCP
is altijd hoog);
300μs
(Tck) waarbij de lijn
RCP
laag is
(
RDP
blijft op het niveau waar het eerst op stond). Aan het einde van de periode gaan
RCP
en
RDP
weer terug naar een hoog niveau.
Tck = 300μs - Td = 600μs - Tp = 1ms
7. SERIEEL protocol (bitvolgorde)
Het seriële protocol levert bij de uitgang van klem
D0
het
standaard protocol
RS232
(baudrate = 9600, geen pariteit, 8
bits en één stopbit) in het volgende formaat:
00C000B
1
B
2
B
3
B
4
B
5
0
waarbij 0 het ASCII teken "
0
" (30h),
B
1
B
2
B
3
B
4
B
5
zijn de 5 minder belangrijke
hexadecimale getallen van de code en "C" is het verzonden kanaal volgens de tabel:
De uitgang
D1
wordt
200 ms
geactiveerd
voordat de gegevens als volgt naar de uitgang
D0
worden verzonden.
8. Code inkorten
Wordt het
WIEGAND
protocol 1, 2, 3, 6, 7 en 9 gekozen dan is het mogelijk dat de
code van de zender
RCQ504/508W00
hoger is dan de maximum code die met de
beschikbare bits weergegeven kan worden; in dit geval zorgt de interface ervoor dat
de meest significante bits die niet in het gekozen
WIEGAND
formaat weergegeven
kunnen worden verwijderd worden.
1
0
1
RCP
T
ck
T
d
RDP
T
p
D1
200ms
D0
Bijv. 1:
Wordt het
WIEGAND
26 bit protocol met
SITE
code (maximum
65’535
) gekozen
en de code van de zender is
356’890
, dan zal de inkortfunctie ervoor zorgen dat het eerste
cijfer verwijderd wordt en de code die naar de
WIEGAND
uitgang verzonden wordt dus
56’980
is (kleiner getal dan
65’535
).
Bijv. 2:
Wordt het
WIEGAND
37 bit protocol met SITE code (maximum
542’287
) gekozen
en de code van de zender is
18’436’500
, dan zal de inkortfunctie de code
436’500
geven.
Het is mogelijk dat twee zenders, hoewel zij een andere code hebben, de uitgang
van de interface met exact dezelfde bitvolgorde activeren. Bijvoorbeeld in geval
van het
WIEGAND 26
bit formaat met SITE code activeren de uitgangscodes
138’612
en
238’612
dezelfde bitvolgorde:
38’612
.
9. Extra functies instellen
Om de extra functies in te stellen moet u de volgende procedure volgen:
- schakel de interface uit;
- stel de dips in volgens de tabel;
- druk op de knop P1 en blijf erop drukken;
- schakel de interface in;
- de interface geeft twee lange pieptonen af.
Parameters geconfigureerd.
"BEVESTIGINGS"-functie
ON
: De interface levert de ontvangen radiocodes S500 alleen aan de uitgang als zij
voorheen in het geheugen vastgelegd zijn.
OFF
: De interface levert de ontvangen radiocodes S500 rechtstreeks aan de uitgang.
De ontvangen DKS codes worden rechtstreeks aan de uitgang geleverd zonder dat de
“bevestigings”-functie in aanmerking genomen wordt.
"DODEMANS"-functie
OFF
: De interface levert de ontvangen radiocodes
S500
en/of
DKS
codes één keer aan de
uitgang.
ON
: De interface levert de radiocodes
S500
en/of
DKS
codes regelmatig aan de
uitgang als het ingangssignaal gehandhaafd wordt.
CH
CAR
A
1 (31h)
B
2 (32h)
C
4 (34h)
D
8 (38h)
Extra functies
DIP
OFF
ON
#1
Bevestiging ON
Bevestiging OFF
#2 Dodemansfunctie OFF Dodemansfunctie ON
#3
Zoemer ON
Zoemer OFF
#4
-
-
Summary of Contents for S504 Series
Page 99: ...99 Notes...