4
Inbedrijfstelling
AM200 – 6720884574 (2018/04)
46
Blokkeermodus
Tabel 11 Blokkeermodus
4.5
Menu Diagnose
Beschikbare menu's, informatie of waarden zijn daarbij afhankelijk van
de geïnstalleerde installatie. Technische documenten van de warmtepro-
ducent, de bedieningseenheid, de aanvullende module en andere instal-
latiedelen respecteren.
Functietest
Wanneer een module AM200 is geïnstalleerd, wordt het menu
Functie-
test
>
Type AWP
getoond.
In dit menu kan de werking van de op de module aangesloten toestellen
worden getest. Bijvoorbeeld een pomp in de retour van de alternatieve
warmteproducent kan hier doelgericht worden in-/uitgeschakeld.
Monitorwaarden
Wanneer een module AM200 is geïnstalleerd, wordt het menu
Monitor-
waarden
>
Type AWP
getoond.
In dit menu kan informatie over de actuele toestand van de op de module
aangesloten toestellen worden opgeroepen. Hier kan bijvoorbeeld wor-
den getoond, hoe hoog de aanvoer- en retourtemperatuur van de alterna-
tieve warmteproducent is.
Menupunt
Instelbereik: functiebeschrijving
Config. blokk.modus
verw.
1)
1) Alleen instelbaar indien Keuze blokkeeruitgang op EMS is ingesteld Regelaar
Logamatic MC110 / MX25 vanaf V1.44. Config. blokk.modus WW pas mogelijk
vanaf MC110 V1.45, bij oudere versies uitschakelen of "Keuze
blokkeeruitgang=EV" instellen.
Nooit: wanneer een conventionele warmteproducent is
aangesloten, reageert deze onafhankelijk van de alter-
natieve warmteproducent op warmtevraag van de ver-
warming.
Autom.
: de conventionele warmteproducent wordt vrij-
gegeven, wanneer het buffervat niet door de alternatie-
ve warmteproducent kan worden opgewarmd. Anders
blijft de conventionele warmteproducent geblokkeerd,
tot de wachttijd voor de ketelvrijgave is bereikt.
Altijd: de conventionele warmteproducent is voor de
warmtevraag permanent geblokkeerd.
Config. blokk.modus
WW
Nooit: wanneer een conventionele warmteproducent is
aangesloten, reageert deze onafhankelijk van de alter-
natieve warmteproducent op warmtevraag voor warm
water.
Autom.
: de conventionele warmteproducent wordt vrij-
gegeven, wanneer het buffervat niet door de alternatie-
ve warmteproducent kan worden opgewarmd. Anders
blijft de conventionele warmteproducent geblokkeerd.
Altijd: de conventionele warmteproducent is voor de
warmwatervraag permanent geblokkeerd.
Hyst. voor ketelblokk. 0 ...
5
... 50 K: de ketelblokkering wordt geactiveerd,
wanneer aan de bovenste boilersensor (TB1) de instal-
latiestreefwaarde wordt gemeten. Wanneer de tempe-
ratuur van het buffervat de streeftemperatuur minus de
hier ingestelde waarde (hysterese) gedurende een ze-
kere periode (Wachttijd tot ketelvrijg.) onderschrijdt,
wordt de conventionele warmteproducent vrijgegeven.
Wachttijd tot ketelvri-
jg.
0 ...
60
... Hyst. voor ketelblokk.: wanneer de hysterese
(Hyst. voor ketelblokkering) gedurende de hier ingestel-
de tijd wordt onderschreden, wordt de conventionele
warmteproducent vrijgegeven.
Aanwijzingen:
De wachttijd tot de ketelvrijgave wordt bekort tot
15 minuten, wanneer na vrijgave geen temperatuurver-
hoging van de alternatieve warmteproducent wordt
vastgesteld.
Wanneer de alternatieve warmteproducent niet in bedrijf
is (bijvoorbeeld zomerfase), kan in het eindklantmenu de
instelling Warmteproducent > Config. blokkeermodus
worden aangepast (bijvoorbeeld Nooit).
Keuze blokkeeruit-
gang
EMS: de blokkering van de conventionele warmteprodu-
cent volgt via een BUS-aansluiting. De warmteprodu-
cent moet de blokkering via EMS plus ondersteunen.
EV
: de blokkering van de conventionele warmteprodu-
cent volgt via aansluitklem OEV (EV/I3-aansluiting op
warmteproducent).
Config. blokkeerklem
Opener
: contact is open bij blokkering en gesloten bij
vrijgave van de conventionele warmteproducent.
Sluiter: contact is gesloten bij blokkering en open bij vri-
jgave van de conventionele warmteproducent.