BENNING CM 5-1
02/ 2011
78
9. Onderhoud
De BENNING CM 5-1 mag nooit onder spanning staan als het
apparaat geopend wordt. Gevaarlijke spanning!
Werken aan een onder spanning staande BENNING CM 5-1 mag
uitsluitend
gebeuren door elektrotechnische specialisten, die daarbij de nodige voor-
zorgsmaatregelen dienen te treffen om ongevallen te voorkomen.
Maak de BENNING CM 5-1 dan ook spanningsvrij alvorens het apparaat te
openen.
- Ontkoppel de veiligheidsmeetsnoeren van het te meten object.
- Neem de veiligheidsmeetsnoeren af van de BENNING CM 5-1.
- Schakel de BENNING CM 5-1 uit. Om het apparaat uit te schakelen de
toets
J
ongeveer 3 seconde ingedrukt houden.
9.1 Veiligheidsborging van het apparaat
Onder bepaalde omstandigheden kan de veiligheid tijdens het werken met de
BENNING CM 5-1 niet meer worden gegarandeerd, bijvoorbeeld in geval van:
- Zichtbare schade aan de behuizing,
- Meetfouten,
- Waarneembare gevolgen van langdurige opslag onder verkeerde omstan-
digheden,
- Transportschade en
- De zelftest mislukt en op de display verschijnt “FAIL”.
In dergelijke gevallen dient de BENNING CM 5-1 direct te worden uitgeschakeld
en niet opnieuw elders worden gebruikt.
9.2 Reiniging
Reinig de behuizing aan de buitenzijde met een schone, droge doek (speciale
reinigingsdoeken uitgezonderd). Gebruik geen oplos- en/ of schuurmiddelen om
de BENNING CM 5-1 schoon te maken. Let er in het bijzonder op dat het bat-
terijvak en de batterijcontacten niet vervuilen door uitlopende batterijen. Indien
toch verontreiniging ontstaat door elektrolyt of zich zout afzet bij de batterijen
en/of in het huis, dit eveneens verwijderen met een droge, schone doek.
9.3 Het wisselen van de batterijen
Vóór het openen van de BENNING CM 5-1 moet het apparaat
spanningsvrij zijn. Gevaarlijke spanning!
De BENNING CM 5-1 wordt gevoed door eén batterij van 9 V (IEC 6 LR 61).
Als het batterijsymbool
9
op het display
verschijnt, moeten de batterijen
worden vervangen (zie fig. 7).
De batterij word als volgt verwisseld:
- Ontkoppel de veiligheidsmeetsnoeren van het te meten circuit.
- Neem de veiligheidsmeetsnoeren af van de BENNING CM 5-1.
- Schakel de BENNING CM 5-1 uit.
- Leg het apparaat op de voorzijde en draai de schroef, uit het deksel van het
batterijvak.
- Neem het deksel van het batterijvak uit de achterwand.
- Neem de lege batterij uit het batterijvak en demonteer de aansluitdraden
van de batterij.
- Monteer de aansluitdraden op de juiste manier aan de nieuwe batterij en
leg de bedrading zo terug dat het niet beklemd raakt in de behuizing. Leg
dan de batterij op de daarvoor bedoelde plaats in het batterijvak.
- Klik het deksel weer op de achterwand en draai de schroef er weer in.
Zie fig. 7: vervanging van de batterij.
Gooi batterijen niet weg met het gewone huisvuil, maar lever
ze in op de bekende inzamelpunten. Zo levert u opnieuw een
bijdrage aan een schoner milieu.
9.4 IJking
Op de nauwkeurigheid van de metingen te waarborgen, is het aan te bevelen
het apparaat jaarlijks door onze servicedienst te laten kalibreren:
Benning Elektrotechnik & Elektronik GmbH & Co. KG
Service Center
Robert-Bosch-Str. 20
D - 46397 Bocholt