Werking
Wanneer verwarming nodig is, wordt het apparaat of ketel afhankelijk van de buitentemperatuur actief (zie
“10.7 Veldinstellingen
/ ANDERE WARMTEBRON”
).
• Aangezien de buitentemperatuur wordt gemeten met de thermistor van de buitenunit, is het noodzakelijk om de buitenunit in
de schaduw of onder een overkapping te installeren om direct zonlicht te vermijden zodat de thermistor niet beïnvloed wordt
door de warmte van de zon.
• Veelvuldig schakelen kan corrosie van de ketel veroorzaken in een vroeg stadium. Neem contact op met de fabrikant.
FHL1
FHL2
FHLn
16
8.4.3 Toepassing C
De ketel verzorgt de warmte voor de verwarming van leidingwater. Het in-/uitschakelen van de ketel worden geregeld door het apparaat.
OPMERKING
1
1.1
1.2
1.3
1.4
1.5
1.6
1.7
2
3
Assemblage-unit
Assemblage-unit
Codering
Codering
FHL 1…n
8.2
9
10
11
12
12.1
12.2
12.3
13
14
15
16
18
4
6
7
8
8.1
Aftapkraan
Buitenunit
Manometer
Overdrukklep
Expansievat
Platenwarmtewisselaar
Ontluchtingsventiel
Stroomschakelaar
P_i: Circulatiepomp in het apparaat
Y-filter
Stopklep (niet meegeleverd)
Bedrade controller
Aftapkraan (niet meegeleverd)
Vulklep (niet meegeleverd)
Balanstank (niet meegeleverd)
Ontluchtingsventiel
22
AHS
/
/
Vloerverwarmingscircuit (niet meegeleverd)
Expansievat (niet meegeleverd)
P_o: Buitencirculatiepomp (niet meegeleverd)
Collector/distributeur (niet meegeleverd)
Warmwatertank (niet meegeleverd)
Ontluchtingsventiel
Warmtewisselaarspoel
Boosterverwarming
T5: Temperatuursensor van DHW-tank
Warmwaterkraan (niet meegeleverd)
P_d: DHW-pomp (niet meegeleverd)
Terugslagklep (niet meegeleverd)
SV1: 3-wegklep (niet meegeleverd)
T1: Temperatuursensor wateruitlaat (niet meegeleverd)
Extra verwarmingsbron (ketel) (niet meegeleverd)
----
----
12.1
12.2
12.3
12
13
14
15
16
4
2 3
11
6 7
8.1
8.2
8
10
9
18
AHS
1
1.5
1.4
1.2
1.3
1.7
1.6
1.1
Het volume van de balanstank(8) moet groter zijn dan 40 L. De afvoerklep (6) moet op de laagste positie van het
systeem worden geïnstalleerd. Temperatuursensor T1 moet worden geïnstalleerd bij de AHS-uitlaat en aangesloten
worden op overeenkomstige poort in de hoofdbesturingskaart van hydraulische module (zie
“9.3.1
Hoofdbesturingskaart van hydraulische module”
). Pomp (10) moet worden aangestuurd door de buitenunit en
aangesloten worden op de overeenkomstige poort in de buitenunit (zie
“9.7.6 Aansluiting van andere
componenten / Voor buitencirculatiepomp P_o
).
Summary of Contents for AW-WHPMA18-H93
Page 2: ......
Page 78: ...NOTE...
Page 154: ...REMARQUE...
Page 230: ...HINWEIS...
Page 306: ...OPMERKING...
Page 382: ...NOTA...
Page 458: ...NOTATKI...
Page 459: ...NOTATKI...