156 | FWA 4630 | Bediening
1 690 706 005
2011-05-11
|
Robert Bosch GmbH
nl
4 .10 Aanbrengen van de spanklem
!
Let bij de spanmethode op de velgensoort en de
bevestigingsmogelijkheden. Bij hoogwaardige
velgen speciale, met kunststof gecoate spanklauwen
gebruiken.
!
Alleen met de universele snelspanklemmen mag
een rijdende velgslingeringscompensatie worden
uitgevoerd.
i
Zo nodig de wieldoppen verwijderen.
4 .10 .1 Universele snelspanklem
Fig. 16: Universele snelspanklem
1 Onderste spanslede
2 Sterschroef
3 Opnamegat
4 Bovenste spanslede
!
De universele snelspanklemmen pas na het oprijden
op de hefbrug of de werkkuil aan het wiel aanbren-
gen.
i
De universele snelspanklem past op alle staal- en alu-
miniumvelgen van 10" tot 21" voor alle voertuigvelgen
zonder adapterboring.
i
Door draaien van een schroefdraadspil kan de uni-
versele snelspanklem snel van binnen naar buiten en
van buiten naar binnen in de middenas van de velg
gecentreerd en op de velg gespannen worden.
1.
De spanklauwen worden aan de binnen- resp. buiten-
kant van de velgrand aangezet.
2.
De draaispil naar buiten resp. binnen tegen de velg
gedrukt.
3.
De opname voor de plaat moet zich verticaal in het
midden bevinden.
Fig. 17: Aanbrengen op de velgrand
!
Let bij de spanmethode op de velgensoort en de
bevestigingsmogelijkheden. Bij hoogwaardige velgen
speciale, met kunststof gecoate spanklauwen gebru-
iken.