NEDERLANDS
HANDLEIDING
JB SYSTEMS
®
31/78
MSD-900
snelheidsverschil wordt bepaald door de snelheid van de rotatie In het setup menu (see verder) kunt u
het impact van het wiel op de pitch bend (tijdelijke snelheidsverandering) wijzigen.
In setup mode wordt het wiel gebruikt om het setup menu te overlopen. Zie hoofdstuk SETUP MENU
voor meer info.
5.
BPM/CUE toets:
de functie van deze toets hangt af van hoe het cue systeem “cue system” is ingesteld
in het setup menu:
CUE SYSTEM = BPM/TAP:
De MSD900 heeft een volledig automatische BPM-counter. In
sommige uitzonderlijke gevallen kan de automatische beat counter niet werken zoals het hoort
(onregelmatige beats of eenvoudigweg geen beats te bespeuren). In dit geval kunt u de beat
counter helpen door manueel op deze toets te tokkelen op het ritme van de muziek. Na het
gebruik van de TAP functie kan U de BPM-counter terug in automatische mode zetten door de
TAP toets in te drukken tot er in de rechter bovenhoek van het scherm terug “AUTOBPM”
verschijnt.
CUE SYSTEM = CUE on/off:
In deze modus kunt u de BPM/CUE toets gebruiken om het PFL
cue monitor signaal naar de koptelefoon uitgang te sturen. De BPM/CUE toets knippert
wanneer er geen signaal naar de koptelefoon gestuurd wordt; de toets is aan wanneer het PFL
signaal hoorbaar is.
6.
SPEED schuifregelaar:
Druk op de PITCH ON/OFF toets(9), zodat deze aan gaat. De snelheid kan
geregeld worden tot +16%/-100% door de schuifregelaar te bewegen. De snelheid zal niet veranderen
indien de PITCH ON/OFF toets(9) uit staat. U kunt het bereik van de snelheidsverandering instellen met
de toets PITCH RANGE (10)
7.
ON/OFF toets:
druk heel even op deze toets om het toestel aan te zetten. Om te vermijden dat het
toestel per ongeluk uitgezet wordt moet u gedurende minstens 1,5 seconde op de toets drukken om het
toestel uit te schakelen.
8.
RANDOM toets:
een
fantastische
functie
voor
restaurants
en
andere
plaatsen
waar
u
achtergrondmuziek nodig heeft: alle nummers die op uw geheugenkaart staan zullen in willekeurige
volgorde worden afgespeeld! Druk gewoon gedurende ongeveer 1,5 seconde op de random toets om de
random functie van de linker speler te starten of te stoppen. Indien u het nummer dat afgespeeld wordt
niet leuk vindt dan kunt u heel even op de TRACK toets (11) drukken om naar het volgende nummer
over te gaan.
Opmerking:
zo lang de random functie in gebruik is zijn de andere functies van de linker speller niet
actief, de rechter speler kan gewoon gebruikt worden.
9.
PITCH ON/OFF + LOCK toets:
druk heel even op deze toets om “speed” functie aan/uit te schakelen.
Wanneer de speed functie geactiveerd is (toets is aan), kunt u gedurende ongeveer 1,5seconde op de
toets drukken om de pitch lock functie (Master tempo) in te schakelen. Deze functie laat u toe de
snelheid van een nummer te regelen door middel van de Pitch Control schuifregelaar, zonder de
toonhoogte te wijzigen. Deze toets knippert wanneer de Pitch Lock ingeschakeld is.
TIP:
U moet weten dat de pitch lock functie zijn technische grenzen heeft. Vanaf een bepaalde
snelheidsafwijking (afhankelijk van de muziekstijl) zal de pitch lock niet meer correct werken. Eerst hoort
U een kleine vervorming die steeds groter naarmate de snelheidsafwijking toeneemt. Dit is daarom
echter niet direct een: bij erg lage snelheden kan U deze vervorming perfect als een soort
“vervormingseffect”gebruiken”!
10. PITCH RANGE toets:
Telkens als U deze toest indrukt wordt de schaal van de snelheidfader (6)
aangepast. U kunt 4 verschillende pitch schalen selecteren:
PITCH RANGE +/-4%:
pitch range toets kleurt rood.
PITCH RANGE +/-8%:
pitch range toets kleurt geel.
PITCH RANGE +/-16%:
pitch range toets kleurt groen.
PITCH RANGE +16/-100%:
pitch range toets knippert in het groen.
11. TRACK KEUZEKNOP:
wordt gebruikt om de nummers te kiezen. Indien uw geheugenkaart MP3
mappen bevat, dan kunt u met de MSD900 op 2 verschillende manieren werken (zie ook FOLDER
keuzeknop (12) voor meer info):
FOLDER MODE:
Wanneer de Track keuzeknop in combinatie met de FOLDER keuzeknop
gebruikt wordt, dan kunt u alleen nummers kiezen binnen de geselecteerde map. Gebruik de
FOLDER keuzeknop om een andere map te kiezen.
TRACK MODE:
zo kunt u alle nummers van uw geheugenkaart overlopen, alsof er geen
mappen aanwezig waren. Om de nummers van de geheugenkaart snel te overlopen (per 10
nummers) moet u op de TRACK keuzeknop drukken terwijl u deze vooruit/achteruit draait.
In random mode:
druk even op de TRACK toets om naar het volgende nummer te gaan.
