2
Gegevens betreffende het product
AM200 – 6720884574 (2018/04)
39
2.2
Belangrijke adviezen voor het gebruik
De module communiceert via een EMS plus-interface met andere
EMS plus-compatibele BUS-deelnemers.
• Voer bij gebruik van een alternatieve warmteproducent elk cv-circuit
uit met een mengkraan. Wanneer slechts één cv-circuit aanwezig is,
kan een interne temperatuurregeling de mengkraan vervangen.
• Sluit, wanneer de alternatieve warmteproducent alleen het warm wa-
ter verwarmt en een conventionele warmteproducent het cv-water
verwarmt, de conventionele warmteproducent niet aan op de aan-
sluitklem OEV van de AM200.
• Gebruik naast de alternatieve warmteproducent alleen warmtepro-
ducenten met energiedrager gas of alleen warmteproducenten met
energiedrager olie in één installatie. Belangrijk: geen warmtepompen
met BUS-interface EMS plus toegestaan; geen stadsverwarmingssy-
stemen toegestaan.
• De opstellingsruimte moet voor de beschermingklasse conform de
technische gegevens van de module geschikt zijn.
• Wanneer een warmwaterboiler is aangesloten:
– Kan de thermische desinfectie niet gegarandeerd worden bij auto-
nome alternatieve warmteproducenten.
– Stuurt de conventionele warmteproducent direct het warm water
inclusief de thermische desinfectie.
– Moet de thermische desinfectie eventueel handmatig worden be-
waakt. Handleiding van de warmteproducent.
• Wanneer de alternatieve warmteproducent de boiler belaadt en de
AM200 de alternatieve warmteproducent actief aanstuurt, moet de
streeftemperatuur bij het beladen van de boiler (zie RC310
Instellin-
gen warm water
>
Warmwatersysteem I
en
Warmwatersysteem
II
>
Aanvoertemp. verhoging
) zo mogelijk op de aanvoerstreeftem-
peratuur van de alternatieve warmteproducent worden ingeregeld.
• Let erop, wanneer extern warm water na de evenwichtsfles is geïn-
stalleerd, dat de
Instellingen warm water
>
Warmwatersysteem
I
>
Start boilerlaadpomp
in RC310 op
direct
wordt ingesteld.
2.3
Functiebeschrijving
De module maakt de aansluiting van een waterdoorstroomde alternatie-
ve warmteproducent op een EMS plus-regelsysteem mogelijk.
Boilerbelading/-ontlading:
via twee boilertemperatuursensoren wordt
de beschikbaarheid en de behoefte van warmte in de boiler gemeten. De
module stuurt ventielen en pompen zodanig, dat aan de warmtevraag via
be- en ontladen van de boiler wordt voldaan. De module stuurt indien no-
dig ook een mengkraan met temperatuursensor in de systeemaanvoer.
Retourtemperatuurverhoging:
via de aanvoertemperatuur en eventu-
eel de retour-/rookgastemperatuur op de alternatieve warmteproducent
stuurt de module pompen en ventielen zodanig aan, dat een minimale
retourtemperatuur bij de alternatieve warmteproducent wordt aange-
houden.
Regeling actieve alternatieve warmteproducent:
de module kan elek-
trisch regelbare alternatieve warmteproducenten (bijvoorbeeld water-
doorstroomde pelletkachel) afhankelijk van de warmtevraag direct
in-/uitschakelen of indien mogelijk moduleren.
Blokkeren/vrijgeven:
wanneer voldoende warmte in het buffervat aan-
wezig is, wordt de conventionele warmteproducent geblokkeerd en via
een bypass-ventiel overbrugd. Wanneer de alternatieve warmteprodu-
cent het buffervat niet voldoende kan voeden, wordt de conventionele
warmteproducent vrijgegeven. Via een EMS plus-regelsysteem kan de
blokkering voor warm water en verwarming onafhankelijk van elkaar wor-
den uitgevoerd.
CV-pomp cv-circuit 1
: in een systeem met autonome alternatieve warm-
teproducent (AM200 adres 10) kan de module de cv-pomp van het eer-
ste cv-circuit afhankelijk van de warmtevraag in-/uitschakelen.
2.4
Codeerschakelaar instellen
Tabel 2 Codering en functie
2.5
Leveringsomvang
Afb. 2 aan het einde van het document:
[1]
Module AM200
[2]
Zak met trekontlastingen
[3]
Installatiehandleiding
[4]
3 temperatuursensoren (10 k
, 9 mm), toepasbaar als
aanvoer-, retour- of boilertemperatuursensor
Codering
Functie van de module
0
Uit (uitleveringstoestand) respectievelijk reset van de module-
instellingen
1
Installatie met alternatieve warmteproducent en conventionele
warmteproducent (systeem)
2 - 9
geen functie
10
Alternatieve warmteproducent als enige warmteproducent
(autonome regeling)
0
1
2
3
4 5 6
7
8
9
10
10
0010014208-001