BENNING CM 5-1
02/ 2011
75
7.1 Prioriteit van de AUTOTEST-functie
De AUTOTEST-functie schakelt zelf in de juiste meetfunctie en kiest zelfstandig
het ideale meetbereik. De BENNING CM 5-1 werkt daarbij in de volgende
volgorde:
Aan de volgende criteria moet zijn voldaan:
V
AC
, V
DC
met het grootste aandeel
Spanningsmeting actief, wanneer:
1,3 V
AC
... 750,0 V
AC
2,1 V
DC
... 999,9 V
DC
- 0,7 V
DC
… - 999,9 V
DC
Ω
Weerstand/ doorgang
Weerstandsmeting actief, wanneer:
0 Ω ... ∞ Ω
0,0 V
AC
... 0,9 V
AC
- 0,4 V
DC
... - 0,2 V
DC
1,0 V
DC
... 2,0 V
DC
/
Diode
Diodecontrole actief, wanneer:
0,4 V
DC
... 0,8 V
DC
(doorlaatspanning)
A
AC
, A
DC
met het grootste aandeel
Stroommeting actief, wanneer:
0,9 A
AC
... 600,0 A
AC
0,9 A
DC
... 600,0 A
DC
7.2 Meetbereik voor gelijkspanning
De ingangsweerstand bedraagt voor spanningen tot 30 V minimaal 4 kΩ. De
ingangsweerstand stijgt bij stijgende ingangsspanning naar 375 kΩ bij 750 V.
Meetbereik
Resolutie
Nauwkeurigheid v/d meting
Beveiliging tegen
overbelasting
*1
2,1 V ... 1000 V
0,1 V
± (0,3 % van de meet 2 digits)
750 V
eff
- 0,7 V … - 1000 V
0,1 V
± (0,3 % van de meet 2 digits)
750 V
eff
*1
Maximale meettijd = 30 seconde voor spanningen groter dan 30 V
7.3 Meetbereik voor wisselspanning
De ingangsweerstand bedraagt voor spanningen tot 30 V minimaal 4 kΩ. De
ingangsweerstand stijgt bij stijgende ingangsspanning naar 375 kΩ bij 750 V.
Meetbereik
Resolutie
Nauwkeurigheid v/d meting
*2
bij 50 Hz - 60 Hz
Beveiliging tegen
overbelasting
*1
1,3 V ... 750,0 V
0,1 V
± (0,9 % van de meet 3 digits)
750 V
eff
bij 61 Hz - 500 Hz
1,3 V ... 750,0 V
0,1 V
± (1,5 % van de meet 3 digits)
750 V
eff
*1
Maximale meettijd = 30 seconde voor spanningen groter dan 30 V
*2
De meetwaarde wordt als echte effectieve meetwaarde (True RMS,
AC-koppeling) gemeten en aangeduid. De meetnauwkeurigheid is gespecifi-
ceerd voor een sinusvorm in relatie tot de maximale meetwaarde evenals voor
een niet sinusvormige curvevorm tot 50 % van de maximale meetwaarde.
Bij niet sinusvormige curvevormen wordt de aanduidingswaarde minder nauw-
keurig. Zo bestaat voor de volgende Crest-factoren een extra foutmarge:
Crest-factor van 1,4 tot 2,0 extra fou 1 %
Crest-factor van 2,0 tot 2,5 extra fou 2,5 %
Crest-factor van 2,5 tot 3,0 extra fou 4 %
7.4 Meetbereik voor gelijkstroom
Meetbereik
Resolutie
Nauwkeurigheid v/d meting
Beveiliging tegen
overbelasting
0,9 A …600,0 A
0,1 A
± (1,5 % van de meet 5 digit)
600 A
eff
De aangegeven nauwkeurigheid is gespecificeerd voor kabels die in het mid-
den van de kop van meettang
worden gemeten (zie afbeelding 3: meten van
gelijkstroom/ wisselstroom). Voor kabels die niet in het midden van de kop van
de meettang worden gemeten, moet rekening gehouden worden met een extra
foutmarge van 1 % van de aanduidingswaarde.
Maximale remanentiefout: 1 % (bij herhalende meting)
7.5 Meetbereik voor wisselstroom
Meetbereik
Resolutie
Nauwkeurigheid v/d meting
*2
bij 50 Hz - 60 Hz
Beveiliging tegen
overbelasting
0,9 A …600,0 A
0,1 A
± (1,5 % van de meet 5 digit)
600 A
eff