In play mode:
standaard geeft de display de naam van title van het nummer weer. U kunt echter ook de
andere ID3-tag informatie raadplegen:
NEDERLANDS
HANDLEIDING
JB SYSTEMS
®
32/78
MSD-900
Druk 1x op de TRACK toets:
De artiestennaam wordt op het scherm weergegeven
Druk 2x op de TRACK toets:
Het genre (disco, slow, pop..) wordt op het scherm weergegeven
Druk 3x op de TRACK toets:
Bit rate wordt op het scherm weergegeven
Druk 4x op de TRACK toets:
De titel wordt op het scherm weergegeven
12. FOLDER KEUZEKNOP:
als uw geheugenkaart MP3 mappen bevat kunt u deze overlopen door gewoon
aan deze folder keuzeknop te draaien. Op het scherm ziet u het de naam van de map. Om
de gewenste map te kiezen moet u gewoon even op de folder keuzeknop drukken. In het volgende
hoofdstuk vindt u meer informatie over het gebruik van mappen. Als de geheugenkaart geen mappen
bevat, dan wordt deze keuzeknop niet gebruikt.
U kunt van TRACK mode naar FOLDER mode overgaan, of omgekeerd, (zie ook TRACK keuzeknop
(11) voor meer info) telkens u de folder keuzeknop gedurende meer dan 1,5seconde indrukt.
13. LCD scherm:
toont alle belangrijke informatie tijdens het afspelen van een CD. Zie verder voor meer
info.
14. SD-CARD gleuf:
steek 1 of 2 SD-geheugenkaart(en) in deze gleuven. Om te vermijden dat er zich
onverwachte dropouts voordoen in de muziek raden wij u sterk aan “high speed” geheugenkaarten te
gebruiken! Elke SD kaart kan een capaciteit hebben van maximum 4GB (totaal = 8GB).
Zeer belangrijk: de MSD900 werkt NIET met SDHC kaarten
(SD High Capacity). Dit is zeer belangrijk
wanneer u een 4GB SD-card kiest: geheugenkaarten worden gemaakt in SD en SDHC, kies steeds de
SD-versie!
15. CARD SELECT toets:
wordt gebruikt om te kiezen vanuit welke kaart u nummers wilt afspelen. Beide
spelers kunnen nummers lezen van dezelfde kaart, u kunt zelfs hetzelfde nummer met de 2 lezers
tegelijkertijd afspelen.
16. MEMO toets:
wordt gebruikt om CUE punten en LOOPS in de HOT CUE toetsen(17) op te slagen. Er
zijn vershillende functies mogelijk:
Een CUE punt of LOOP opslagen:
druk op deze toets en druk daarna op een van de HOT
CUE toetsen om een CUE punt of LOOP op te op te slagen.
Backup van track geheugen naar permanent geheugen:
druk even tegelijkertijd op de
MEMO toets en op de “CUE1” toets (17) tot de display “CUE Backup” weergeeft.
Wis het track geheugen:
druk gedurende ongeveer 1,5 seconde op de MEMO toets om alle
CUE punten van het geselecteerde nummer uit het tijdelijke “track” geheugen te wissen.
Wis het permanente geheugen:
druk gedurende ongeveer 7 seconden op de MEMO toets om
alle CUE punten van het geselecteerde nummer uit het permanente geheugen te wissen. De
display zal “DEL CUES?” weergeven
druk op de YES toets (5) om het wissen te bevestigen,
of druk op de NO toets (3) om de wisprocedure af te breken.
Zie hoofdstuk “Hoe gebruiken” voor meer info over het gebruik van deze toets.
17. HOT CUE toetsen
: 4 programmeerbare toetsen waarin u gewone Cue punten en/of Loops kunt
opslaan. Deze toetsen kleuren rood, als er een gewoon cue punt werd opgeslagen en kleuren geel als
er een loop werd opgeslagen. Alle opgeslagen Cue punten en Loops kunnen opgeslagen worden in het
permanente geheugen om later opnieuw gebruikt te worden. Zie hoofdstuk “Hoe gebruiken” voor meer
info over het programmeren van CUE punten, enz.
18. RELOOP toets:
Deze toets heeft 3 functies:
RELOOP:
Als een loop geprogrammeerd was en u hebt op de OUT toets (20), gedrukt, druk
dan op de Reloop toets om de loop opnieuw te starten.
STUTTER:
Wanneer een loop afgespeeld wordt kunt u op deze toets drukken om de loop
onmiddellijk te herstarten. U kunt ook op deze toets drukken wanneer een nummer geen loop
afspeelt. Telkens u op de RELOOP toets drukt herstart de muziek vanaf het geprogrammeerd
Cue punt. Het stotter effect (stutter) laat u toe extra creatief te zijn.
LOOP EDIT:
wanneer een loop geprogrammeerd is, druk dan op de RELOOP toets gedurende
ongeveer 2 seconden om de “loop edit” modus in te schakelen. U kunt nu het eindpunt van de
loop veranderen. Elke keer dat u op de RELOOP toets drukt kunt u overschakelen van “loop
intro” naar “loop outro”, en omgekeerd. Druk weer gedurende ongeveer 2 seconden op de
RELOOP toets om het bewerken te beëindigen en de nieuwe begin/eindpunten op te slagen.
Zie hoofdstuk “Hoe gebruiken” voor meer informatie.
19. IN toets:
Laat u toe het Cue punt in te stellen zonder de weergave te stoppen (CUE ON THE FLY).
Deze toets bepaalt ook het beginpunt van een naadloze Loop. Wanneer u op één van de hot cue
toetsen (17), drukt wordt het startpunt ook gekopieerd naar deze toets. Als u op deze toets drukt
wanneer de speler in “loop intro” staat dan stopt u het bewerken van de loop en wordt het huidige
beginpunt opgeslagen als nieuw beginpunt van de loop.
20. OUT toets:
Wordt gebruikt om het eindpunt van een Loop te bepalen. De speler start het afspelen van
de naadloze Loop tot wanneer u terug op deze toets drukt om de Loop te verlaten. Wanneer een Loop