Nederlands |
111
Bosch Power Tools
2 610 A12 916 | (4.3.10)
Loodstraal parallel afstellen en rechte hoeken
aantekenen (zie afbeelding C)
Als u rechte hoeken wilt aantekenen of tussen-
wanden wilt uitlijnen, dient u de loodstraal
9
pa-
rallel, dat wil zeggen op dezelfde afstand tot een
referentielijn (bijvoorbeeld een muur) uit te lijnen.
Stel daarvoor het meetgereedschap in de vertica-
le stand op en positioneer het zo dat de lood-
straal ongeveer parallel aan de referentielijn ver-
loopt.
Meet voor de nauwkeurige positionering de af-
stand tussen loodstraal en referentielijn vlakbij
het meetgereedschap met behulp van de meet-
plaat
34
. Meet de afstand tussen loodstraal en
referentielijn opnieuw op een zo groot mogelijke
afstand van het meetgereedschap. Stel de lood-
straal zo af dat deze dezelfde afstand tot de re-
ferentielijn heeft als bij de meting rechtstreeks
op het meetgereedschap.
De rechte hoek met de loodstraal
9
wordt aan-
gegeven door de variabele laserstraal
6
.
Loodlijn of verticaal vlak aangeven
(zie afbeelding D)
Voor het aangeven van een loodlijn of een verti-
caal vlak stelt u het meetgereedschap in de ver-
ticale stand op. Als het verticale vlak in een rech-
te hoek met een referentielijn (bijvoorbeeld een
muur) moet verlopen, stelt u de loodstraal
9
op
deze referentielijn af.
De loodlijn wordt door de variabele laserstraal
6
aangegeven.
Werkzaamheden zonder laserontvanger
(zie afbeelding E)
Bij gunstige lichtomstandigheden (donkere om-
geving) en op korte afstanden kunt u zonder la-
serontvanger werken. Voor een betere zicht-
baarheid van de laserstraal kiest u de lijnfunctie.
Of u kiest de puntfunctie en draait de rotatiekop
10
handmatig naar de bestemmingsplaats.
Werkzaamheden met laserontvanger
(zie afbeelding F)
Bij ongunstige lichtomstandigheden (omgeving
met veel licht, rechtstreeks zonlicht) en op gro-
te afstanden gebruikt u de laserontvanger om de
laserstraal beter te kunnen vinden. Kies bij
werkzaamheden met de laserontvanger de rota-
tiefunctie met de hoogste rotatiesnelheid.
Meten op grote afstanden (zie afbeelding G)
Bij het meten op grote afstanden moet de laser-
ontvanger voor het vinden van de laserstraal
worden gebruikt. Om storingsinvloeden te ver-
minderen, moet u het meetgereedschap altijd in
het midden van het werkoppervlak en op een
statief opstellen.
Werkzaamheden buitenshuis
(zie afbeelding H)
Buitenshuis moet altijd de laserontvanger wor-
den gebruikt.
Monteer bij werkzaamheden op een onzekere
ondergrond het meetgereedschap op het statief
26
. Activeer de schokwaarschuwingsfunctie om
foutieve metingen bij bewegingen van de onder-
grond of schokken van het meetgereedschap te
voorkomen.
OBJ_BUCH-757-005.book Page 111 Thursday, March 4, 2010 1:50 PM