• Stel “dT1S5” in op 20 °C en “t_DHWHP_RESTRICT” op zijn minimale
waarde.
• Stel dT1SH in op 2 °C.
• Schakel TBH in, welke zou moeten worden aangestuurd door de
buitenunit.
• Als AHS (ketel) beschikbaar is moet deze eerst worden ingeschakeld.
De warmte pomp zal zich inschakelen als er is voldaan aan de vereisten
voor het inschakelen ervan.
• Als TBS en AHS beide niet beschikbaar zijn, probeer dan de positie van
de T5-sonde te veranderen.
Tankvolume is te klein en
de locatie van de
watertemperatuursonde
is te laag
Controleer of “t_DHWHP_MAX” en “t_DHWHP_RESTRICT” correct zijn
geconfigureerd:
• Zorg ervoor dat “DHW PRIORITEIT” is uitgeschakeld in het
bedieningspaneel.
• Schakel “T4_TBH_ON” in het bedieningspaneel / VOOR
ONDERHOUDSMONTEUR in om de boosterverwarming voor
verwarming van huishoudelijk water in te schakelen.
Er wordt te veel
warmtepompcapaciteit
gebruikt voor de verwarming
van warmleidingwater (geldt
alleen voor installaties met
een warmwatertank).
Controleer of de "ANDERE VERWARMINGSBRON / BACKUP
VERWARMER” is ingeschakeld, zie "10.7 Veldinstellingen", en of de
thermische beveiliging van de back-upverwarming is geactiveerd (zie “
Besturingsonderdelen voor back-upverwarming (IBH) ” ) . Controleer of
de boosterverwarming actief is, de back-up- en boosterverwarming
kunnen niet gelijktijdig actief zijn.
Back-upverwarming is
niet actief.
Controleer de juiste werking de overdrukklep door de rode knop op de klep
linksom te draaien:
• Neem contact op met uw lokale dealer als u geen klakkend geluid hoort.
• Als het water uit het apparaat blijft stromen, sluit dan eerst de
afsluitkleppen van de waterinlaat en -uitlaat en neem vervolgens contact
op met uw lokale dealer.
De uitgang van de
wateroverdrukklep is
met vuil verstopt.
Zorg ervoor dat de vullingsdruk van het water in de installatie ongeveer
0,15~0,20 MPa bedraagt (zie "9.4 Aanleg van waterleidingen / Controles
van het watervolume en expansievatvoordruk”).
De vullingsdruk van het
water in de installatie is
hoger dan 0,3 MPa.
• Controleer op de manometer of er voldoende waterdruk is. De
waterdruk moet >1 bar zijn (koud water).
• Controleer of de manometer niet kapot is.
• Controleer of het expansievat niet kapot is.
• Controleer of de voordrukinstelling van het expansievat correct
is (zie "9.4 Aanleg van waterleidingen / Controles van het
watervolume en expansievatvoordruk”).
Waterdruk bij de
pompinlaat is te laag.
59
Symptoom 3: De pomp maakt lawaai (cavitatie)
MOGELIJKE OORZAKEN
CORRIGERENDE MAATREGEL
Er zit lucht in het systeem.
Ontlucht het systeem.
Symptoom 4: De wateroverdrukklep gaat open
MOGELIJKE OORZAKEN
CORRIGERENDE MAATREGEL
Het expansievat is kapot.
Vervang het expansievat.
Symptoom 6: Tekort van ruimteverwarmingscapaciteit bij lage buitentemperaturen
Symptoom 5: De wateroverdrukklep lekt
MOGELIJKE OORZAKEN
CORRIGERENDE MAATREGEL
MOGELIJKE OORZAKEN
CORRIGERENDE MAATREGEL
Symptoom 7: Warmtemodus kan niet meteen veranderen naar DHW-modus
MOGELIJKE OORZAKEN
CORRIGERENDE MAATREGEL
Summary of Contents for AW-WHPMA18-H93
Page 2: ......
Page 78: ...NOTE...
Page 154: ...REMARQUE...
Page 230: ...HINWEIS...
Page 306: ...OPMERKING...
Page 382: ...NOTA...
Page 458: ...NOTATKI...
Page 459: ...NOTATKI...