108
| Nederlands
2 610 A12 916 | (4.3.10)
Bosch Power Tools
Nauwkeurigheidscontrole van het meetgereed-
schap
Behalve externe invloeden, kunnen ook appa-
raatspecifieke invloeden (zoals een val of een
hevige schok) tot afwijkingen leden. Controleer
daarom altijd voor het begin van de werkzaam-
heden de nauwkeurigheid van het meetgereed-
schap.
Voor de controle heeft u een vrij meettraject van
20 meter op een vaste ondergrond tussen twee
muren A en B nodig. U moet – bij een horizonta-
le stand van het meetgereedschap – een om-
slagmeting over beide assen X en Y (positief en
negatief) uitvoeren (vier complete metingen).
– Monteer het meetgereedschap in de horizon-
tale stand dicht bij muur A op een statief
26
(toebehoren) of plaats het op een stevige en
vlakke ondergrond. Schakel het meetgereed-
schap in.
– Richt na het nivelleren de laserstraal in de
puntfunctie op de nabijgelegen muur A. Mar-
keer het midden van de punt van de laser-
straal op de muur (punt
I
).
– Draai het meetgereedschap 180°, laat het ni-
velleren en markeer het midden van de punt
van de laserstraal op muur B aan de andere
kant (punt
II
).
– Plaats het meetgereedschap – zonder het te
draaien – dicht bij muur B, schakel het in en
laat het waterpassen.
– Stel het meetgereedschap in hoogte zo af
(met behulp van het statief of indien nodig
door er iets onder te plaatsen), dat het mid-
den van de punt van de laserstraal precies de
eerder gemarkeerde punt
II
op muur B raakt.
– Draai het meetgereedschap 180° zonder de
hoogte te veranderen. Laat het waterpassen
en markeer het midden van de punt van de la-
serstraal op muur A (punt
III
). Let erop dat
punt
III
zoveel mogelijk recht boven of recht
onder punt
I
ligt.
– Het verschil
d
tussen beide gemarkeerde
punten
I
en
III
op muur A levert de feitelijke
afwijking van het meetgereedschap voor de
gemeten as op.
Herhaal de meting voor de andere drie assen.
Draai daarvoor het meetgereedschap voor het
begin van elke meting telkens 90°.
Op het meettraject van 2 x 20 = 40 m bedraagt
de maximaal toegestane afwijking:
40 m x
±
0,1 mm/m =
±
4 mm.
Het verschil
d
tussen de punten
I
en
III
mag
daarom bij elk van de vier metingen hoogstens
4 mm bedragen.
A
B
20 m
A
B
180°
A
B
A
B
180°
OBJ_BUCH-757-005.book Page 108 Thursday, March 4, 2010 1:50 PM