Arcam Solo sub, Handbook

Page: 28 / 60

N-9 N-8
N
eder
lands
De Solo sub en luidspreker
plaatsen
Het volgende advies geldt als een algemene
richtlijn voor het opzetten van luidsprekers.
Lees de documentatie meegeleverd met uw
luidsprekers voor nauwkeurigere informatie.
Bezoek www.dolby.com voor nuttige
informatie over lay-outs van luisterkamers.
Akoestiek van uw luisterkamer
De vorm van de luisterkamer en het
meubilair zullen het geluid beïnvloeden.
Teveel blote oppervlaktes kunnen het geluid
schel laten klinken. Tapijt, gordijnen en
andere voorwerpen die aan de muur hangen
kunnen allemaal helpen.
Als u een keuze hebt, kies dan niet een
ruimte die perfect rechthoekig is of één
afmeting heeft die precies tweemaal de
andere afmeting is. Dergelijke ruimtes
kunnen resonanties verslechteren waardoor
het geluid minder goed klinkt.
Hoe dichter u een luidspreker in hoeken
plaatst of op de kruising van muur en vloer
of muur en plafond, hoe krachtiger de lage
tonen klinken, waardoor het basgeluid te
zwaar kan klinken. Een luidspreker slechts
enkele centimeters verplaatsen kan soms
een groot verschil uitmaken.
Luidsprekerinstelling
Correcte plaatsing van luidsprekers is
essentieel voor een optimaal geluid van uw
thuisbioscoopsysteem (zie diagrammen).
Luidsprekers dienen gewoonlijk op stevige
steunen te worden geplaatst, met ca.
15cm tussen de achterzijde en een muur
en minstens 60cm tussen de zijkanten en
andere muren.
Luidsprekers dienen nooit op de vloer te
worden geplaatst (tenzij specifiek hiervoor
bestemd), of in hoeken. Luidsprekerdrivers
dienen op, of net boven, oorhoogte te staan
wanneer u zit. De zittende luisterpositie
is optimaal wanneer tussen de surround
luidsprekers.
De geluidskwaliteit is afhankelijk van de
akoestiek in de luisterruimte, het is dus
raadzaam verschillende posities van de
luidsprekers uit te proberen.
Subwoofer
De locatie van de Solo sub zal de algemene
geluidskwaliteit beïnvloeden. Door de sub
naast een muur of in een hoek te plaatsen,
worden de prestaties gewoonlijk verbeterd
en zult u meer heldere lage tonen horen.
Alle ruimtes hebben echter een verschillend
effect en wij raden u aan met posities te
experimenteren en minstens 15cm speling te
behouden tussen de muren en het apparaat.
Luidsprekersteunen
Hoe steviger een luidspreker vast wordt
gehouden, hoe beter het geluid zal klinken.
Wij raden u aan stugge, metalen steunen te
gebruiken met een hoogte van 40 – 60cm.
Zorg ervoor dat de steunen en/of
luidsprekers niet wiebelen. Goed gedempte
steunen die niet “ringen” wanneer geklopt
met een potlood zullen een luidspreker het
beste laten klinken.
Solo sub gebruikt met een thuisbioscoop
0˚
90˚
110˚
22˚
30˚
C
R
L
LS
RS
ijking
De Solo sub heeft twee taken: ten eerste
de sub-bas waarvoor andere ‘kleinere’
luidsprekers niet geschikt zijn nauwkeurig
en met voldoende kracht te reproduceren;
en ten tweede de ‘.1’ of lage frequentie-
effecten (LFE) track van 5.1 of 7.1 materiaal
te reproduceren.
Om optimale resultaten te krijgen, moet de
Solo sub correct t.o.v. de andere luidsprekers
in uw systeem worden opgezet. De twee
relevante bedieningen zijn het cross-
overpunt en het volumeniveau . Het cross-
overpunt bepaalt de frequentie waaronder
de signalen van de ‘kleine’ luidsprekers
vandaan worden gestuurd richting de
subwoofer. Het volumeniveau instellen zorgt
voor signalen die van hetzelfde volume
zijn, zodat dezelfde geluidsdruk wordt
verkregen ongeacht de signaalfrequentie of
van welke luidspreker te signalen komen
(d.w.z. subwoofer of satellietluidspreker).
