3
Installatie
AM200 – 6720884574 (2018/04)
43
3.3.4
Overzicht bezetting aansluitklemmen
Dit overzicht toont voor alle aansluitklemmen van de module, welke
installatiedelen kunnen worden aangesloten. Afhankelijk van de installa-
tie kan één van de bouwdelen op de aansluitklem worden aangesloten
(bijvoorbeeld “VR2” of “PR2” op de aansluitklem “VR2”). Afhankelijk van
het gebruik van de module is de gelijktijdige aansluitingen van bepaalde
bouwdelen nodig of uitgesloten.
Legenda bij afbeelding boven en bij afbeelding 22 tot 30 aan het ein-
de van het document
(identificatie van de aansluitklemmen
Grijs
Bestanddelen met grijze achtergrond kunnen als optie worden
aangesloten
*
Bestanddelen van de installatie zijn als alternatief mogelijk
230 V AC Aansluiting netspanning
AHS
Alternatieve warmteproducent met signaalingang;
laagspannings-
1)
of netspanningszijde; aan/uit of 0-10 V
signaal voor moduleren (
A
lternative
H
eat
S
ource)
AHSP
Alternatieve warmteproducent zonder signaalingang
(
A
lternative
H
eat
S
ource
P
assive)
B
Buffervat (
B
uffer)
BC
Basiscontroller, bijvoorbeeld BC10 (
B
asic
C
ontroller)
CC
Combibufferboiler (
C
ombi
C
ylinder)
CHC
Conventionele warmteproducent: cv-ketel
(
C
ombi
H
eating
C
entre)
CON
Bedieningseenheid met BUS-systeem EMS plus; signaalin-/
uitgang voor systemen met conventionele en alternatieve
warmteproducent en codeerschakelaarstand 1 (
C
ontroller)
CONM
Bedieningseenheid met BUS-systeem EMS plus; signaalin-/
uitgang voor systemen met autonome alternatieve warmtepro-
ducent en codeerschakelaarstand 10 (
C
ontroller
M
aster)
DHWC
Warmwaterboiler (
D
omestic
H
ot
W
ater
C
ylinder)
HS
Conventionele warmteproducent (
H
eat
S
ource)
Aansluiting HS op OEV alleen bij regelaars met EMS1.0;
bij regelaarseries Logamatic MC110 vanaf V1.44 is deze aan-
sluiting niet nodig
FS
Verswaterstation (
F
reshwater
S
tation)
MC
Mastercontroller, bijvoorbeeld MC110 (
M
aster
C
ontroller)
PR1
120/230 V AC: pomp alternatieve warmteproducent
(
P
ump
R
eturn); ≤ 24 V: stuursignaal
2)
bij autonome
alternatieve warmteproducenten (0-10 V/PWM) voor
vermogensregeling
PR2
Aansluiting pomp voor cv-circuit 1 bij autonome alternatieve
warmteproducenten
SM/MS
Solarmodule (
S
olar
M
odule)
T1
Buitentemperatuursensor, alleen bij codeerschakelaarstand
10 nodig (
T
emperature sensor),
TA1
Aanvoertemperatuursensor alternatieve warmteproducent
(
T
emperature
A
lternative)
TB1
Buffervat-temperatuursensor boven (
T
emperature
B
uffer)
TB2
Buffervattemperatuursensor midden
TB3
Sensor bufferboilertemperatuur onder
TB4
Temperatuursensor systeemaanvoer
TF1
Rookgastemperatuursensor alternatieve warmteproducent
(
T
emperature
F
lue gas)
TR1
Retourtemperatuursensor alternatieve warmteproducent
(
T
emperature
R
eturn)
TR2
Retourtemperatuursensor cv-installatie
VB1
Aansluiting mengkraan
3)
retour buffervat (
V
alve
B
uffer)
VR1
retour alternatieve warmteproducent
(
V
alve
R
eturn)
VR2
Aansluiting omschakelventiel voor bypass van de conventione-
le warmteproducent
CON
BC/MC
CON
BC/MC
HS
AHS/
AWE
CONM
(autark)
TR2
T1
TF1
TA1
TB4
TB3
TB2
TB1
TR1
PR1
PWM
1 2 3
0-10V
M
VR2*
PR2*
N L
M
PR1
N L
M
VR1
N
M
N
4
43 44
M
VB1
N
4
43 44
230 V AC
230 V AC
N 14
PR1
120/230 V AC
N L
N
44 15
N 43
L
16
N
120/230VAC 120/230VAC
VB1
OA3
1 2 1
OEV
1 2 1 2
T1
TR2
OA1
AM200
120/230 V AC
24V
0
1
2
3
4 5 6
7
8
9
10
10
2 3
1 2
BUS
1
4
2
1 2
BUS
43 44
VR1
N
N 14
VR2
on/off
OA2
0-10V
BUS
Adr.9-10
1 2 1
TB2 TB3
1 2 1 2
TR1 TB1
24V
2 1
2 3
TB4 TA1
TF1
OR1
4
2
1
3
1 2
0010013960-002
AHS/
AWE
1) Klembezetting laagspanningszijde: 1, 2 – aan/uit (max. 24 V); 3 – massa;
4 – 0-10 V signaal
2) Klembezetting:1 – massa; 2 – PWM/0-10 V; 3 – PWM-ingang
3) Let op bij omschakelventiel: klem 43 werkt in de richting van het buffervat