De meeste surround-sound systemen stellen
twee cross-overs beschikbaar: één in de
surround-sound decodering en één in de
Solo sub.
Om optimaal geluid te krijgen uit allerlei
verschillende systemen, maakt de Solo sub
het mogelijk deze bedieningen onafhankelijk
te gebruiken voor systemen met ‘Grote’
voorluidsprekers en een LFE-uitgang vanuit
de surround-sound decodering.
Cross-overfrequentie
In de meeste systemen is een X-OVER FREQ
punt van 85 aangeraden.
Als uw luidsprekers erg ‘klein’ zijn (en dus
niet veel lage tonen kunnen reproduceren),
dan zult u het cross-overpunt waarschijnlijk
hoger dan dit nummer willen instellen
zodat de Solo sub deze taak kan overnemen.
Vergeet echter niet dat hoe hoger het cross-
overpunt, hoe meer directioneel de lage
frequentiegeluiden zijn, d.w.z. de fysieke
positie van de subwoofer is duidelijker waar
te nemen.
Als uw luidsprekers de lage tonen goed
genoeg kunnen reproduceren, dan kunt u
een lager cross-overpunt proberen. U zult
na wat uitproberen en goed luisteren de
juiste plek weten te vinden.
Cross-over Q
De instelling X-OVER Q regelt
de kromme van de trace over de
onderbrekingfrequentie, in dB/octaaf.
Gewoonlijk is een X-OVER Q instelling
van 1.1 aanbevolen.
Het doel hiervan is een ‘spiegelbeeld’
overeenkomst te maken met de kromme
van de high-pass filter. Een steile
onderbreking van de high-pass filter van de
geluidprocessor/ontvanger dient overeen te
komen met een steile onderbreking van de
low-pass filter vanaf de Solo sub.
Als de geluidprocessor/ontvanger dus een
meer geleidelijke onderbreking verstrekt,
dient de X-OVER Q instelling dus op een
lagere waarde te worden ingesteld.
Volume
Een nauwkeurige volume-instelling voor een
subwoofer vereist in ideale omstandigheden
gespecialiseerde meetapparatuur zoals
een Real-time Spectrum Analyseapparaat
of RTA. Een standaard meter voor het
Geluidsdrukniveau (SPL) zal hiervoor niet
werken!
De meeste systemen kunnen echter optimaal
worden ingesteld na wat uitproberen en
goed te luisteren. Begin met een gemiddelde
instelling ( 6 ) en experimenteer met
VOLUME totdat de lage frequentiegeluiden
kunnen worden gehoord als deel van het
hoofdgeluid en niet direct traceerbaar
zijn naar de subwoofer. Met de meeste
geluidprocessors of ontvangers worden
de Sub niveaus in real-time aangepast om
te hoge of te lage niveaus vanuit bepaald
bronmateriaal te elimineren.
Fase
De toets PHASE heeft twee instellingen:
0° (toets niet ingedrukt) en 180° (toets
ingedrukt).
U kunt een fasevertraging instellen om
het effect van de geluidsgolven vanuit de
Solo sub te onderdrukken door samen
te werken met de satellietluidsprekers
en het geluid hiervan gedeeltelijk te
elimineren of te versterken. Dit effect hangt
hoofdzakelijk af van waar de subwoofer en
satellietluidsprekers zijn geplaatst en kan
ook worden verholpen door de subwoofer
een korte afstand te verplaatsen. Deze
fase-instelling kan worden gebruikt als
verplaatsing onmogelijk of niet praktisch is.
0
-12
Q=1.5
Q=1.0
Q=0.7
Q=0.5
Q=0.6
Q=0.3
0
40 60 80 100 120 140 160
-12
20
Cross-overfrequentie Hz Cross-overfrequentie